Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht des geloofs 85

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht des geloofs 85

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXXV.
Nederland.
33.
Maria en Ursula.
1.
In de nabijheid van het dorp Hengelo stond in de dagen der hervorming een schoon, sterk kasteel, dat toebehoorde aan het oudadelijk geslacht der familie Van Beckum. Een zoon uit dat geslacht, Jan van Beckum, was gehuwd met een dochter uit het Oost-Friesche huis van de Werdums en woonde in den tijd, waarin ons verhaal voorviel, te Utrecht. Zijn oude moeder woonde op het kasteel nabij Hengelo en had tot gezelschap hare eenige dochter Maria, terwijl beide vrouwen bedienden genoeg hadden om haar te beschermen in tijd van nood.
De oude dame was met hart en ziel de katholieke leer toegedaan en raadpleegde in alles haren biechtvader, aan wien een der rijkst gemeubileerde vertrekken in het kasteel was afgestaan. Zij ging, wegens haar ouderdom bijna nooit uit en dan nog alleen in de groote, lompe karos, zooals in die dagen gebruikt werd. Trouwens, ze had het niet noodig de poorten van het kasteel te verlaten; ze kon zich genoeg verkwikken in haar prachtigen tuin en in het heerlijke bosch, dat aan dien tuin grensde.
Maria was in het dorp Hengelo algemeen bemind. Gedurig weer kon men haar daar de woningen der armen zien binnengaan, om aan kranken en armen verkwikking en onderstand uit te reiken. Maar Maria rekende dat onder haar goede werken, waardoor zij de heiligen bewegen kon haar voorspraak te zijn in den hemel. Want ook zij was Roomsch en geloofde volkomen op de priesters.
Op zekeren dag, dat Maria weer in het dorp was, trof ze in een van de huisjes, die ze wekelijks bezocht, een vreemdeling aan, die een diepen indruk op haar maakte. De oude moeder in dat huisje was ernstig krank, waarom Maria haar een heerlijke schotel versterkende soep bracht, en haar dringend vermaande veel tot de heiligen te bidden, vooral tot de Maagd Maria; dan zou ze van haar krankheid genezen worden.
De oude vrouw schudde met het hoofd en zeide: „Och freule, de Maagd Maria was een mensch, zooals wij zijn, ze is nu in den hemel en kan ons niet hooren; ik mag wel bidden tot den Heere Jezus, en dat geeft mij troost.”
„Maar vrouw,” zei Maria, „hoe kunt ge zoo spreken, onze pastoors leeren ons toch, dat we zoo niet tot den zoeten Jezus mogen bidden, maar alleen door de voorspraak van zijne heilige moeder?”
„Ja freule, ik kan u dat nu zoo niet uitleggen; ik ben er nu ook te zwak van hoofd voor; maar deze vriend van mij wil het voor mij wel doen.
De vreemdeling zag met zijne donkere oogen Maria aan, en zeide: „Als het de jonkvrouw behaagt, wil ik gaarne over die dingen met haar spreken!”
„Weet gij die dingen dan beter dan onze pastoor?” vroeg Maria.
„Neen freule, ik ben ook maar een mensch, evengoed als de priesters, en zoowel gij als ik, kunnen ons vergissen; maar ik heb het getuigenis van den Heere zelven, dat Hij ons in Zijn Woord heeft gegeven, en dat getuigenis vergist zich nooit. Mag ik daarover eens met de freule spreken?”
„Zeker vriend, ik wensch te luisteren.”
En nu begint de vreemdeling te spreken van die dingen, die de Heere door Zijn Woord aan Zijn volk leert; eerst hoogst voorzichtig in zijne uitdrukkingen, daarna met steeds grooter vrijmoedigheid en ten slotte met die vurige welsprekendheid, die de vrucht is van een vastgewortelde overtuiging.
Maria luistert met gespannen aandacht. Zoo iets heeft ze nooit gehoord. Als die man gelijk heeft, hebben de priesters haar altijd bedrogen. Ze weet niet, wat ze er van denken moet. En toch, ’t betreft het heil harer ziel.
„Man!” zegt ze ten slotte, „vanwaar weet gij deze dingen?”
„Van den Heere zelven”, luidt het antwoord, „Hij heeft het mij geleerd door Zijn heiligen Geest. Hij heiligde Zijn Woord aan mijn hart en onderwees mij door Woord en Geest in den weg, die alleen kan zalig maken!”
„En kan ik dat Woord ook verkrijgen,” vroeg Maria.
„Zeer zeker, freule! Ik heb hier een klein boekje. Dat is dat Woord van God. Gaarne wil ik het u geven, met de bede, dat de Heere zelve het ook voor u make tot een zaad der wedergeboorte.”
Maria nam het boekje aan, en las er veel in. En de Heere zegende het.
Na korten tijd werden hare oogen geopend voor het bederf in Romes kerk, maar ook voor het zondige van haar hart en leven. Met hare zonden leerde ze vluchten tot den Heere. Uit het Woord werd haar ontdekt den weg des heils, zooals die in Christus Jezus is geopenbaard. En na betrekkelijk korten tijd, was Maria van Beckum van een meisje, dat hare zaligheid bouwde op hare goede werken en op de voorspraak der heiligen, geworden tot een Maria, die hare hope alleen bouwde op de gerechtigheid, die in Christus Jezus is, en die, als eenmaal Maria van Bethanië, van heeler harte betuigde: Ik zal U hartelijk liefhebben, o Heere mijne sterkte!
’t Spreekt van zelve, dat Maria tegenover hare moeder niet kon zwijgen, want die moeder beminde ze innig, die moeder was reeds zoo hoog bejaard, naar menschelijke wijze van zien zoo dicht bij het graf, daarom sprak ze, toen haar eigen zielestrijd was geëindigd in het omhelzen van ’t licht des evangelies, met die moeder over de noodzakelijkheid , om den Heere Jezus te leeren kennen en met Hem in betrekking te komen. Ze wees haar op de dwalingen van Rome en de waarheid van Gods Woord en bad haar, met haar dat Woord te onderzoeken.
Maar haar spreken en smeeken was tevergeefs en verwekte slechts bittere vijandschap.
Ds. J. v.d. Vegt

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1906

De Wekker | 4 Pagina's

De kracht des geloofs 85

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1906

De Wekker | 4 Pagina's