De Hulk van Staat.
O Scheepken, dierbaar Vaderland, door ’t woên bedreigd van zooveel golven! O Scheepken, dank zij hooger hand, nog in dat schuim niet gansch bedolven! Ach! op dien dollen Oceaan, wiens waatren donderen en sloopen, hoe zal het verder met u gaan? Voor alle winden ligt gij open! ’t Zij ’t uit den Westen vrijheid blaast, of kille dwangzucht uit den Noorden, Zij ’t bij of ongeloof, dat raast, gebroed aan Seine- of Tiberboorden.
O Scheepken! veilig zult gij zijn op deze dobberende baren, meer dan waar ijdle wijsheidsschijn op hoogten wijst, die niet bewaren, ZOO slechts, als voortijds, aan uw boord (waar ook een dwars geslacht zich keere!) de naam, het bloed, de Geest, het woord van dien Bevrijder blijft in eere, die op der Zijnen: Wij vergaan, het noodweer wendde, hoog geklommen, d’ ontboeiden bergwind stil deed staan en de opgezette zee verstommen.(Slotwoord van hetgeen da Costa, de vorst onzer vaderlandsche dichters, in 1851 zong).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1898
De Wekker | 4 Pagina's