Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode van Utrecht 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van Utrecht 11

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.
Maar daar schuilt in de „vierde conclusie” nog meer. ’t Is van algemeene bekendheid hoeveel moeite Dr. A. Kuyper zich heeft getroost, om naast een objectieven ook een subjectieven grond voor den kinderdoop te vinden en hij heeft dien gevonden in de onderstelde wedergeboorte.
Hij gaat van de voor ons nog altijd onbewezen stelling uit, dat de kinderen van geloovige ouders hoofd voor hoofd voor wedergeboren moeten gehouden worden, en op grond daarvan moeten zij zoo spoedig mogelijk gedoopt worden.
Deze stelling, zeiden wij, is voor ons nog altijd onbewezen en wanneer wij dit zeggen, dan bedoelen wij dit onbewezen niet in logischen zin, want logisch past deze stelling geheel in het kader van Dr. Kuyper’s denkbeelden.
De groote fout waaraan tal van bestrijders van Dr. Kuyper’s opvatting en ontwikkeling van den kinderdoop zich hebben schuldig gemaakt of schuldig maken, is, dat zij die opvatting als iets op zichzelf staands, als iets afzonderlijks behandelden en bestreden. Juist daarin lag en ligt de zwakheid van hun geheele betoog.
Dr. Kuyper is een veel te logisch en consequent denker, dan dat zulk een gewichtig stuk als: „hoe de kerk haar zaad beschouwen moet” een op zichzelf staand gevoelen zou zijn. Het hangt met zijn systeem organisch saam, het is er de zuivere consequentie van en hoe meer men in het theologisch systeem van Dr. Kuyper tracht door te dringen, hoe meer men gevoelt, dat niet alleen alles logisch in elkander gezet is, maar dat het eenvoudig de groote vraag is, of Dr. Kuyper’s opvatting van de wetenschap en zijn omschrijvingen van het object onzer kennis, waar of niet waar is.
Maar als wij van „onbewezen” spreken, dan bedoelen wij, dat niemand ons nog uit de Heilige Schrift het bewijs gebracht heeft, dat wij alzoo het zaad der gemeente moeten beschouwen.
Men beroept zich van die zijde wel op het apostolische woord: „Want anders waren uwe kinderen onrein maar nu zijn ze heilig”, maar onzes inziens maakt men zich schuldig aan inlegkunde, wanneer men dit „heilig” verklaart in den zin van „inklevend heilig.”
Eveneens staat het met de doopsvraag: „of gij niet bekent dat zij in Christus geheiligd zijn.” Ook daar wil men van die zijde, aan eene „inklevende” heiligheid, aan een zaad, een kiem, een wortel, of geestelijk vermogen denken, hoewel het onzes inziens met het gebed voor den doop in strijd is.
En dat wij nu met onze opvatting, met hoeveel talent en geleerdheid de tegenoverstaande ook verdedigd is, niet alleen staan, bewijzen de onder teekenaars der „ Vijf Stellingen”.
Zij toch zeggen van het gevoelen, dat de grond van den kinderdoop de onderstelde wedergeboorte zijn zou, „dat het derhalve in strijd is met onze Belijdenisschriften te stellen: dat niet de belofte des Verbonds, maar de inwendige wedergeboorte, het wedergeboren-zijn van den doopeling in den doop verzegeld wordt.
„Er staat geen woord van in de Belijdenisschriften, dat de H. G. onder en bij het doopen een kind, dat reeds wedergeboren is, als lid in het lichaam van Christus inlijft, om een leven met Hem te leven. Van een „Doopsgenade” is er hoegenaamd geen sprake. Wel, dat zij die gedoopt worden, „in de Kerke Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde religiën worden afgezuiverd, om geheel Hem toegeeigend te zijn, Zijn merk en veldteeken dragende”. Art. XXXV.
„Als grond voor den Doop wordt in onze Belijdenisschriften alleen opgegeven: het bevel van God en de beloften des Verbonds. En op de vraag, aan wie de Doop bediend moet worden, is het antwoord geen ander dan: „die geloofd zal hebben”, dat is: die hun geloof belijden, en hunne kinderen. „En dezen moeten gedoopt worden: niet op grond van eene vooronderstelling— van de vooronderstelde wedergeboorte— maar omdat hun de beloften zijn toegezegd, omdat zij ook tot het Verbond behooren en dus Bondelingen zijn. Aan wie van hen en wanneer door den H. Geest de toegezegde beloften worden toegepast, zoodat zij persoonlijk werkelijk de vergeving der zonden en de vernieuwing des harten deelachtig zijn of worden,beslist de Dooping niet. Wel geeft de Doop recht en redenen, om die toepassing en personeele mededeeling te bidden pleitende op de toegezegde belofte.” (Vijf Stellingen bladz. 19).
En plaats tegenover dit glashelder uitgedrukte gevoelen nu eens het gevoelen van Dr. Kuyper en de velen die hem volgen.
Ons dunkt, daar is toch nogal eenig verschil tusschen, en wel een verschil dat veel dieper ingrijpt dan men oppervlakkig geneigd is te denken.
Want onze Doopsbeschouwing beheerscht onze Evangelieverkondiging, bepaalt ons kerkbegrip, is van den grootsten invloed op onze kerkelijke tucht, ja zij werkt door ons geheele kerkelijk leven heen.
En welke uitspraak heeft nu de Utrechtsche Synode over deze twee tegenover elkander staande beschouwingen gegeven?
Welke beschouwing is door haar veroordeeld en als in strijd met de Heilige Schrift en de Belijdenis verworpen?
Welke heeft van nu aan geen recht van bestaan meer in de Geref. Kerken en wordt alleen als een privaat gevoelen geduld?
Laat ons zien wat de vierde conclusie dienaangaande verder zegt.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1906

De Wekker | 4 Pagina's

De Synode van Utrecht 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1906

De Wekker | 4 Pagina's