Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebedsuur voor de Synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebedsuur voor de Synode

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zou er voor ons in deze ure des gebeds geen allernoodzakelijkste aanleiding zijn tot den pleitgrond der kerk in den 74sten psalm? Ja het is waar, wij mogen de weldaden des Heeren niet voorbijzien. Wij hebben nog niet te klagen: zij hebben alle Uwe vergaderplaatsen met vuur verbrand; wij hebben niet te treuren: niet één profeet is ons meer overgebleven — maar zijn wij niet klein en gering? Slechts een paar docenten om jongelingen op te leiden tot de Heilige Bediening, slechts weinige dienaren des Woords om in den schreienden nood van zoovele gemeenten te voorzien, waaronder er velen zijn, die reeds den leeftijd bereikt hebben, door Mozes als grens gesteld, pilaren die wij zoo noode kunnen missen. En inzonderheid hij die geen vreemdeling is in ons kerkelijk leven, zal toestemmen, dat ook druk en beproeving ons niet worden onthouden. Al hebben wij geen opleidingsquaestie, zooals elders, al zijn wij één in beginsel in zake de opleiding, wat al zorg en vreeze, als wij zien op de behoeften van onze kweekschool voor dienaren, het kind en de stichting onzer kerk. Ziende op al die behoeften, op al die moeilijke vragen, die u dezer dagen zullen worden voorgelegd, is er dan geen aanleiding om te smeeken: aanschouw Uw verbond?
En opdat het nu tot die bede zou komen, gaat Gods weg door de diepte, brengt Hij Zijn volk in nood, ontneemt Hij allen grond in het schepsel en in eigen bekwaamheid te zoeken, en ach daar wordt de bidder zoo arm, neen, toch niet, juist zoo rijk, maar dan buiten zich, in den heerlijken pleitgrond, waarvan wij zeggen: in zijnen inhoud allertreffendst.

II.

Aanschouw het verbond. Het woord (טבנ) door aanschouwen vertaald, wil eigenlijk zeggen: ergens de aandacht op vestigen, een nauwkeurigen blik er op slaan, zoodat de kerk hier smeekt: Heere, laat Uw oog op het verbond worden gericht, zie hoe Gij zelf dat verbond hebt opgericht, hoe Gij in Uzelven bewogen uit teedere ontferming U genadig hebt willen neerbuigen tot een volk, dat Gij uit vrijmachtig welbehagen tot het Uwe hebt willen aannemen. Gij hebt Jakob Uwe wetten bekend gemaakt en Israël Uwe rechten, alzoo hebt Gij geen ander volk gedaan en Uwe rechten die kennen zij niet.
Aanschouw het verbond. O M. H. als God Zijn verbond aanschouwt, wat ziet Zijn oog dan in dat verbond! Daarin aanschouwt Hij den luister Zijner daden, hoe Hij reeds inzonderheid met Abraham dat verbond heeft opgericht en het toen heeft beloofd: „Ik zal Mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u, en tusschen uw zaad na u, in hunne geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u.” Hoe Hij hetzelve aan Izaäk bevestigd en aan Jakob herhaald heeft. Hoe Hij plechtig dat verbond heeft ingewijd bij Horeb, waar het aan Israël zoo treffend verzekerd werd: „Ik ben de Heere uwe God, die u uit het diensthuis heb uitgeleid”, ja hoe Hij door menigvuldige verlossingen getoond heeft gedurende zoovele eeuwen, dat Hij Zijn verbond niet wil schenden, maar gedenken zal tot in eeuwigheid.
Aanschouw het verbond. In dat verbond aanschouwt God al Zijne dierbare beloften aan Zijn Bondsvolk gedaan. Beloften, dat Hij Zijn volk redden zal uit hun druk, dat Hij ze beschermen zal tegen hun vijanden, dat Hij ze nimmer vergeten zal, maar om Zijns verbonds wil gedenken, ja beloften van verzoening en gemeenschap met God en van genade en vertroosting, welke Hij zeker vervullen zal.
Wat treffende pleitgrond dan, als de kerk bidt: aanschouw het verbond. Aanschouwt de Heere hunne ongerechtigheden, ach dan zou Hij ze rechtvaardig kunnen verwerpen, dan moet een ieder levend lid der kerk uitroepen: Wie zal bestaan? Maar aanschouwt God Zijn verbond, o dan kan Hij Zijn erfdeel niet verlaten, dan kan Hij niet toelaten dat de vijand zal triomfeeren, dan kan Hij ze niet overgeven in eeuwigheid, maar zal n Hij betoonen dal Hij Sion gegrond heeft, opdat de bedrukten Zijns volks een toevlucht daarin zouden hebben.
Nogmaals M. G. een blik op den treffenden inhoud. Die pleitgrond wil zeggen : Vestig Uw oog op dat trouw en zoutverbond, en ziet ge dan niet, Heere, Uw vrijwillige liefde, waar Gij toch naar Uw vrijmachtig welbehagen een verbond hebt willen oprichten met een volk dat nooit uit zichzelf naar U zou gezocht hebben, een verbond, dat geheel alleen van U den Heere is uitgegaan? Ziet Gij dan niet in dat verbond de liefde Uws Zoons, die reeds in den Vrederaad op Zich nam de uitverkorenen te verlossen? O ’t kan niet anders, als God Zijn verbond aanschouwt, dan ziet Hij den Middelaar des Verbonds, die zich stelde onder de wet om alle gerechtigheid te vervullen, die de schuld en straf der Zijnen vrijwillig op zich nam, ja dan ziet Hij den Borg des verbonds, hoe Hij in Zijn verheerlijkten staat pleit voor al de bondgenooten, voor de gansche duurgekochte kerk.
De ongewijde geschiedenis verhaalt ons van een zekeren Aeschylus, die door de Atheners ter dood was veroordeeld en reeds heengevoerd werd om zijn straf te ondergaan. Zijn broeder Amyntas echter had zich op eene buitengewone wijze in den dienst van zijn vaderland gekweten en op zekeren dag bij eene zeer belangrijke overwinning, ten groeten deele door zijn toedoen behaald, zijne ééne hand verloren. Zoodra nu zijn broeder veroordeeld was en werd weggeleid, komt hij voor de rechters, en zonder een woord te spreken, trekt hij de stomp van zijn arm van onder zijn mantel en houdt die voor hun oogen; en de rechters, ziende dit teeken van hetgeen hij geleden had en zich herinnerde wat hij had gedaan voor zijn land, ontsloegen zijn broeder, hoewel deze het leven verbeurd had.
Het is slechts een flauw beeld M. H., maar zoo ook pleit Christus voor de Zijnen, zoo ook staat Hij met Zijn doorboorde handen als het Lam dat geslacht is, als de ware Hoogepriester, dragende de twaalf stammen Israëls op Zijn priesterhart. En dien Borg des verbonds aanschouwt God de Vader als Hij Zijn verbond aanschouwt. O stemt gij het niet toe, dat er geen korter, doch tevens krachtiger pleitgrond door de kerk kan worden gedaan? In dat: aanschouw het verbond, wordt God herinnerd aan al Zijne deugden, welke in Zijn Verbond worden opgeluisterd, ja in één woord, daarin wordt God herinnerd aan de stille eeuwigheid, waarin Hij de Zijnen ten leven heeft uitverkoren, tot in de eindelooze eeuwigheid waarin al de beloften aan de bondgenooten gedaan, volkomen vervuld zullen zijn.
De Heere zelf wil dat Zijn kerk gedurig zal zien op dat verbond dat van geen wankelen weet. Hij zelf roept zoo bemoedigend Zijn Sion toe, dat Hij wel hun overtreding met de roede zal bezoeken en hunne ongerechtigheid met plagen, maar Zijne goedertierenheid niet wegnemen en in Zijn getrouwheid niet falen, want Hij zal Zijn Verbond niet ontheiligen en hetgeen uit Zijn lippen gegaan is, niet veranderen. En zou Hij zelf dan niet Zijn verbond aanschouwen? Neen geen nood, als Gods kerk hierop gaat pleiten, dan wordt die pleitgrond ook allerzekerst bekroond.

