Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere heeft alles wel gemaakt; dies zijn wij verblijd!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere heeft alles wel gemaakt; dies zijn wij verblijd!

4 minuten leestijd

Was het ons in 1892 een innig leed en eene bittere smart dat wij door de Combinatie der z. g. Vereenigde Kerken als staan gebleven leden onzen zoozeer beminden leeraar Ds. D. J. van Brummen moesten verlaten, om als schapen, die geen herder hebben, te dolen op de bergen, — ais van allen verlaten, maar van God niet verlaten, het behaagde den Heere ons weer spoedig tot gemeente te vormen. Zóó, als de gebleven Christ. Geref, gemeente, hebben wij ruim vier jaar in verwijdering van elkander en als tegenover elkander voortgeleefd. ’s Heeren tijd is de beste tijd! Het heeft Gode behaagd onder het gezucht en wederzijdsch jammerklagen, dat menig-werf troonwaarts steeg, onzen hooggeachten leeraar dat overwicht van genade te verleenen om met het kerkverband der „Geref. Kerken” te breken en met zijnen kerkeraad en zijne gemeente (op enkele leden na) zich bij vernieuwing bij de Christelijke Gereformeerde Kerk te voegen en tot ons over te komen. Een innig zielsgenot was het ons heden avond Z.E.W. in onze zaal voor de vereenigde gemeenten te zien optreden.
Na het lezen, van Efeze 4, waaruit ZEerw. zijn inleidingswoord nam en waarbij de nadruk werd gelegd op het laatste vers, werd Lucas 7 : 50 tot text genomen. Genotvol en onvergetelijk was ons deze avond. Na het eindigen werd door de staande gebleven gemeente aangeheven Ps. 98 vers 2, en daarna door de wedergekeerden Ps. 72 vers 11. Met deze beide verzen, als uit één mond en uit één hart gezongen, heeft de hereenigde gemeente als in heiligen jubel de zaal verlaten. Mocht het den Heere behagen deze eerstelingen met Zijnen zegen te kronen tot Zijne eer, tot uitbreiding van Zijn koninkrijk, tot vertroosting en tot den bouw van het Sion Gods op aarde.

Namens de staande gebleven gemeente:
het lidmaat R.
Dordrecht, 28 Oct. 1896.

Psalm 126 vers 3.

Niet minder was ons de dag van gisteren genotvol, toen wij bij vernieuwing, in vereeniging met onze vroegere broeders en zusters, onzen gang weer mochten richten naar het huis des gebeds, waarin wij weleer vereenigd waren, en onze klaagliederen nu als dankbare jubeltonen mochten open aanheffen. Vele gevoelige handdrukken waren ons een waar genot, en dit vermeerderde nog,toen onze weleerw. leeraar liet zingen Pa. 126 : 12, waaruit dan ook Z.Eerw. zijn voorwoord tot een tezamen gevloeide menigte sprak. Tot tekst was gekozen Romeinen 3 vers 28: „Wij besluiten dan, dat de mensch door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet”. In de verklaring deed onze geliefde Ds. van Brummen uitkomen de herdenking van 1517, met insluiting van 1834, van 1892 en van 1896. Onze ziel gevoelde zich vereenigd met David, den man naar Gods harte, naar Ps. 121 vers 1, 2 en 3. Hartelijk wenschen wij, dat wij, met de Christ. Geref. Gemeenten in ’t algemeen, veel gebedsgenade mogen ontvangen om den troon der genade te bestormen met de verzuchting: „Heere! breng al uw gevangenen Zions weder!”
Wij twijfelen niet, WelEerw. Heer Redacteur! of gij zult ons in ons gewaardeerd kerkelijk blad „de Wekker” wel een plaatsje gunnen en willen afstaan voor deze bovenstaande belangrijke geschiedenis.

Namens de gebleven Christelijke Gereformeerden:
Dordrecht, het lidmaat R.
2 Nov. 1896.

P.S. Ongetwijfeld zal ons volk het bovenstaande met innige vreugde vernemen.
Aan de stad Dordrecht, waar eens de vermaarde Synode in 1618—’19 vergaderde, zijn voor de kerk zulke belangrijke herinneringen verbonden.
En nu in datzelfde Dordrecht een zoo goed als geheele gemeente, met leeraar en kerkeraad uittrad uit de gemeenschap van vermengde kerken, en die uitgetreden Gemeente met de daar bestaande Christ. Geref. Gemeente, zoo zonder eenig kunstwerk ineenvloeide, en men l.l. zondag, aangenaam en oprecht vereenigd, in één bedehuis en onder zijn eigen leeraar kon opgaan, kunnen we verstaan, dat er meer genoten werd dan met woorden kan worden uitgedrukt. Gode voor alles de eer!
Als God werkt, wie zal het dan keeren?
Stelle de Heere ook de Gemeente te Dordrecht met haar leeraar, nog tot een uitgebreiden zegen!

Red.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1896

De Wekker | 4 Pagina's

De Heere heeft alles wel gemaakt; dies zijn wij verblijd!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1896

De Wekker | 4 Pagina's