Het hooren van het Woord Gods 4

4.
Voor hen, die dit doen kunnen, is het van groot belang zooveel mogelijk geregeld den dienst des Woords bij te wonen in de gemeente waar zij kerkelijk te huis behooren. Van ieder wettig leeraar mag ondersteld worden, dat deze niet slechts tot uitbreiding maar ook tot opbouwing van zijne gemeente wenscht werkzaam te zijn. Behalve de geregelde opvolging van den Catechismus houdt een predikant ook rekening met de keus der door hem te behandelen onderwerpen. Wie nu niet geregeld zijn predikant hoort, mist het verband tusschen de eene waarheid en de andere. En waar niemand zoo knap is, dat hij in ééne beurt alles gelijk zeggen en behandelen kan, komt men, door slechts ongeregeld iemand te hooren, zoo licht tot een onjuist oordeel over den prediker en over de preek. Er zijn menschen die gewoonlijk „loopers” genoemd worden, omdat zij de treurige gewoonte hebben altijd van de eene kerk naar de andere te loopen. Spurgeon heeft van dezulken eens gezegd: die menschen zijn gelijk aan schapen, die gedurig over de sloot springen, maar in den regel niet vet zijn. We hebben van die menschen gekend, die jaren lang die gewoonte hadden gevolgd. Nooit zag men hen aan ’t Avondmaal, en gaarne hadden ze onder de vromen het hoogste woord. Doch als men persoonlijk eens met hen afstak naar de diepte, dan bleek zoo niet in alle, dan toch in de meeste gevallen, dat het er met hen zelve niet al te breed bijstond. Trouwens hoe kan dat anders. De Heere zegt in Zijn Woord, dat men Zijne dienaren om huns werks wil zal liefhebben, dat men voor zijn voorgangeren bidden zal — doch in plaats van dit te doen, keert men hun den rug toe. Men laat hen prediken voor zijn ledige plaats. Dan moet ieder bij eenig nadenken gevoelen, dat gaat niet op. Men mag dan hoog opgeven van den zegen, die men elders heeft genoten, doch de vraag is dan, wat zoo iemand in dit verband door zegen verstaat. Alles is geen zegen, wat dien naam draagt. En omgekeerd er is zooveel zegen, dat niet als zegen wordt aangemerkt.
Met een patient, die met verschillende geneesheeren gaat werken, gaat het maar zelden goed. Daarbij geven die zoogenaamde loopers een slecht voorbeeld aan anderen. Menigmaal is het gebeurd, dat men daardoor oorzaak werd van zeer onaangename verhoudingen in het huiselijk en in het kerkelijk leven. Er zijn zelfs huisgezinnen, welke hierdoor, wat het kerkelijk leven betreft, geheel verwoest zijn.
Wellicht vraagt iemand of een prediker daar zelf geen aanleiding toe geven kan. Dat dit wel eens gebeurd is, durven we niet te ontkennen. Als een prediker de studie veracht, zijn taak als prediker heel licht opvat, alleen luistert naar vleitaal van vrienden en geen acht slaat op de critiek van anderen, die beter tot oordeelen bevoegd zijn en met nog veel meer recht, geen eerbied heeft voor de hooge eischen in des Heeren Woord den Evangeliedienaar gesteld — ach, dan kan men het zijn hoorders wel onmogelijk maken, om gesticht te worden.
Een eenvoudig, maar helder denkend man hoorden we eens zeggen: als ik naar de kerk ga, neem ik altijd mijn hoofd en mijn hart mee. Dat is voor alle hoorders een heilzame raad, der navolging waardig. En ieder prediker van het Woord doet wijs en voorzichtig,. door er wel aan te denken, dat zoo niet al zijn hoorders zoo doen, er dan toch zeker overal gevonden worden, die zeer zeker doen, gelijk die eenvoudige man deed.
In de gelegenheid gesteld te zijn om des Heeren Woord te kunnen hooren, zegt veel. Maar de vraag is voor ieder beweldadigde: hoe gebruikt ge deze weldaad u van den Heere geschonken?
J. Wisse
Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen