Opwassen (III)

Opwassen in de kennis van Christus drukt eene gedachte van zeer uitgestrekten aard uit. Denk slechts aan den Persoon en aan het werk van Christus, en welk een rijkdom van gedachten wordt daarin niet samengevat.
Waarachtig en rechtvaardig menseh en tevens ook waarachtig God in eenigheid des Persoons, van eeuwigheid eenswezens met den Vader en den H. Geest en naar Zijne menschelijke natuur geworden uit eene vrouw, geworden ónder de Wet, noemt men Zijnen Naam „Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.” Hij is het zaad, in het paradijs beloofd, — de Profeet, wiens komst door Mozes is aangekondigd, — de Man van smarten, die naar Jesaja’s voorspelling als een rijsje zou voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï.
Met den Naam Heere onze gerechtigheid schittert de grootheid en heerlijkheid van zijn persoon in het Oude Testament.
Op Hem wijzen al Gods heilige profeten als op den gezalfde met den Heiligen Geest, die al het welbehagen Gods zal volbrengen.
Gods beloften, omtrent Hem gedaan, zijn voor Israel de eenige lichtpunten in donkere tijden.
Bekend met die beloften en geloovende in die beloften kon Gods oude volk zich verheugen in den God des heils.
En waar die beloften zijn vervuld, en het Woord vleesch is geworden en onder ons heeft gewoond, hebben wij zijne heerlijkheid aanschouwd als des Eeniggeborenen van den Vader, vol van genade en waarheid.
Al de heerlijkheid der Nieuw Testamentische bedeeling kan samengevat worden in deze eene gedachte: „de openbaring van Christus.”
Alleen in Hem is raad en hulpe, troost en vreugde voor alle ellendigen.
In Christus is medicijn tegen alle krankheid en smart.
Van eeuwigheid van God den Vader verordineerd en met den H. Geest gezalfd, is Christus de Allerhoogste Profeet, die ons den verborgen raad en wil van God tot onze verlossing heeft geopenbaard. Hij is tevens de eenige Hooge priester, die roet zijne voorbidding steeds voortreedt bij den Vader, en ook is Hij de over Sion gezalfde Koning, die door zijn Woord en Geest de Zijnen regeert en beschermt.
Was de behoefte aan Christus onderwijzing, voorbidding en bescherming niet zoo groot dan zou ook de opwekking om op te wassen in kennis van Zijn persoon niet zoo ernstig zijn.
Wie arm en volstrekt afhankelijk is, heeft behoefte aan hulp. Hoe meer ge aan de ellende van uw bestaan wordt ontdekt, hoe grooter ook de behoefte zal zijn aan ’t bloed der verzoening, Hoe duidelijker het u wordt, dat ge voortdurend van buiten en van binnen met een heirleger van vijanden zijt omringd, die het op uw ondergang hebben aangelegd, hoe sterker gij ook behoefte zult gevoelen aan den Koning, die tegen alle vijanden beschut en bewaart.
Kennis te bezitten en in kennis toe te nemen of op te walsen van Hem, die de eenige Zaligmaker van zondaren is, zegt zoo onuitsprekelijk veel.
Meer dan ooit een eindig schepsel kan bevatten, drukt het woord en de naam „Zaligmaker” uit.
Daarom is de naam van Jezus voor allen, die de beteekenis van diens naam kennen, zoo beminnelijk, zoo aantrekkelijk. Hij, die dezen naam draagt, is de eenige, maar ook de algenoegzame Zaligmaker. Ieder kind van Adam, dat zalig wordt, heeft aan Hem en aan Hem alleen zijne eeuwige behoudenis te danken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen