Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus de hoop der heerlijkheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus de hoop der heerlijkheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Welke is Christus onder u, de hoop der heerlijkheid.” Col. 1 : 27 1/ged.

Als apostel en dienaar van den Heere Jezus Christus, is bet Paulus, en met hem ieder trouw gezant des Heeren, een aangename taak, alom bekend te maken den rijkdom der genade Gods, in Christus Jezus. Bij zooveel dat drukt en dreigt, bij zooveel dat het leven in deze wereld vaak bang en moeielijk doet zijn, is het uitzicht en de hoop op een beter, op een zalig leven van onschatbare waarde. De geloovigen en gunstgenooten des Heeren deelen in deze weldaad.
Zij weten wat heerlijkheid en zaligheid hun na dit leven wacht. Al is de kennis in dezen nog maar ten deele, en al is het, gelijk Johannes getuigt, nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen, toch is er genoeg van geopenbaard om te weten, dat de heerlijkheid der gezaligden hier namaals alle voorstelling van menschen ver zal overtreffen. Persoonlijk in die hoop te mogen leven, is zoo hartverheffend en troostvol, dat dit bij oogenblikken over alle jammeren dezer aarde doet heenzien. En op de vraag: waarop rust die heilsverwachting, antwoorden we: op de goddelijke openbaring. Daarover is het volle licht opgegaan met de komst van Christus in het vleesch. Niemand heeft ooit God gezien, maar de Eeniggeboren Zoon, die in den schoot des Vaders was, heeft Hem ons verklaard. De Wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid is door Jezus Christus geworden. Al Gods heilige profeten hebben getuigd van den Christus die komen zoude, en gekomen zijnde heeft de Vader van Hem getuigd: Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem. Als de Weg, de Waarheid en het Leven openbaart zich Christus, in en door Wien genade en vrede is bereid voor armen en ellendigen. Door Zijn Israël ver worpen, wordt overeenkomstig Gods wondervolle raad ook den Heidenen dit heil bekend gemaakt. Wat van alle eeuwen is verborgen geweest, dat heeft God de Heere nu geopenbaard aan zijne heiligen, opdat naar zijn vrij-machtig welbehagen de rijkdom dezer heerlijkheid alom zou worden gepredikt. Paulus noemt dit eene verborgenheid, een mysterie, en omschrijft dit met te zeggen: Welke is Christus onder u, de hoop der heerlijkheid. Reeds hieruit blijkt welk eene geheel eenige waarde de Christusprediking heeft, dat de apostel alle zaligheid en heerlijkheid, zoo voor het heden als voor de toekomst, in Christus vertegenwoordigd noemt.
Geen wonder dan ook, dat Paulus van geen andere prediking wil weten. In het kruis van Christus is zijn eenige roem. Persoonlijk de keuze der heerlijkheid deelachtig, en bewust uit wat grooten nood en dood hij zelve door God was gered, is hij onuitputtelijk in het roemen van de genade Gods.
Met recht is Christus voor Paulus de parel van groote waarde. Hoe langer hij er op ziet, hoe schooner zij schittert. Vervult met de liefde Gods in zijn hart uitgestort door den Heiligen Geest, brandt hij van liefde ook tol zijne medemenschen, en is het hem iets groots, uitermate groots, verwaardigd te worden, deze genade aan zondaren te mogen prediken. Christus de hoop der heerlijkheid, in die ééne gedachte vat de apostel schier den geheelen inhoud van het evangelie samen. In Christus ziet Paulus al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen.
In Hem, in wien al de volheid der godheid lichamelijk woont ziet hij, het handschrift der zonde, dat tegen ons was, uitgewischt. Zelf van nature blind en ongevoelig, een vijand van God en zijn naaste, zonder gerechtigheid en zonder vrede, is Christus de gegevene des Vaders tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking en verlossing. Door het geloof met Christus vereenigd, is de geloovige niet slechts Christus, maar met Hem ook Zijne weldaden deelachtig.
Hij, die als zoodanig ons leven is, die is ook onze hoop. Dit zou niet zoo zijn, als Christus niet uit de dooden ware opgestaan. Dan was onze prediking en ons geloof ijdel. Nu we weten, dat de Heere leeft en als de Vorst des levens heerscht over al Zijne vijanden, nu is de toekomst zeker. Zij is zeker in Hem, voor een iegelijk die gelooft, want die zal vergeving van zonden ontvangen. De rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid, nu ook den Heidenen geopenbaard, stemt des Heeren dienaar telkens tot lof en aanbidding. Hierom, zoo roept diezelfde Paulus den Efeziërs toe, hierom, of om deze oorzaak, buig ik mijne knieën tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Jezus Christus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid.
