Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oorlog

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het spreken over oorlog is thans algemeen aan de orde van den dag, nu men elk oogenblik het uitbreken van den oorlog tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek vreest. En wie goed nadenkt over de vraag, wat eigenlijk oorlog is, moet huiveren bij de gedachte aan hetgeen men daardoor eigenlijk heeft te verstaan. Twee of meer volkeren trekken tegen elkander ten strijde, met verlof niet alleen, maar met bevel om dood te schieten, uit te moorden en te verminken, wat ze maar kunnen. Men formuleert dat wel een weinigje anders, maar praktisch gaat het dan daar toch maar op aan.
In een tijd van vrede moet het leven van ieder mensch worden beschermd en iedere moordenaar gestraft. De oorlog is een moordproclamatie in ‘t groot.
Wie de meesten doodt, is de knapste. ‘t Is een groote wedijver, wie ‘t winnen zal. Al druipen de handen van bloed en al is de aarde rood geverfd van menschen-bloed en het slagveld bedekt met lijken, zoolang men oorloogt, kent men geen erbarming, geen medelijden, Menschen houden dan op menschen te zijn, daar ze veel meer op duivels dan op menschen gelijken.
Voor kermen doof, voor tranen blind is het maar altijd weer: vuur! En degenen, die tegen elkander optrekken, hebben elkander nooit gezien, nooit kwaad gedaan of beleedigd. Maar de eene regeering kan het met de andere niet vinden, men plaagt, men zoekt, men treitert net zoo lang, dat do maat vol is. Eén man, één Minister is soms de oorzaak van alles. Heeft die ééne Minister dan de anderen voor zijn taktiek en oordeel gewonnen, dan heet het: de Regeering verklaart den oorlog. De soldaten moeten er dan op los. Ruiterij en voetvolk, alles van moordtuigen wel voorzien. Naar de waarde van een menschenleven vraagt men niet, naar de verwoesting van alle maatschappelijke welvaart evenmin.
De gevolgen, die elke oorlog na zich sleept, — men bekommert er zich in het minst niet over. De millioenen, voor oorlogskosten onvermijdelijk, die moet bet volk door hooge belastingen maar bij elkander brengen, En de zware taak, de schrikkelijke eisch den krijgslieden gesteld om uit moorden te gaan, ook daar zegt men eenvoudig van: de soldaten zijn er voor.
Wie ook maar eenigszins de werkelijkheid zich kan voorstellen van de wijze, hoe het onder het oorlogvoeren toegaat; wie eenigermate zich een voorstelling kan maken van hetgeen een slagveld te aanschouwen geeft, of dat ooit met eigen oogen waarnam; wie indenkt de onbeschrijfelijke smart van die vrouwen en die kinderen, die later vernemen, dat hun mannen en vaders wie weet onder welk vreeselijk lijden zijn omgekomen, moet ontroerd worden bij de gedachte: er is oorlog op handen. En aan wie de schuld? Als een of andere mogendheid een andere aanvalt, of zonder wettige reden den oorlog verklaart, omdat een ander onbillijke eischen niet kan inwilligen, niet tot in het eindelooze kan toegeven, dan moet men wel één van beiden, of zich onvoorwaardelijk overgever, òf zijn rechten en eigendom verdedigen, desnoods met geweld. Als Engeland na al de insinuaties, dreigementen en kuiperijen eindelijk de Zuid-Afrikaansche Republiek met geweld voor zijn heerschzuchtige macht wil doen bukken, dan zal schier geheel de beschaafde wereld moeten toegeven: dit is het allerschandelijkste, wat bestaat, om zoo een ander aan. te vallen. Voorname Europeesche Staatslieden hebben het reeds uitgesproken. Natuurlijk, wie een hond wil slaan, kan allicht een stok vinden. Wat heeft Engeland met het binnenlandsche bestuur van de Transvaal te maken ? Letterlijk niets.
Maar het Afrikaansche goud en die gehate, zoo stoere boeren, die niet naar ieders pijpen willen dansen, en die heerschzucht van enkelen om geheel Afrika onder Engeland’s schepter te brengen, dat is het, wat naar oorlog zoeken doet. Gelukkig evenwel is er een God, die leeft en regeert. In dien God is de sterkte van een man als Kruger, de Staats-president van de Zuid-Afrikaan-sche Republiek. Uit alle oorden der wereld gaan nog stemmen op, waarbij wij ook de onze voegen: Och, of het gevaar thans tot het uiterste geklommen, nog werd afgewend!
Maar moet het tot het ergste komen, zoodat de Afrikaansche bodem met menschenbloed zal worden gedrenkt, dat het eene volk tegen het andere zal uittrekken ten strijde, dan klimme aller christenen bede op tot God Almachtig, of het Hem mocht behagen, het geplaagde en verdrukte volk bij te staan, de vijanden te beschamen en te toonen dat Hij de Heere is, tegen Wien geen schepsel iets vermag.
De wijze, waarop de Engelsche Regeering den rooversinval van Jameson heeft beoordeeld en behandeld, heeft de geheele wereld in staat gesteld om te oordeelen over de Engelsche politiek tegenover de Transvaal. Waarom niet eerlijk erkend, dat zulke dingen door niemand te rechtvaardigen zijn, en de schuldigen naar den eisch van het recht gestraft?
Als een andere staat eens een inval op Engelsch grondgebied beproefde, hoe zon men dan oordeelen?
Daarom vreezen we, dat bij alles, wat als oorzaak voor do spanning wordt genoemd, nog andere ongenoemde oorzaken zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1899

De Wekker | 4 Pagina's

Oorlog

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1899

De Wekker | 4 Pagina's