De Synode van 1899 (II)

Zooals de lezers van „de Wekker” zelf zullen begrijpen, ligt het niet op onzen weg, een geregeld verslag te lemen van alles, wat door de laatstgehoudene Synode is verricht. Zulk een verslag komt later in boekformaat, bewerkt door de bekwame hand van den Scriba der Synode. Slechts enkele dingen bespreken we, om die langs dezen weg ter kennis te brengen van de gemeenten, die daar belang bij hebben. Om hiermede dan voort te gaan, zij opgemerkt, dat een niet onbelangrijk voorstel ter tafel kwam tot wijziging der Classes. De Synode was overtuigd, dat in de gegeven omstandigheden wijziging wel gewenscht en met het oog op de toekomst zelfs noodzakelijk was, doch oordeelde dit voorstel eerst naar de verschillende Classes ter nadere beoordeeling te moeten zenden. Op een volgende Synode kan men dan beter over de zaak oordeelen en nader besluiten. Om echter in dringende behoeften te voorzien, werd besloten overeenkomstig veler verlangen, dat van deze Synode tot de volgende voorloopig de gemeente Steenwijk bij de Classis Leeuwarden zal worden ingedeeld en Nieuw-Amsterdam bij de Classis Zwolle, terwijl de Classes Gouda en ’s-Gravenhage (voor dit jaar) gezamenlijk zullen vergaderen.
Ook is gesproken over de vraag: hoe te handelen, als twee of drie gemeenten een buitengewone Class. Vergadering verlangen ? Vroeger bestonden hiervoor bepalingen in de Christ. Geref. Kerk, die echter meer provinciaal waren. Deze bepalingen zijn door de geschiedenis van 1892 voor ons verloren gegaan.
Met herinnering aan die vroeger bestaan hebbende bepalingen besloot de Synode, als algemeene bepaling aan te nomen, dat ingeval drie gemeenten een buitengewone Class. Vergadering verlangen, deze zich te wenden hebben tot de Class. Commissie.
Deze kan de gronden, waarop dit verlangen berust, beoordeelen, en indien de meerderheid dier Commissie het noodzakelijk oordeelt, zal door haar de Classis tot buitengewone vergadering worden opgeroepen. Hierdoor voorkomt men, dat zulks zonder dringende noodzakelijkheid geschiede, terwijl anderzijds bij eventueele gevallen ieder weet, waaraan men zich beeft te houden, en de eenheid van handelen hierdoor beter is gewaarborgd. Zoo licht toch kunnen er gevallen zich voordoen, waardoor het een eerste, maar tevens een zeer moeilijke vraag is voor een kerkeraad, hoe men in deze of gene bijzondere omstandigheden heeft te handelen.
Het Curatorium der Theologische School is thans samengesteld als volgt:

Ds. Schotel, sec. Ds. Schouten.
Ds. Wessels, „ Ds. Bakker.
Ds. de Bruin, „ Ds. Janssen.
Ds. Meerburg „ Ds. Sluiter.
Ds. v. d. Vegt, „ de heer Renkema.

De vier eerstgenoemde broeders zijn als primi herkozen, terwijl broeder v. d. Vegt een ledig gekomen plaats aanvult en iedere primus een secundus heeft.
In de Synodale Commissie behoefde dit jaar geen aftreding plaats te hebben, zoodat deze gecontinueerd blijft.
Staande de Synode werd een telegram van hulde verzonden aan H. M. de Koningin, wat nog dienzelfden dag met dankbetuiging namens Hare Majesteit werd beantwoord.
Aan het moderamen dezer Synode is opgedragen, in overleg met de broeders kerkeraad van Utrecht te bepalen den datum, waarop, zoo de Heere wil en wij leven, een volgend jaar de Kerk in Synode vergaderen zal.
Eén der belangrijkste zaken, waarover deze Synode te oordeelen en te besluiten had, was de zaak in betrekking tot art. 8 D. K. Hierover een volgende maal. Voor ditmaal mogen we over geen meerdere plaatsruimte beschikken.

(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen