Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verscheidenheid (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verscheidenheid (VI)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegenover de schoonheid en heerlijkheid der verscheidenheid, welke in al de werken Gods zich zoo duidelijk openbaart, is er onder de menschen eene zucht naar verscheidenheid, waartegen niet te ernstig kan worden gewaarschuwd. Minder nog om verscheidenheid, dan wel om nieuwheid is het denzulken te doen. Nieuwheid, niet in een goeden zin, want wie zou dat afkeuren. Het is even dwaas om iets te veroordeelen alleen omdat het nieuw is, als dat men iets goedkeurt alleen omdat het oud is. Ook de leugen is oud, en dagteekent al van het Paradijs. Wat we op het oog hebben is dit: er zijn menschen die altijd wat anders, altijd wat nieuws moeten, en dit willen toepassen en doordrijven in alles. Niet slechts dat zij menschen willen zijn van de mode, menschen die, zoo het heet, naar den eisch des tijds zich kleeden, hun leefwijze, hun ameublement, en alles daarnaar inrichten, maar die hun nieuwheidsideeën toegepast willen zien ook op godsdienstige gebruiken, op Christelijke zeden en gewoonten, ja op den godsdienst zelven. Men zou de openbare samenkomsten toch wel anders willen inrichten. De prediking neemt naar hun oordeel te veel plaats in bij den openbaren godsdienst. Er moest veel meer worden gezongen, er moesten veel meer geestelijke liederen zijn. Ook de kerkgebouwen moesten veranderd. Deze naakte kale muren konden veranderd, de bedehuizen meer een aangenaam en gezellig voorkomen hebben. De psalmbundel heeft in derzulken oog met de minste aantrekkelijkheid, en moest reeds lang geheel of gedeeltelijk zijn afgeschaft. Belijdenisschriften, wel, men durft vragen, of die dan nooit moeten verander, of we dan altijd op dat 16de eeuwsche moeten leven.
Niet allen durven zich nog op dezelfde of op soortgelijke wijze uitspreken en openbaren, maar van tijd tot tijd blijkt toch, daar wil men heen.
Al zulke openbaringen zijn niet nieuw. Maar er zijn tijden dat dit sterker dan anders op den voorgrond treedt. De Christen, die in stilheid zijn weg gaat, maar met opmerkzaamheid gadeslaat wat om zich heen geschiedt, ziet in al die zucht naar nieuwigheden het tegenovergestelde van ware godzaligherd.
En de geschiedenis heeft geleerd, hoe de kerk des Heeren tegen al deze dingen heeft te waken. Het afglijden gaat zoo gemakkelijk, maar eenmaal afgegleden, komt men niet gemakkelijk meer op het rechte spoor.
De Episcopaalsche kerk in Engeland met haar ceremoniën en Roomsche vormen, heeft voor de zinnelijkheid o zooveel aantrekkelijks. Hoe ellendig het echter daar gesteld is, als men vraagt naar gereformeerde beginselen, naar de vreeze Gods, en een leven naar den Woorde Gods, is maar al tegoed bekend.
Eenvormighieid kan zeer zeker zelfs in de meest heilige dingen veel bederven, maar wie vasthoudt aan des Heeren Woord en door Gods Geest en Woord mag onderwezen worden, zal weten en verstaan wat het zegt, den Heere te dienen, niet in de oudheid der letter, maar in nieuwigheid des Geestes. De geest van den tijd, de geest van het ongeloof is er op uit om alles aan te randen wat heilig is. Christelijke vrijheid kent men niet, daar wil men ook niet van hooren. Alle banden moeten losgemaakt, alle oude et welbeproefde paden moeten verlaten worden. Niet de Bijbel maar de rede moet het hoogste woord hebben.
Jaren lang heeft men met behulp van staatsgeld, staatsmacht en -invloed zooveel onkruid gekweekt, dat schier op alle hoogere en lagere scholen het zaad des ongeloofs met kwistige hand werd gestrooid.
Voor allen, die thans tegen dien stroom willen oproeien, rest niet anders, dan in afhankelijkheid van den Heere met uiterste krachtsinspanning te werken terwijl het dag is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Verscheidenheid (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1902

De Wekker | 4 Pagina's