Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beantwoording van vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beantwoording van vragen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welke is de beteekenis van het woord „roede”?
Er zijn in de Hebr. taal vier woorden, welke alle meestal met hetzelfde woord doch ook door andere vertaald zijn.
1) Mathèh (Ezech. 7 : 10, 11. Micha 6 : 9) een twijg, of ook een stok of staf (Ezech. 19 : 11. Gen. 38 : 25). Vandaar komt het ook voor in de beteekenis van een koninklijke staf of scepter (Ps. 110 : 2). Naardien op een staf wordt geleund, heeft het ook de bedoeling om een middel ter onderhouding, ter bevestiging te kennen te geven. Zoo Lev. 26 : 26. Ps. 105 : 16 voor „staf des broods”, derhalve het middel, dat God wil bezigen om de Zijnen van voedsel te voorzien.
2) Chother alleen in Spr. 14:3 vertaald met „roede”, doch in Jes. 11:1 met „rijsje”. Op eerstgenoemde plaats wordt de tong zoo genoemd, omdat men met deze kwetst en pijn doet, zooals ook in Jer. 18 : 18 gesproken wordt van „slaan met de tong”.
3) Makeel wordt alleen in Gen. 30:37, 38, 49, 41 zoo overgezet. De beteekenis is daar duidelijk »twijgen”. Op andere plaatsen is het vertaald „stok” (Num. 22 : 27. Ezech. 39 : 9. Zach. 11 : 10 en 14) of »staf” (Gen. 32 : 10. Ex. 12 : 11. 1 Sam. 17 : 40). In Jer. 1 : 11 is het in vereeniging met sjakeed vertaald door „amandelroede”, dat is een stok of staf van amandelhout.
4) Sjeebèth. Dit komt zeer dikwijls voor als vertaald met „roede”. Het geeft vooreerst te kennen een middel ter kastijding, en wordt ook overgezet met dezelfde beteekenis door »stok” (Ex. 21 : 20). Vergelijk Spr. 10 : 13; 13 : 24; 22 : 8, 15. Jesaja noemt (10 : 5) den Assyriër de roede van Gods toorn. Eveneens staat het voor de tuchtiging Gods Job. 9 : 34; 21 : 9. Ps. 89 : 33. Jes. 30 : 31 enz. Ezechiël noemt Nebukadnezar (7 : 10 v.). Jeremia (48 : 7) Moab met dat woord. In Ps. 2 : 9 komt het voor als ijzeren scepter; in 2 Sam. 7 : 14 als „menschenroede”, waar de Heere zegt: „Ik zal, al is hij de man, die Mijn tempel bouwt, hem evenzeer als alle andere menschen met de roede slaan”.
Veelvuldig komt de sjeebeth voor als teeken van macht en heerschappij, bijvoorbeeld als koninklijke scepter (Esth. 4:11). Die „den sjeebeth houdt” is een vorst (Am. 1 : 5). In Ps, 74 : 2. Jer. 10 : 16; 51 : 19, wil „roede Zijner erfenis” zeggen het, toegekende, toegemeten deel, dat, wat als met de meetstok is afgemeten en toegedeeld. Ook wordt het gezegd van degenen, die aan den scepter gehoorzamen, zich er door laten leiden, waarom het vertaald is door het woord „stam” als in Gen. 49 : 16. Ex. 28 : 21 enz. Eindelijk ook nog is het de staf van den herder zooals Lev. 27 : 32, waar de Heere gebiedt, dat de tienden zullen worden gegeven van al het vee, dat onder den staf van den herder doorgaat, daar die elken avond de schapen telt en die onder zijn staf laat doorgaan aan den ingang der kooi, om zeker te zijn dat geen is achtergebleven (Bochart Hieroz 1 p. 459). In de verklaring van Patrik Polus en Wels wordt medegedeeld als het gevoelen van Maimonides, die door Rabbi Salomon is gevolgd, dat bij het vertienen de jonge dieren werden gebracht in een kooi met eene deur zoo nauw, dat er maar één door kon en de blatende moeders daarbuiten werden geplaatst, terwijl een persoon aan de deur stond met eene roede „met oker besmeerd" om elke tiende dat doorging te merken. Wij kunnen die gedachte gerust rekenen onder de beuzelingen der latere Joden. Zij strijdt tegen gezonde uitlegging der Schrift en mist allen grond. In Ps. 23 : 4 vindt de geloovige dichter zijne vertroosting, dat die Herder (vs. 1) hem met zijn staf zal weiden, zooals ook in Micha 5 : 14 de bede is: „weid Uw volk met Uwen (sjeebeth) staf, de kudde Uwer erfenis“.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1901

De Wekker | 4 Pagina's

Beantwoording van vragen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1901

De Wekker | 4 Pagina's