III

Aanschouw het verbond, die bede is dan ook in haar verhooring allerzekerst. Of heeft de getrouwe Verbonds-Jehovah niet beloofd dat Hij Zijn verbond zal aanschouwen en te allen tijde zal houden? Verkondigt Mozes het niet aan oud-Israël: „Gij zult dan weten dat de Heere uwe God die God is, die getrouwe God, die het verbond en de weldadigheid houdt, dien die Hem liefhebben en Zijne geboden houden tot in duizend geslachten?”
Een gewisse verhooring op dien pleitgrond mocht de kerk dan ook ontvangen, als zij aan de boorden van den Nijl uit haar benauwdheid riep tot den God des verbonds.
Als Israël daar zucht en kermt in Egypte van wege den harden dienst door Farao telkens verzwaard, dan lezen wij het immers zoo schoon: „En God gedacht aan Zijn verbond met Abraham, Izak en Jakob en God kende hen.”
Als Mozes dat verbond voor den Heere neerlegt en vraagt of de Heere dan Zijn verbond zal verbreken en Israël vernietigen in de woestijn, terwijl Hij toch gezworen heeft Abrahams zaad het land der belofte te geven, dan ziet God op Zijn verbond en gaat de Verbondsengel mede ten geleide in de vuur- en wolkkolom naar het land der ruste. Als Nehemia bij de verwoeste muren van Jeruzalem en de puinhoopen des tempels zijne smeekbede opheft tot dien vreeselijken God die het verbond en de weldadigheid houdt allen die Hem liefhebben, dan aanschouwt God Zijn Verbond en doet stad en tempel uit hunne assche herrijzen.
Aanschouw het verbond. Ja die bede wordt van den hemel beantwoord met: Ik zal aanschouwen. Gods beloften zijn er borg voor. Zijn daden in de geschiedenis Zijner kerk geven er het schoonste bewijs van, Zijn leidingen met Zijn kinderen op aarde toonen het op zoo veelvuldige wijze, zoodat Sion er van roemt: „Hij is het die verlossing zond aan al Zijn volk, Hij zal ’t verbond met hen in eeuwigheid bewaren.”
En vraagt ge nu ten slotte, wanneer Sions God het heerlijkste bewijs geeft, dat Hij zijn verbond aanschouwt en den pleitgrond Zijner kerk zekerlijk verhoort, dan wijzen wij u er op, hoe God niet aan den helderen hemel, maar als donkere wolken het zwerk hebben zwart gemaakt, juist op die donkere lucht Zijn in zevenvoudige kleurenpracht schitterenden boog komt te schilderen en het daarin als met goddelijke letteren schrijft: o Sion, uw God gedenkt Zijn verbond tot in eeuwigheid.
Aanschouw het verbond. Zoo M. G. bad reeds onder Oud-Israël de strijdende kerk. Kunt gij dat ook bidden? Wat zou het een weldaad zijn, als wij allen zóó hadden leeren pleiten. Doch het is al geen Israël, wat Israël genoemd wordt, al hebben wij ook het teeken en zegel des verbonds aan het voorhoofd ontvangen. Tot hoevelen in ons midden zou de Kenner der harten en Proever der nieren nog moeten zeggen: „Gij hebt een verbond met den dood en een voorzichtig verdrag met de hel gemaakt.” En nu leeft ge nog onder veel heerlijker bedeeling des verbonds dan de Oud- Testamentische kerk. Het Evangelie der genade in Christus wordt u gedurig verkondigd. In den weg van geloof en bekeering wordt Gods genade geschonken. De eisch Gods worde bij u een gebed en brenge u in de diepte om te leeren roepen gelijk Hij den hoop Zijner ellendigen bidden leert.
Aanschouw het verbond. Wat vaste pleitgrond heeft daarin ieder levend lid van Gods kerk. Het moge dan gaan door de diepte, door donkerheid en bestrijding, gij die God vreest hebt een pleitgrond, waarmee gij nimmer beschaamd wordt, ’t Is niet om uw gebed, om uwe werkzaamheden, of wat ook in u. God is in Zichzelf bewogen, en al ontzinkt u dan ook alle grond in uzelven, uw Bondsgod is getrouw, die om Zijns verbonds wil den Zijnen gedenkt. Of was het niet menigmaal uwe ervaring, dat juist dan als alles rondom u donker scheen, gij uwe sterkte mocht vinden in dat pleiten op Gods onwrikbaar verbond?
Broeders, die met ons, zoo de Heere wil, morgen in Synode vergaderen zult, in onszelve zijn wij machteloos, in de oogen der wereld zijn wij nietig, in getale zijn wij gering in vergelijking bij anderen, de tijden zijn ernstig, het ongeloof en bijgeloof steekt driest het hoofd in de hoogte, oude dwalingen in een nieuw kleed gestoken duiken telkens weer op, zooveel is er, dat ons doet vragen: den hoop Uwer ellendigen vergeet niet in eeuwigheid. En slaan wij nu ’t oog rondom ons, dan zouden wij wel uitroepen: Geef de ziele Uwer tortelduive niet over aan ’t wild gedierte des velds. Zien wij terug, dan stemmen wij in met denzelfden vier en zeventigsten psalm: Hoe menigmaal hebt G’ons Uw gunst betoogd. Maar vestigen wij dan door genade den blik naar boven, dan pleiten wij ook bij den arbeid die ons wacht: Aanschouw, herdenk, Uw vast gestaafd verbond, laat dat Uw hart tot ons in liefd’ ontvonken.

Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1902

De Wekker | 6 Pagina's

Gebedsuur voor de Synode

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1902

De Wekker | 6 Pagina's