Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Avondgedachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Avondgedachten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Teksten van ‘t Jaarboekje.)
8 Jan. De eerste mensch werd eerst uit het stof geformeerd en vervolgens de adem Gods in hem geblazen. Het omgekeerde was bij den tweeden mensch. Daar was het goddelijke, het God zijn eerst en daarna werd het menschelijke door Zijne eigene daad van vernedering. De eerste werd uit het niet tot een wezen door de scheppende kracht Gods, de tweede was de Eeuwige, die mensch werd naar eigen wil, den wil der liefde. De eerste kwam uit den dood tot het leven, de tweede was het leven zelf en werd mensch om te komen tot den dood. Hij kwam uit den hemel op aarde, opdat het Adamskind van de aarde tot den hemel komen zou. Nooit reikte een menschengeest tot zulk een verlossingsweg; noeit wordt eene liefde zoo groot tot in de diepte gepeild. De engelen zijn begeerig in te zien.

9 Jan. Geen menschenkind kon een woord zeggen als dit, dat de Heere Jezus van zich getuigde: »Ik ben van boven«. Zoo kon alleen de Zoon van God spreken, die, nederig van harte, nochtans in het bewustzijn Zijner heerlijkheid zulk eene getuigenis afleggen kon. Hij had heerlijkheid bij den Vader als Zijne eniggeboren Zoon vóór de wereld was. In die heerlijkheid, in die zaligheid blijven kon Hij niet, want Hij had lief; Hij had medelijden met dat afgedwaald, dat zondig en ellendig volk. Hij verliet die heerlijkheid, daalde neder in de nederste, de laagste deelen der aarde om te worden uit eene vrouw, onder de wet. Toch komt den mensch Jezus Christus als den Zone Gods aanbidding toe. Verheerlijk Hem, mijne ziel! Het doel Zijner vernedering zij in mij bereikt en steeds zichtbaar.

10 Jan. Toen de Heere God den mensch schiep maakte Hij hem naar Zijn beeld, zoodat de mensch Zijne gelijkenis was. Zoo was hij rein en heilig als beelddrager Gods. De mensch viel; hij werd zondaar en Adam gewon een zoon die aan den vader geleek, omdat die zijn zondig wezen in hem had overgeplant, zoodat de zoon zijne beeldtenis was; en zoo is het voortgegaan van geslacht tot geslacht en zoo ben ik ook in zonde ontvangen en geboren, een zondaar met erfschuld en erfsmet. Maar ik werp de schuld niet van mij af om die te hoopen op den eersten van mijn geslacht. Ik koos vrijwillig in het eertijds den Adamsweg van ongehoorzaamheid, maar mag God danken, die mij in Zijne liefde zocht, mij rein wiesch in het bloed Zijns Zoons.

11 Jan. Als kinderen van Adam, als dragers van zijn beeld zijn wij aardsch, dat is: de natuur der zondige, der met den vloek beladen aarde is in ons. Met alle hare zwakheden en gebreken zijn wij behebt. Vol van zonden en machteloos ter verlossing, liggende onder de straf des doods en onmachtig om dien van ons te weren. Ezau gaf om eene spijze zijn eerst-geboorterecht weg en toonde daarin een zoon te zijn van hem, die om eene spijze zijn God verliet en zijn heil verspeelde. Zonder een Jakobs-Pniël, vond ook ik, die van nature uit den »aardschen« afstam, evenmin als Ezau een plaats des berouws. Maar aan den kruispaal neergezeten kan ik weenen over mijn zondig hart, maar toch ook juichen van genade en eeuwig leven.

12 Jan. De Heere, die de Hemelsche is heeft een voorbeeld nagelaten, opdat wij in Zijne voetstappen zouden wandelen. Tevergeefs zochten wij gelijkvormigheid aan Hem. Wie drukt uit eigen kracht de voetstappen van den onnavolgbaren Meester? Maar wat natuur niet kan, vermag genade, en op de vraag: »wie kan dan zalig worden ?« is het antwoord: »Wat onmogelijk is bij de mensehen is mogelijk bij God.« Die uit den Geest geboren zijn worden boven het aardsche verheven. Zij verkrijgen eeuwig leven tegenover de macht des doods in de leden, de volmaaktheid in Hem tegenover het vleesch, dat begeert tegen den geest, het kindschap van God tegenover de machten des satans, den hemel in plaats van de hel. Wij zullen Hem gelijk zijn, want wij zullen Hem zien gelijk Hij is.

13 Jan. Hier op aarde dragen wij het beeld van onzen aardschen stamvader. Zoo lang wij leven hebben wij een verderfelijk en en sterfelijken tabernakel. Het vleesch, dat tegen den geest begeert, kan niet in het heiligdom. Het is niet geschikt voor den staat der heerlijkheid. Hoe zouden wij daarin een onvergankelijken en volmaakten gelukstaat kunnen genieten? Die eenmaal uit het stof der aarde een mensch vormde, zal ook uit het stof, waartoe ons lichaam vergaan zal zijn, een lichaam vormen, dat zonder zonde en daarom onsterfelijk en onverderfelijk is. Het zal een geestelijk lichaam zijn, gelijkvormig aan dat des Heeren Jezus zelven, die als de Zoon des menschen ten hemel voer.

14 Jan. »Wat dunkt u van den Christus?« is voor ieder mensch de levensvraag. Die niet meer in Hem zag dan den grooten wijsgeer, den beminnelijken Heilige kent Hem niet. Hij is in betrekking tot God den Vader het afschijnsel Zijner heerlijkheid. Geheel Zijn wezen heeft de Vader in Hem doen afstralen, zoodat de Vader in Hem Zichzelven ziet. Hij is ten behoeve der menschen het uitgedrukte beeld van des Vaders volkomen wezen geheel en al, zoodat, die Hem ziet, den Vader ziet in alle diens eigenschappen, macht, wijsheid, heiligheid, liefde. Geen engel kon verlossing teweeg brengen voor het diep gevallen Adams-kind. Dat kon alleen Hij, die, waarachtig God, waarachtig mensch werd. Alleen Gods licht kan de duisternis verdrijven. Heerel laat Uw aangezicht over mij lichten!
van Lingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1898

De Wekker | 4 Pagina's

Avondgedachten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1898

De Wekker | 4 Pagina's