Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Gerhard staat gelijk de meeste wetenschappelijke socialisten en hedendaagsche opvoeders op het standpunt der evolutie.
Evolutie wil zeggen ontwikkeling en is eene wetenschappelijke hypothese om het ontstaan der dingen te verklaren.
Over het ontstaan en bestaan der dingen heefi de evolutionist deze voorstelling: In alles werkt een geheimzinnig vormend en stuwend levensbeginsel, dat het lagere tot iets hoogers ontwikkelt en vormt. De dieren zijn langs een weg van geleidelijke ontwikkeling uit de planten voortgekomen en de dieren hebben op hun beurt langs denzelfden weg de menschen voortgebracht, en zoo zet de ontwikkeling zich nog altijd voort.
Hoeveel jaren er voor noodig geweest zijn alvorens alle dingen hunne hedendaagsche gestalte hadden, daarover zijn deze mannen het onderling oneens; maar zij spelen nog kwistiger met hunne „millioenen jaren” dan de Amerikaansche milliardairs met hun „millioenen dollars”.
Van God den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde, is in dit stelsel geen sprake.
Men behoeft geen God meer om het ontstaan der dingen te verklaren, want de dingen verklaren hun eigen ontstaan. Van eene schepping des menschen naar den beelde en de gelijkenisse Gods is geen sprake meer, want voor den heer Gerhard is de mensch niet anders dan een ontwikkeld dier.
Hij zegt zelf in zijne toelichting tot deze stellingen: „Het staat dan vast, dat het menschelijk geslacht is voortgesproten uit een lageren vorm van dierlijke ontwikkeling”.
Of dit nu wel zoo vast staat als de heer Gerhard hier op beslissenden toon beweert, behoeft nader bewijs en dit zou niet zoo gemakkelijk zijn aan te voeren. Jaarlijks neemt het getal geleerden toe, dat aan dit stelsel den rug toekeert, omdat zij de onhoudbaarheid er van inzien, en waar de heer Gerhard zegt: „dat de evolutieleer zelve niet meer betwijfeld wordt,” daar teekenen wij in naam der wetenschap protest tegen deze hoogdravende uitspraak aan en zeggen dat het getal twijfelaars in dezen toeneemt. Zeide niet kort geleden een beroemd natuurkundige op een vergadering van natuuronderzoekers: dat de opene vragen toenamen en dat er geen andere keuze was dan òf ze open te laten, òf God als antwoord in te vullen?
Op dit standpunt geen sprake van eene wet Gods die in het binnenste van den eersten mensch was ingeschapen, van een staat der rechtheid, waaruit die mensch is gevallen met alle zijne nakomelingen.
De mensch is er niet om en door den wille Gods, maar hij is er om en door zichzelven.
Niet de liefde tot God, maar de liefde tot zichzelven is hier het eerste en het meeste, en als de socialist Gerhard van naastenliefde spreekt, dan is dit eene naastenliefde waarvan de kern geen liefde tot God, maar vervloekte en zondige zelfzucht is.
Omdat de Christen zijn God liefheeft, daarom heeft hij den naaste lief, want van nature neigt hij om God en den naaste te haten.
Maar omdat de socialist zich zelven zoo lief heeft, daarom heeft hij den naaste lief.
Welk eene immoreele moraal, de moraal van het socialisme. Naastenliefde veinzen en voorgeven om daarachter zijn eigenliefde en zondige zelfzucht te verschuilen.
En toch, het is niet anders. Immers niet de persoon, maar de gemeenschap is bij den socialistischen opvoeder het alles beheerschende, daaraan moet alles worden dienstbaar gemaakt, tot haar bloei en welvaart moet alles worden geleid, en de opvoeding en ontwikkeling van het kind moet daaraan evengoed medewerken.
Nu kan de gemeenschap echter nooit groeien en bloeien, tenzij door de onderlinge samenwerking van de personen die de gemeenschap uitmaken.
Dus naastenliefde moet de socialist prediken uit eigenbelang, op naastenliefde moet hij tegenover het kind den nadruk leggen en het daartoe aansporen — in het belang van het kind zelf, omdat het een deugd is die het kind siert? op verre na niet, maar in ’t belang en tot welzijn der gemeenschap. Waar hij met den naaste en de naaste met hem niet harmonieert, niet samenwerkt, daar is dit nadeelig voor het geheel en in de allerlaatste instantie weer voor het deel zelf; zoo blijft dus de zedelijkheid van den socialist, die in haar oervorm bij het dier „sociaal instinct” was, ook in haar kern, niet gelijk de heer Gerhard zegt, naastenliefde, neen zij blijft zondige zelfzucht, maar die gemaskeerd wordt door het welzijn en den bloei der gemeenschap.
Het instinct der dieren ontwikkelt zich niet tot naastenliefde, maar blijft zelfzucht, en dat dit alzoo is, blijkt duidelijk in het leven zelf.
Waar blijft in het leven de naastenliefde, waarover de heer Gerhard hier zoo breed uitweidt en waarvan hij zoo hoog opgeeft? Hoe vat het geslacht, dat naar deze beginselen en tot deze zedelijkheid opgevoed is, deze naasteliefde op en hoe wordt zij door hetzelve beoefend?
Laat ons zien. Naastenliefde, als zij ten minste met recht dien naam draagt, is niet denkbaar zonder wederzijdsche verdraagzaamheid en zonder waardeering van elkanders overtuiging, beschouwing en handelingen.
En hoe staat het nu in dezen bij de mannen van het zedelijkheidsbeginsel des heeren Gerhard?
Wel, dat wanneer de minderheid niet wil wat de meerderheid nuttig en noodig oordeelt, dan die meerderheid zooveel naastenliefde en verdraagzaamheid en broederlijke liefde tot die minderheid betoont, dat — schrik niet! de gewapende macht de minderheid tegenover de meerderheid beschermen en verdedigen moet.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1904

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1904

De Wekker | 4 Pagina's