Uit de Schatten der Oudheid

De dood verandert alles. Dan eerst ziet men wie in waarheid de rijke, en wie de arme is. Want zooals op het tooneel deze de rol van koning, die van veldheer, wijze, redenaar of dergelijke speelt, zonder zelf iets dergelijks te zijn, zoo kan men ook in het leven op aarde rijkdom en armoede een rol, een masker noemen. Die in het theater een tooneelspeler als koning ziet, prijst hem daarom niet gelukkig. Hij gelooft niet dat hij werkelijk een koning is, en wenscht ook niet hem gelijk te worden, want hij weet, dat hij niets meer is dan een gewoon persoon. Vanwege zijn rol en zijne kleeding noemt men hem niet gelukkig en men trekt daaruit geen besluit ten opzichte van zijn stand in de wereld, maar men schat hem naar hetgeen hij anders en in waarheid is. Zoo ook, als gij in de wereld, evenals op een tooneel, velen in de rol van een rijke ziet optreden, geloof toch niet, dat zij waarlijk rijk zijn: want, als gij hun het masker afrukt, en het geweten onderzoekt en de ziel beproeft, zoo zoudt gij lichtelijk groote armoede aan deugd vinden, en juist den vermeenden rijke als den geringsten en armsten van allen ontmaskeren. Evenals op het tooneel des nachts, als de aanschouwers zich verwijderd hebben, alle tooneelspelers het valsche omhulsel afwerpen en de schijnbare koning en veldheer weder zijne ware gedaante aanneemt, evenzoo is het ook, als de dood er tusschen komt, als het tooneel des levens ten einde is, en allen het masker van rijkdom en armoede afleggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen