Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nuttigheid der besnijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nuttigheid der besnijdenis

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paulus heeft in den brief aan de Romeinen aangetoond, dat de gansche wereld, zoowel heidenen als Joden verdoemelijk zijn voor God. Indien de Jood in de zonde leeft, terwijl hij roemt op de wet, is hij zelfs zoo veel schuldiger omdat de naam van God om hunnentwil gelasterd wordt onder de heidenen. Zoo is hij dan niet in waarheid een Jood, die het in het openbaar is of in de besnijdenis, maar die het in het verborgen is, wien het hart besneden is. Of welke is de nuttigheid der besnijdenis?” en hij antwoordt als hetgeen in de eerste en voornaamste plaats moet genoemd worden, „dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd.”
Ons doopsformulier zegt, dat de doop in de plaats der besnijdenis gekomen is. Zetten wij nu de woorden van Paulus om, dan leeren wij dat hetgeen in de eerste plaats als het voordeel van een uit Christen ouders geborene, van een gedoopte moet worden erkend dit is, dat hem de woorden Gods zijn toebetrouwd. Aan het kind wordt bij den doop verzegeld de belofte Gods in het evangelie; het heeft een voorrecht boven Jood en heiden, dat het, als lid der gemeente, in de waarheid zal worden onderwezen en opgevoed. Aangezien in elk verbond twee deelen begrepen zijn is het kind onder de verplichtens gesteld om te gelooven. Verwerpt het nu de aangeboden zaligheid zoo zal het dubbel schuldig zijn, omdat het op zoo groote zaligheid geen acht heeft gegeven. Komt het tot het oprecht geloof, dan zal hij eert waarlijk een Christen, een gedoopte zijn. „Die is niet een Christen, die het in het openbaar is; noch die in de doop, die het in het openbaar door water is; maar die in een Christen, die het in het verborgen is, en de hoop des harten in den geest, niet in de letter, is de doop, wiens lof niet is uit de menschen maar uit God.” Niet daarvoor is hij voor een wedergeborene te houden, dat hij uit Christen ouders is geboren, dat een mensch hem heeft gedoopt, maar al zijn lof is uit God, die hem heeft weder gebaard door zijne kracht, door den Heiligen Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1897

De Wekker | 4 Pagina's

Nuttigheid der besnijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1897

De Wekker | 4 Pagina's