Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan een vriend te Ulrum 118

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan een vriend te Ulrum 118

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

118.
Waarde Vriend!
De vorige week kon ik U nog weinig belangrijks over den Spaansch-Amerikaanschen oorlog schrijven, daarom zweeg ik er maar heel en al over.
Nu is er zooveel nieuws, dat ik er mijn ganschen brief wel aan wijden kan.
Zooals u weet, waren de Amerikanen geland op eenigen afstand van de stad Santiago, terwijl de Amerikaansche vlootvoogd Sampson de vloot van den Spaanschen admiraal Cervera opgesloten hield in de baai van Santiago.
Na een hevig gevecht, waarin veel Amerikanen en Spanjaarden sneuvelden, rukte de eerste zoover op, dat zij de stad Santiago konden belegeren.
Daar liggen zij nu rond, vandaag of morgen overgaande tot een bombardement, wat zal eindigen met de overgave der stad.
Doch ik kan U nog wat anders mededeelen.
De Amerikaanscbe vlootvoogd Sampson telegrafeerde Maandag j.l. aan den President:
»De vloot onder mijne bevelen biedt aan de natie als geschenk op het Onafhankelijkheidsfeest de vernietiging van de geheele vloot van Cervera aan. Niemand is ontkomen, Om half tien ‘s ochtends trachtte de vloot weg te komen en om twee uur ‘s middags was het laatste schip, de Cristobal Colon, op het strand gezet, zestig mijlen ten westen van Santiago en streek het zijn vlag. De Maria Teresa, de Oquendo en de Vizcaya werden gedwongen op het strand te loopen en zijn verbrand en in de lucht gevlogen op punten dichter dan 20 mijlen bij Santiago. De Furor en de Pluton zijn vernietigd op minder dan vier mijlen afstands van de haven. Ons verlies bedraagt één doode en twee gekwetsten, de verliezen des vijands vermoedelijk enkele honderden, door kanonschoten, ontploffingen en verdrinken. Wij hebben 1300 krijgsgevangenen, waaronder admiraal Cervera.”
Van het begin tot het eind bevat dit telegram niets dan waarheid, het kenmerk van hetgeen uit officieële bron gedurende dezen oorlog werd openbaar gemaakt.
Lees daartegenover nu eens, wat van Spaansche zijde den volke eerst werd wijsgemaakt.
Ik heb het hier zwart op wit voor mij.
‘t Zou bespottelijk zijn en den lachlust wekken, als er de diepgezonken toestand der Spanjaarden niet uitsprak.
Ziehier het telegram:
Madrid. De minister van marine betoont zich zeer voldaan over het oorlogsfeit, door het eskader van Cervera volbracht. Hij zegt dat het uitvaren van het eskader geschiedde, toen admiraal Cervera het juiste oogenblik gekomen achtte. Het vijandelijke eskader werd door het onze verrast, zoo betoogt hij. Na ons te hebben aangevallen, zonderde het zijn vijf beste schepen af, die eerst zij aan zij met onze schepen stoomden, maar weldra achterbleven. Van de vijf schepen kunnen slechts twee, de Iowa en de Brooklyn, onze vloot bijhouden, maar het is zeker dat zij het niet doen zullen uit vrees voor een aanval. De minister verklaart dat Cervera toejuiching verdient. Schandelijk, niet waar? De minister van marine stelt het voor, of Cervera met zijn schepen de baai van Santiago verliet, en zich een weg baande door de Amerikaansche vloot, terwijl inderdaad het geheele Spaansche eskader werd vernietigd. Over het zeegevecht komen allerlei bijzonderheden openbaar,
De Amerikaansche schepen hebben weinig geleden van het heftige vuur van Cervera.
De Amerikaansche schepen werden in positie gesteld maar begonnen eerst te schieten toen de Spanjaarden de baai van Santiago uitgekomen waren. Cervera wendde den steven naar het westen, zoo dicht mogelijk de kust houdende. De Vizcaye en de Oquendo volgden het admiraalschip, daarna kwamen de torpedojagers. Plotseling openden de Amerikaanschen pantserschepen het vuur. Een hagelbui van kogels daalde op de Spaansche schepen neer. De Cristobal Colon bleef echter het vuur van de Amerikanen beantwoorden, maar op tien mijlen van fort Morro gekomen moest ook dit schip zich naar de kust richten. De Vizcaya en de Oquendo hadden de helft van dezen afstand nog niet afgelegd toen zij reeds in brand stonden en op de kust gezet moesten worden. De bemanning verrichtte wonderen van dapperheid. Het eenige Amerikaanscbe schip dat beschadigd werd, was de Gloucester. Toen een van de torpedobooten de kust naderde, sprong het schip in de lucht.
Sampsons’s schepen waren bezig, Aguadores te beschieten, toen men Cervera’s schepen een voor een uit de baai zag komen, langs het wrak van de Merrimac, Aanstonds stoomde de Amerikaansche vloot terug; zij liet Cervera’s schepen een eind weegs wegstoomen om buiten schot van de kustbatterijen te blijven. De Spanjaarden spoedden zich westwaarts, Cervera’s admiraalschip voorop, dra achtervolgd door de Amerikaansche vloot. De Indiana, de Brooklyn en de Texas vielen de Spaansche torpedojagers aan, die het laatst uit de baai gekomen waren. Deze trachtten de Indiana te torpederen, maar dit gelukte niet, toen werden zij op het strand gezet, waar ze in de lucht sprongen, nadat men tevergeefs getracht had, de baai weer binnen te gaan.
Na een geweldige kanonnade van drie kwartier bleken verscheiden kanonnen op de Spaansche schepen gedemonteerd te zijn. De Spanjaarden schoten veel slechter dan de Amerikanen, zelfs op het Admiraalschip, terwijl het Amerikaansche geschut uitstekend bediend werd; telkens barstten de Amerikaansche granaten boven de Spaansche oorlogsschepen; de dekken van de kruisers werden ook herhaaldelijk in brand geschoten, maar de bemanning slaagde erin, de vlammen te blusschen.
Te kwart voor elven heesch de Vizcaya de witte vlag; de Oquendo, die in brand stond, werd op het strand gezet. De Amerikaansche oorlogschepen staakten thans hun vuur, behalve de Massachusetts, de Oregon en de Brooklyn, die met hun drieën de Cristobal Colon aanvielen; ten slotte werd ook dit schip naar het strand gericht, en heesch het de witte vlag.
Eerst had de Spaansche admiraal bijna drie kilometer ver een wedloop met de Brooklijn volgehouden, maar toen ook de Oregon naderde gaf Cervera zich over. De Amerikanen redden nu de overgebleven Spanjaarden, die zich verdrongen op dat gedeelte van het dek, dat door de vlammen gespaard was.
Een van de Spaansche kruisers (de Maria Teresa) was niet in staat geweest om de baai te verlaten.
Het voorgaande geeft U een juist overzicht van het gevecht.
Nu zal ik U over hetzelfde feit nog een paar Spaansche berichten laten lezen, tot bewijs, dat ik niet ten onrechte mij zeer ergerde aan de leugenachtigheid der Spanjaarden.
Madrid, Een regeeringstelegram van maarschalk Blanco bevestigt het bericht, dat het eskader van Cervera de baai van Santiago heeft verlaten en door het midden van de vijandelijke linie is heengebroken. Om elf uur stoomde het met volle kracht in westelijke richting.
De minister van marine verklaart dat de Engelsche telegrammen uit Playa-del-Este van grond ontbloot zijn; die plaats is niet eens gelegen in de richting die het eskader van Cervera genomen heeft. Hij voegt er bij dat admiraal Cervera aan boord van de Vizcaya naar Colon gaat.
Volgens een regeeringstelegram uit Santiago hield het eskader van Cervera een uur lang het vuur vol en verdween daarna in westelijke richting, gevolgd door het Amerikaansche eskader. De Spanjaarden verloren twee torpedojagers.
De ministers verklaren niets verder te weten betreffende het eskader. De minister van oorlog gelooft dat Cervera naar Havana stevent.
Gelooft U niet met mij, dat Spanje van heden nog dieper wegzonk, dan van voor 300 jaar ?
Terecht schreef dezer dagen een Franschman:
»Nooit heeft een geweldiger en sneller ramp terzelfder tijd de drijvende forten en de oorlogsfortuin van een land doen ondergaan .... Er is geen uur meer te verliezen om over den vrede te onderhandelen.”
Hier is een Godsgericht te aanschouwen. Strekke het ons ten voorbeeld en ter leering, opdat wij den rechten weg naar de Heilige Schriften op geen enkel terrein des levens verlaten.
Van Spanje geldt, wat eenmaal een profeet van Israël moest zeggen: „Zij hebben Mijn Woord verlaten, wat wijsheid zouden zij nog hebben !”
Tot de Wet en de Getuigenis!
Zij daarheen onze schrede gericht!
Broederlijk groetend ben ik
Uw Vriend,
ds. J. Schotel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1898

De Wekker | 4 Pagina's

Aan een vriend te Ulrum 118

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1898

De Wekker | 4 Pagina's