De openbaring dezer genade: Christus de hoop der heerlijkheid , doet hemel en aarde, doet de strijdende en de triumfeerende kerk in ééne hulde en dankzegging erkennen: Niet ons, o Heere! niet ons, maar het Lam dat geslacht is, is waardig te ontvangen lof, eer en heerlijkheid tot in alle eeuwigheid.
Met de openbaring van Christus komt tot zondaren de openbaring der heerlijkheid. „Christus onder u” is als zoodanig het grootste, het uitnemenste, het aller-voortreflelijkste wat ons op aarde kan worden geopenbaard. Waar dit gemist wordt, is dit gemis met al wat in de wereld is, niet goed te maken.
Daar heerscht de dood, daar heerscht de duisternis, want alleen in Christus is het leven en het licht der wereld. Christus onder u sluit in, dat er raad is voor verlegenen, troost voor bedroefden , gerechtigheid voor dood- en doem-schuldige zondaren. Daar is de openbaring van Gods welbehagen, van Zijne vergevende en onuitsprekelijke liefde tot zondaren. Daar zingt men, wat elders niet gekend wordt: God is een toevlucht voor de zijnen, hun sterkt’ als zij door droefheid kwijnen. Waar de openbaring van Christus als de hoop der heerlijkheid wordt gemist, mag men Christus prediken als bijzonder voorbeeld van zedelijkheid en deugd, maar hoe fijn en hoe schoon men dergelijke gedachten ook tracht te ontwikkelen en voor te dragen, onmogelijk kan dit bevrediging geven voor het arme zondaarshart. Daartoe is zulk een Zaligmaker en Verlosser noodig, die is opgetreden als Borg en Middelaar, aan Gods gerechtigheid heeft genoeg gedaan, die de schuld Zijns volks heeft betaald en een eeuwige gerechtigheid heeft verworven. Dan blijft de vraag niet onbeantwoord: waar moet ik arme, met mijn zonden heen? want dan is het deze openbaring, welke ons zegt: dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, ons reinigt van alle zonde. Is die behoefte eenmaal bij u ontwaakt door de genadige werking des Heiligen Geestes, dan kunt ge, dan wilt ge, dan zult ge naar geen ander evangelie hooren, eenvoudig, omdat er geen ander evangelie is. Al ware het ook, dat iemand, al was het een engel uit den hemel een ander evangelie predikte, die zij vervloekt. (Gal. 1 : 8). Neen, alleen de Christus der Schrift kan voor ons de hoop der heerlijkheid zijn.
Zoo was het voor de Colossensen aan wie Paulus deze brief schrijft. Daartoe dankte bij den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, want de apostel had van hun geloof in Christus Jezus en van hun liefde tot al de heiligen gehoord. Hij dankte God, om de hoop hun weggelegd in de hemelen. De openbaring van Christus onder hen was niet vruchteloos gebleven.
