Ingezonden 2

II
Bedenkelijke Stellingen.
De tweede stelling, waartegen wij ernstige bedenking hebben, is No. 35, luidende:
„Uit 1 Petr. 1 : 23 mag niet worden afgeleid, dat de wedergeboorte middellijk door de prediking des Woords geschiedt.”
Deze text is: „Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eenwig blijvende Woord Gods.”
Zij die onder „het onvergankelijk zaad en het Woord Gods” niet het evangelie verstaan, verklaren dezen text als zoude Petrus hiermede het scheppende, onmiddellijke woord Gods bedoelen en niet het uiterlijke gepredikte woord. Dat scheppende woord Gods, waardoor de onmiddellijke wedergeboorte wordt gewerkt, zou de Heere dan spreken voordat het bewustzijn aanwezig was, waarom men ook de Verbondskinderen voor wedergeborenen moet honden. Is nu deze verklaring en bovenstaande stelling waar, dan heeft men eenig bewijs voor genoemde meening. Is zij echter niet waar, dan is deze text een zeer duidelijk bewijs voor de middellijke wedergeboorte. Laat ons zien wat anderen over dezen text zeggen.
Onze Kantteekenaars zeggen bij 1 Petr. 1 : 23, en wel bij het woord: „onvergankelijk zaad”: „alzoo wordt dit woord des Evangelies genaamd, omdat het met de onberouwelijke werking van den Heiligen Geest gevoegd is, en dat de wedergeboorte, die daardoor in ons te weeg wordt gebracht, onvergankelijk is.” En bij: „door het levende en eeuwig blijvende Woord Gods”: „Of, door het Woord Gods, die daar leeft, en in der eeuwigheid blijft.”
In het „Bibelwerk van Lange” wordt gezegd: „De wedergeboorte ontstaat door de krachtige werking des Heiligen Geestes. Het middel, waarvan Hij zich bedient, is het Woord Gods. Jac. 1 : 18; 1 Cor. 4 : 15.
Bavinck zegt, Geref. Dogm. Deel 3 bladz. 500 v., sprekende over de wedergeboorte: „Verwant is de voorstelling bij Petr., die Cap. 1, 1e h. vs. 23 de geloovigen vermaant elkander lief te hebben, wijl zij zijn door God op nieuw geboren, niet uit vergankelijk zaad, zooals bij de eerste geboorte, maar uit onvergankelijk zaad, d. i. het Woord Gods, zooals het door de roeping Gods in den mensch is geplant, een ingeplant woord Joh. 1 : 21, en het beginsel van een nieuw leven wordt, en dat door middel van het hun verkondigde, levende en blijvende woord van God, vs. 25. Evenzoo zegt Jac. 1 : 18 dat God ons naar Zijn wil gebaard, voortgebracht heeft, door het woord der waarheid.”
En eindelijk zegt Calvijn onder meer van vs. 23: „Dit is dan zijn meening, dat hij wil leeren hoe wij zonder wedergeboorte geene Christenen zijn. Want het Evangelie wordt niet gepredikt om alleen van ons gehoord te zijn, maar opdat het als een zaad des onverderfelijke levens, onze zielen in den grond verbetere en vernieuwe.”
Bij vs. 25b verklaart Calvijn nader wat met „het woord” wordt bedoeld. Hij zegt daarvan: „Eerst vermaant hij dat, wanneer daar van het woord Gods vermeld wordt, wij verkeerdelijk doen, zoo wij ons inbeeldeelden, dat het in de lucht of in den hemel is verre van ons verwijderd; want het moet van ons bekend zijn als van den Heere geopenbaard. Wat is dan het woord des Heeren dat ons levend maakt? Dit namelijk, de wet, de profeten en het evangelie. Al diegenen die buiten deze palen loopen, krijgen in plaats van Gods woord, niets dan bedreigingen des Satans en hunne eigen droomen”. Verder zegt hij dan dat dit woord nergens anders is te zoeken dan in de prediking en dat de uitwendige prediking met een schoonen lof wordt versierd, als Petrus ze noemt levendmakend te zijn.
Aldus zien wij dat, naar bovenstaande verklaringen, 1 Petr. 1 : 23 ons zegt: de wedergeboorte geschiedt door middel van het Woord Gods, dat gepredikt wordt. Dat Woord is het onvergankelijk zaad, dat uitgestrooid wordt en vruchtbaar gemaakt door de werking des Heiligen Geest, een levend zaad wordt.
Al de bovengenoemde verklaringen zeggen dus het tegenovergestelde van datgene wat in de stelling van dr. v. L. gezegd wordt. Veilig mogen wij dan ook zeggen dat in die stelling een dwaling ligt. Zeer duidelijk zegt ons 1 Petr. 1 : 23 dat de wedergboorte wel middellijk door het Woord geschiedt.
Door stellingen als de bovenstaande tracht men de zuilen der waarheid omver te stooten. Is eenmaal de daarin uitgesproken meening inheemsch geworden, dan gaat het gemakkelijk het gansche leergebouw op te trekken naar de inzichten der menschelijke logica. Wij vinden ons ook hierin bezwaard en zien hierin gevaar. Daarom wekken wij op om de waarheid zuiver te bewaren en stellingen als de bovenstaande te verwerpen.
K. Zuidersma
Steenwijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen