Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geworteld en opgebouwd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geworteld en opgebouwd

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Geworteld en opgebouwd in Hem.” Col. 2 : 7

Aan een boom, in de aarde geplant, onderstelt men, dat wortels zijn; aan een gebouw, dat opgetrokken wordt, denkt men een fondament; want een boom zonder wortels kan niet groeien, en een buis zonder fondament kan niet staan blijven, en evenzeer is voor den bloei en de ontwikkeling van alle geestelijk leven noodig, dat het een grond heeft, waarop het steunt, liet leven toch heeft een beginsel, waaruit het ontstaat, en waaruit het wordt gevoed.
Wie dit van het leven afdenkt, krijgt als resultaat een hoop zonder grond en een geloof, dat niets anders is dan inbeelding.
Uit zijn eersten brief aan de gemeente te Corinthe blijkt, dat de apostel Paulus een wijs bouwmeester was. Hg hield niet van bouwen zonder fondament.
Naar de genade, hem geschonken, had hij als een wijs bouwmeester het fondament gelegd. Zou nu de gemeente in ’t gemeen en ieder geloovige in ’t bijzonder volkomen veilig en zeker zijn, wat betreft de hoop der eeuwige zaligheid, dan kwam het er maar op aan, dat men als levende steenen was gebouwd op dit eeuwig ware fondament. Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen door l. aulus gelegd was, n.l. Christus.
Had men Christus Jezus den Heere aangenomen, gelijk van de Colossensen wordt getuigd, dan was tot verderen wasdom en opbouw in het geestelijk leven noodig, dienovereenkomstig te wandelen.
Om niet als een roof door de filosophia en ijdele verleiding naar de overlevering der menschen vervoerd te worden was noodig, als boomen in een goeden en vasten grond steeds dieper te wortelen, en evenals een huis, aan hetwelk men is beginnen te bouwen, en waarvan de verdere bouw steeds wordt voortgezet, zoo ook steeds opgebouwd te worden in Christus.
Alle afwijking van het geloof, alle wegkwijning van geestelijk leven, alle ketterij en dwaling, zoo ook te Colosse als elders, moet hieruit worden verklaard, dat het worstelen en het opgebouwd worden in Christus ten eenenmale ontbreekt.
Zooveel schijnt geloof te zijn, dat toch geen geloof is, en zooveel is er, dit op leven kan gelijken, zonder daarom. nog leven te zijn. Geheel verkeerd is daarenboven de voorstelling, die heimelijk zoovelen voorstaan, alsof het genoeg ware slechts van een meer of minder groote verandering in zijn leven te kunnen spreken.
Als een Jood of een Heiden toetrad tot de Christelijke Kerk, en openlijk Christus beleed als den eenigen en volkomen Zaligmaker van zondaren, was en is dit natuurlijk in het leven van zoodanige menschen eene groote verandering.
Zoo ook wanneer iemand, waardoor dan ook, voor korter of langer tijd wordt bewogen, om met alle openbare zonde en ijdelheid te breken, ten einde, naar het uitwendige althans, op godsdienstige wijze te leven.
Dergelijke veranderingen kunnen vele en velerlei zijn, zonder dat er echter nog vernieuwing des harten aanwezig is.
Bekeering van de zonde tot de deugd is goed, maar ongenoegzaam tot zaligheid. Bekeering van de macht des Satans tot God is iets anders.
Het zaad, onder de doornen gevallen, en het zaad dat op een steenachtigen bodem terecht kwam, schoot wel op, zoowel als het zaad, dat in de goede aarde viel, maar èn dat onder de doornen, èn dat op de steenachtige aarde viel, bracht geen vrucht voort; want het eerstgenoemde werd door de doornen verstikt, en het andere verdorde, omdat het geen diepte van aarde had.
Zoo waren er steeds veel menschen, die tijdelijk voor ware discipelen des Heeren, voor oprechte geloovigen door anderen werden aangemerkt, doch waarmee het later zoo allertreurigst afliep.
Boomen zonder wortels kan men wel in de aarde planten, maar ze zijn niet bestand tegen den storm, en nog veel minder zijn ze geschikt, om gewenschte vrucht voort te brengen.
Ongeschikte en onbekwame bouwlieden kunnen beginnen met bouwen zonder fondament, maar de tijd zal leeren als de winden en stormen opsteken, en de watervloeden tegen het huis aanslaan, dat de opgetrokken steenklomp en het wellicht reeds boog verrezen gevaarte zonder fondament onmogelijk kon staan blijven.
En wanneer wordt Gods werk niet beproefd ?
Was Christus’ gemeente niet van den tijd der apostelen af aan velerlei gevaren blootgesteld ?
Bouwde niet steeds de duivel zijn kapel, waar Christus’ kerk verrees! Heeft ook ieder geloovige in ’t bijzonder zijn beproevingen niet? Kan Satan wel één reiziger naar het hemelsch Jeruzalem met rust laten? Daargelaten alle uitwendige vervolgingen en bijzondere omstandigheden, staat dan niet als wachtwoord aan bet begin van den levensweg voor ieder ter waarschuwing geschreven: „waakt en bidt”?
Of dan het bijgeloof van Rome met allerlei praal en pracht door zinnelijkheid u overwint, of het ongeloof met zijn velerlei vormen u aftrekt van Christus of dat een filosofisch wetenschappelijk streven u tot dwaling verleidt, of dat onder schoone bewoordingen men u een godsdienst en een vroomheid voor oogen spiegelt, die aan de vroomheid des farizeërs herinnert, maar in ’t wezen der zaak enkel vijandschap tegen Christus is, ’t is betrekkelijk hetzelfde.
In ’t leven is geen stilstand. Daarom één van beiden: zoo ge waarlijk geestelijk leven bezit als bewijs, dat gij uit God geboren zijt, dan zal dat leven als een sterker wordend beginsel ach openbaren, en is dat niet het geval, dan mag het voor ieder eene vraag van ernstig onderzoek zijn, of men wel waarlijk geestelijk leven bezit.
Om zich bij dit hoog ernstig onderzoek niet te vergissen, dient vooral in ’t oog gehouden te worden het onderscheid tusschen staat en stand, gelijk de ouden dit veelal noemden.
Wat iemands staat betreft, is het vast en zeker: men is dood of levend. Men is buiten Christus of in Christus. Die tegenstelling is en wordt ons in de Schrift zoo stellig en zoo duidelijk mogelijk geleerd. Daar is niets tusschen te brengen.
Half dood en half levend zijn is onmogelijk, de gedachte zelfs moet als ongerijmd worden afgewezen.
Anders is dit met des Christens stand Dan, weten we, is het geestelgk leven aan veel verandering onderworpen. Dit zou niet zoo zijn, als bij de vernieuwende daad der wedergeboorte ook de natuur van Gods kinderen werd vernieuwd. Uit is nu niet het geval. Ook na ontvangene genade blijft Gods kind, in hemzelven aangemerkt, een zondaar, een Adamskind, onbekwaam tot eenig geestelijk goed. Van daar, dat we in al de bijbelheiljgen niet alleen Gods genade zien verheerlijkt, maar ook hoe zelfs de uitnemendsten onder hen nog moesten belijden: „wij struikelen allen in velen”. Ook de geloovigen blijven afhankelijke schepselen. Alleen menschen, die meenen, dat zij zelf zich het geloof kunnen geven, zijn hierboven verheven.
Alle oprechten van harte zullen daarentegen met David moeten erkennen: als de Heere zijn aangezicht verbergt, dan worden we verschrikt.
Toch staan, om die woorden nu maar eens te behouden, staat en stand met elkander in nauw verband, althans wat betreft de bewustheid der zaak. Wie in waarheid genade bezit, kan nooit verloren gaan. Maar iemand kan genade bezitten en de bewustheid der genade en daarmede ook den troost der genade missen.
Hoe hoog dit kan voortgaan onder strijd en aanvechting, heeft de geschiedenis zoo menigmaal geleerd, en God alleen weet, hoe velen nog gedurig in bange worstelingen verkeeren, bij de vraag: zou mijn werk wel in waarheid zijn ? tiet is daarom van zoo hooge noodzakelijkheid, niet alleen Christus Jezus, den Heere, aan te nemen, maar ook alzoo in Hem te wandelen.
Daartoe wijst de Apostel hier weg en middel aan in die weinige woorden: „geworteld en opgebouwd in Hem”.
Dwaas en ijdel is het, groot en sterk te willen zijn in de ure des gevaars, op een andere wijze en langs een anderen weg, als waarop volgens Gods heilig Woord dat standpunt kan worden bereikt. Wie een goed einde wil, moet ook een goed begin willen. Wat alleen door de door God gegeven middelen kan bereikt worden, zal men steeds te vergeefs op andere wijze zoeken. Is er geen goed fundament onder het huis, wat geeft dan een sterke bovenbouw? Zijn er geen goede levende wortels aan den boom, hoe zal deze dan vrucht dragen? Wetenschap is nuttig en onmisbaar. Een ziel zonder wetenschap is niet goed. Maar men vergete niet, dat er ook een ijdele wetenschap is, een wetenschap, die bij velen als wortels dient, waaruit men leven wil openbaren, en waarmede men geestelijk leven te vergeefs zoekt te voeden. Daarom legt de Apostel nadruk op de woorden: „in Hem”. Dit alleen kan vastigheid geven aan ons geloof, zoo gij geworteld zijt in Christus. Dan is uw leven uit Hem, die de eene ware levensgrond voor de Zijnen is. Dan is al uwe hoop op Hem en uwe verwachting van Hem.
