Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan een vriend te Ulrum 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan een vriend te Ulrum 109

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CIX.
Waarde Vriend!
Ieders opmerkzaamheid moet het gaande maken, dat de dwaze leeringen der Geref(?) over wedergeboorte en doop zulke snelle vorderingen doen.
Eerst waren het alleen de doleerenden, die zulk een waar ter markt durfden te brengen, en toonden de Chr.Geref. dadelijk bun verbazing en afkeer.
Nu veranderde dat reeds geheel.
Schier overal hoort men die leeringen huldigen en staart men iemand met verwondering aan, als hij niet in ‘t koor meezingt, maar bezwaren oppert.
O snelle afloop der wateren !
Wat hebben de zonen der Scheiding zich toch op den mouw laten spelden!
Alle kinderen onder de wedergeboornen te tellen!
En dan zich diets te laten maken, dat men zonder zulk eene veronderstelling zich den naam van een waren gereformeerde niet mag toeeigenen; noch ooit de kinderen een degelijke, christelijke opvoeding kan geven.
Hoe deden het onze vaderen dan?
Leest men ook maar op eene enkele bladzijde van de geschiedenis der Afscheiding iets over dergelijke dwaze veronderstellingen!
Maar .... zal een doleerende ons zeggen, dan deugde de opvoeding niet.
Ei zoo!
Laat ons maar een voorbeeld zoeken.
Gelijk wij U vroeger reeds schreven, sprak ds. Gezelle Meerburg, een van de vaders der Scheiding, in zijne predikaties over de Catechismus onverholen zijn afkeer uit over het doopen op grond van veronderstelde wedergeboorte.
Zijn opvoeding zal dus ook niet op dien grond gerust hebben.
Ergo, zegt de doleerende, die opvoeding deugde niet.
Maar de resultaten dan!
Wij behoeven slechts om ons heen te zien; zij staan ons dadelijk onder de oogen.
Elke christen-huisvader zou den Heere danken, als hij zulke resultaten mocht bereiken.
Dit ééne voorbeeld kan elk uit zijn eigen ervaring met tientallen vermeerderen.
Waar geen ongezonde mystiek het huiselijk leven bedierf, gaf God aan de Chr. Gereformeerden veelal een rijken zegen op de opvoeding, zonder veronderstelde wedergeboorte.
Gaarne zou ik zien, dat de overgebleven getrouwen in den lande, die de voetstappen dier vaderen op kerkelijk gebied wenschen te drukken, vooral ook hun gelijk bleven in de opvoeding.
Vooral schuwe men toch eene ongezonde mystiek, met andere woorden, men late toch de kinderen niet aan hun lot over met de dwaze gedachten, ik kan ze niet bekeeren en daarom .... ik zal ze vrij spel geven tot de Heere belieft ze in ‘t hart te grijpen.
Voorzeker! niemand onzer kan zijn kinderen bekeeren, maar wel de middelen gebruiken, die de Heere verordend heeft. Wie die middelen veronachtzaamt, haalt een oordeel over zijn huis en verwerpt het Genade verbond.
Het lijkt o, zoo vroom! met eenige vrienden eens innig over de hemelsche dingen te spreken, doch zou het niet, o zoo goddeloos zijn, terwijl hst kroost, ons van den Heere gegeven, de wereld in te laten gaan en aan den duivel over te leveren ?
Wat een ongezonde mystiek kan bederven, daar zie ik dagelijks de voorbeelden van om mij heen.
U zult ze in uw woonplaats ook wel vinden.
Zulke voorbeelden mogen niet trekken tot navolging, maar afstootten.
Ik wil nog even terugkomen op het voortwoekeren der ketterijen in de Geref. Kerken, vooral van de leer der wedergeboorte en des doops.
In de afgeloopen week kregen wij daar weer een treurig staaltje van onder de oogen.
U moet weten, dat de christelijke onderwijzers in de provincie Groningen eene Provinciale Vereeniging hebben opgericht, welke hare laatste vergadering heeft gehouden in het Militair Tehuis in de stad Groningen.
In de vergadering, des namiddags, voerde Prof. Bavinck het woord over: wedergeboorte en opvoeding. Hij wees op het groote voorrecht, dat chr. onderwijzers kinderen hebben op te voeden van ouders, die voor den Heere en Zijn Woord beven.
In het debat, gehouden tusschen Prof. Bavinck en de onderwijzers Olthoff, Eringa, Wedeven en Apeldoorn, waren allen het met Prof. Bavinck eens om de kinderen als wedergeborenen te beschouwen.
Niet meer dus enkel als kinderen des Verbonds, wat zij zijn, volgens het eigen getuigenis des Heeren, maar als wedergeborenen, waarvan wij niets weten en waarover de Heilige Schrift geen licht verspreidt.
Wanneer een onderwijzer met zulke veronderstellingen voor de kinderen staat zal hij, als eerlijk man, hen niet spreken over de noodzakelijkheid der wedergeboorte voor alle schepselen.
Hij zal hun kunnen vertellen, dat zij in zijn oog wedergeboren zijn en allen onderdanen worden van het koninkrijk der Hemelen, dus gerust voort kunnen leven, want de wedergeborenen gaan in der eeuwigheid niet verloren.
Alleen dient hij hen te prikkelen tot goede werken, of zooals de Geref(?) het noemen, uit te noodigen tot bekeering te komen.
En derwijze staat men, ongewild, met beide voeten op het standpunt der Roomsche Kerk, die ook hare leden, klein en groot, zalig spreekt, als zij gedoopt zijn en ze voorts immer tot het doen van almoezen, het houden der vastendagen, enz. aanspoort.
Zouden wij voor een tiental jaren niet elk in het aangezicht weer staan hebben, die ons dergelijke dwaze leeringen had durven aanprijzen ?
In onze dagen strekken zij al als bewijs van echte gereformeerdheid (?)
Zou Prof. Lindeboom ook daar zich reeds in kunnen vinden?
Of wordt het hem benauwd om het hart.

Iets anders.
Gevoelen onze gemeenten nu wel terdege, hoe noodzakelijk het is, dat zij eigen scholen gaan bouwen, al begint men maar met 30 kinderen ?
Geen dralen en talmen meer !
Het geldt het heil van die ons het dierbaarst zijn.
Hopende te vernemen, dat al onze gemeenten eerlang, langs den weg van bidden en werken, hun kroost op eigen scholen kunnen zenden, waar de onderwijzers niet naar de uitkomsten van wijsgeerige bespiegelingen, doch naar des Heeren onfeilbaar Woord onderwijzen en opvoeden, ben ik hartelijk groetend
t.t.
Ds. J. Schotel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1898

De Wekker | 4 Pagina's

Aan een vriend te Ulrum 109

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1898

De Wekker | 4 Pagina's