Zij hadden door het geloof Christus aangenomen, en waren alzoo in Hem de hoop der heerlijkheid deelachtig. Dat alleen is de ware, de welgegronde, de levende hoop, die gegrond is in Hem, die het leven en de on verderfelijkheid heeft aan het licht gebracht. Met Christus gestorven, mei Hem opgewekt, zijn de geloovigen reeds met Hem gezet in den hemel. Te spreken over hoop gaat gemakkelijk , menschen die dit doen en er altijd mee bezig zijn vindt men overal. Maar zeker te zijn, en uit het woord Gods te bewijzen, dat onze hoop geen valsche, geen doode, maar levende hoop is, zegt meer. In dien zin alleen, zal de waarheid: „Christus onder u, de hoop der heerlijkheid”, kracht doen ontwikkelen. Veel menschen hebben hoop, die gelijk is aan een lamp zonder olie. Met die lamp kunt ge als opschik pronken, maar zoolang zij zonder olie is, hebt ge er geen praktisch nut van. En nu is er wel afwisseling in het leven der oprecht geloovigen, en uit kracht van die afwisseling volgt van zelf, dat er zoowel een tijd van zuchten en geween als van danken en roemen wordt gekend. Maar er is dan toch, hoe dan ook, genot aan ‘t leven verbonden. Genot van de belijdenis der hoop. Hoe meer en hoe zwaarder beproevingen ge doorleeft, hoe heerlijker dit aan ‘t licht zal treden. Als anderer vleesch en hart bezwijkt, dan jubelt nog Gods kind: In God is al mijn heil mijn eer. ., . Maar dit niet alleen. Als ge bij elke weldaad welke God u te genieten geeft, moogt zien, dat zij vrucht is van Christus’ lijden en sterven, dat ge als kind des Heeren al wat ge zijt aan Hem hebt te danken, dan krijgt dat woord: Christus de hoop der heerlijkheid zulk een uitgebreide beteekenis. Dit persoonlijk te bezitten als weldaad, niet slechts geopenbaard, maar ook toegepast, is het eenige noodige, dat alles omvat, en dat onmisbaar maar ook volkomen genoegzaam is in leven en in sterven. Al had iemand de wijsheid van Salomo en de kracht van Simson, wat zou het baten als men daarop zijn hoop zou bouwen voor de eeuwigheid.
Ach er is zoo ontzettend veel, dat zich aangediend heeft en nog voortdurend zich aanbiedt als grondslag van de Christelijke hoop. Eenmaal echter, als de dood komt, moet al dat werk de vuurproef doorstaan, en dan blijkt wat uit God en wat uit den mensch is.
Is Christus persoonlijk onze hoop, is Hij voor u de hoop der heerlijkheid, dan ligt daaraan ten grondslag niets minder dan een werk Gods. Van nature toch, hoe vroom en hoe godsdienstig men zich wil voordoen, van nature is ieder mensch een vijand van God, een vijand van Christus. En wie heeft er nu verwachting, goede verwachting, de beste verwachting van zijn vijand ? ‘t Is immers zoo onnatuurlijk en zoo tegenstrijdig mogelijk.
Zal die vijandschap in vriendschap, de haat in liefde veranderen, dan moet er geheel iets anders plaats hebben dan slechts verandering van een uitwendige, een oppervlakkige beschouwingswijze. Dan moet het hart vernieuwd en de wil veranderd worden, dan moet, in één woord, een herscheppingsdaad plaats hebben door den Heiligen Geest.
En daar gelaten nu de wijze waarop het Gode behaagt dit in de Zijnen uit te werken, maar altijd teekent dit werk Gods zich hierdoor, dat ge hetzelfde resultaat te zien en te hooren krijgt, gelijk Paulus dit hier omschrijft.
Alle prediking, alle bevinding, alle voorstelling van de waarheid, waarin dit ontbreekt, is waardeloos. Alleen met Christus in de armen des geloofs kunt ge den grijzen Simeon in den tempel nazeggen: Laat nu, Heere, Uw dienstknecht henengaan naar Uw Woord. Dan hebben uwe oogen door het geloof de zaligheid Gods gezien. Dan is Christus’ uw schild waar al de vurige pijlen des Satans op afstuiten. Dan is Christus’ bloed voor u de Roode Zee waar ge door trekt naar het land der belofte. Dan is Zijn eeuwig geldende gerechtigheid de kracht waarmede gij den vloek en de eischen der goddelijke wet weerstaat.
De hoop der heerlijkheid, wie gevoelt het niet, zegt niets minder in dit verband dan de hoop der eeuwige gelukzaligheid. Hoe blind, hoe dwaas, hoe ellendig is de mensch, die hier niet van hooren wil. Hoe vrecselijk zal het zijn, onder die openbaring te hebben geleefd, maar er geen acht op geslagen te hebben, te moeten verloren gaan.
Toch zal het Woord Gods niet ledig wederkeeren. De openbaring dezer genade is gelijk aan het licht dat u beschijnt, tot de dood komt en u met het leven ook het gezicht uwer oogen ontneemt. Alleen dan, als die openbaring vóór ons, openbaring in ons werd, door de genade Gods, dan zullen we stervende met blijdschap der ziele en met toepassing voor ons zelven die woorden kunnen herhalen: Christus onder ons, ook voor mij, de hoop der heerlijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Christus de hoop der heerlijkheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1905

De Wekker | 4 Pagina's