Christus is, den dood. Trouwens, al schijnt iemand nog zoo ootmoedig, al toont hg nog zooveel berouw over de zoude, al is hg nog zoo licht bewogen van gemoed, — al jammert men als een Ezau, en al bekent en belijdt men als Judas, wat baat dit alles buiten en zonder Christus? Voor eeuwig komt de arme mensch om, zoo in al dergelijke openbaringen de geloofswerkzaamheid met Christus wordt gemist.
Zoo ook wat betreft de uiterlijke belijdenis der waarheid.
Duizenden verkeeren in den waan, als zij Gods woord maar als waarheid erkennen, dat zij dan het geloof bezitten, en mitsdien gegronde hoop hebben op de eeuwige zaligheid.
Wie anders niet bezit, heeft weinig meer dan een duivelengeloof. Deze gelooven, dat er een God is, en zij sidderen.
Menschen, die zich zoo weinig bekommeren over de vraag, of zij wel waarlijk worden opgebouwd in Christus, loopen gevaar op valsche en bedriegelijke gronden hunne hoop te bouwen voor de eeuwigheid.
Elke prediking, al blinkt zij ook nog zoo schoon, waar Christus in ontbreekt, is zonder waarde.
Paulus had met al de wetenschap en de genade, hem geschonken, niet anders voorgenomen te weten, waar hij ook kwam, dan Jezus Christus en dien gekruist.
Dat is de eenige weg ten leven, de eenige spijs der ziele, dat is het eenige, wat onder de leiding en den zegen des Heiligen Geestes leiden kan tot bevrediging van al de behoeften van den zondaar.
Al wal op een anderen grondslag, is gebouwd, zal verdwijnen en vergaan. En al wie zelf op iets anders bouwen, zullen beschaamd worden.
Daarbij moet nog wel worden bedacht, dat Christus’ Woord niet van Zijn werkte scheiden is. De Persoon en de weldaden zijn wel te onderscheiden, maar nooit te scheiden.
Toch wil men dit nog maar, al te veel.
Talloos velen hebben in hun leven geloofsverzekering begeerd, maar nooit verkregen, alleen omdat men deze weldaad zocht, waar zij nooit zal gevonden worden.
Wie boomen wil planten zonder wortels en huizen bouwen zonder fondamenten, mag voor een oogenblik een mensch zijn met groote woorden, maar de groote daden zullen steeds ontbreken. Opwassen in genade en in de kennis is alleen mogelijk in Hem, namelijk in Christus.
En alleen zij, die door Gods genade daarnaar mogen staan, daartoe mogen arbeiden, zullen ervaren, dat de Heere getrouw is.
Dan kan er wat geleden en verdragen worden.
Dan kan Satan zijn macht beproeven, de wereld kan dan aanlokken, een valschelijk genaamde wetenschap mag dan trachten zich te doen gelden, maar geworteld en opgebouwd in Christus staat ge dan fier en vast, als een rots in ’t midden der golven.
Dan zult ge menschen, die hoog opgegroeide boomen schenen te zijn, zien vallen en hen, die een schoon opgetrokken paleis gelijk waren, z en ineenstorten, waarbij al hun hoop en verwachting vergaat.
Van den tijd der apostelen af begonnen, in alle volgende eeuwen voortgezet, zien we thans nog altijd dezelfde gevaren, denzelfden strijd, dezelfde openbaring, altijd met dien verstande, dat de strijd steeds ernstiger, het gevaar steeds grooter, de openbaring des menschen voortdurend vreeselijker wordt. De getrouwen zijn zoo weinige, de oprechtheid is zoo schaarsch. Satans macht is zoo groot, en van de krachtdadige werking des Geestes wordt zoo weinig openbaar. Des te ernstiger spreekt daarom de Heere door Zijn woord tot Zijn erfdeel, ook in woorden als deze, waarin op wandelen in Christus wordt aangedrongen.
Aan de gemeente te Filippi schreef Paulus eens: »Want velen wandelen anders, van dewelke ik u dikwijls gezegd heb en nu ook weenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn,«
En zag diezelfde apostel des Heeren het Christendom dezer dagen, hoeveel oor aak zou die groote kruisgezant van Christus hebben om diezelfde woorden te herhalen!
Geworteld en opgebouwd in Hem, die alleen uw levensgrond au uw levensvrucht kan zijn, zult ge tot roem van Gods ontferming en genade kunnen staande blijven in de ure der verzoeking, welke over de geheele wereld komen zal. Daardoor zult ge moedig in den strijd, getroost in het Iijden, gehoorzaam aan den Heere, klein in uzelven, maar waarlijk groot voor God zijn.
Waar dan alle vleesch is als gras en alle heerlijkheid dis menschen gelijk aan een bloem des velds, zal ook in dezen bevestigd worden, dat Gods Woord blijft tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1897

De Wekker | 4 Pagina's

Geworteld en opgebouwd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1897

De Wekker | 4 Pagina's