Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het advies dat „de Heraut” geeft, heeft betrekking op de ineensmelting van plaatselijke kerken, en draagt tot opschrift: „Onder contrôle der gemeente.” Van dit advies zeiden wij de vorige maal, dat het veel weg had van een cirkelredeneering, dat is een redeneering, waarbij men aan het eind nog even wijs is als aan ’t begin. Zoo is ’t dan onzes inziens ook met dit advies. In het begin wordt zoo beslist mogelijk veroordeeld, dat het eindoordeel in deze zoo gewichtige beslissing bij de gemeente zelf zou staan.
Het mag niet zoo geschieden, dat de beide kerkeraden over en weer eerst eens met elkander vergaderen, ten einde de wenschelijkheid en de mogelijkheid van de plaatselijke ineensmelting te bespreken, daarna gezamenlijk een acte van ineensmelting ontwerpen, en die dan voor de gemeente brengen, ten einde daarover nu het oordeel der gemeente te vragen. Dat mag beslist niet, zegt „de Heraut”. „Het is wel op één enkel punt slechts, dat de kerkeraad de beslissing aan de gemeente overlaat; maar wie eenmaal het beginsel prijs geeft, heeft het aan zichzelf te wijten, dat straks de heele hand genomen wordt. Onze kerkenorde weet dan ook van zulk een gemeentelijke vergadering met macht om te beslissen niets.” Volkomen waar, zeggen wij met „de Heraut”, maar — de kerken-orde weet evenmin iets van twee kerken op een en dezelfde plaats. De plaatselijke ineensmelting, „de Heraut” erkent het trouwens zelf, is een „novum quid”, iets wat in het Gereformeerde Kerkrecht nog nimmer is voorgekomen, en nu scheppen nieuwe toestanden nieuwe ordeningen. Het gaat volstrekt niet aan, een „novum quid”, iets dat ongekend is, naar bestaande bepalingen te behandelen. Men kan vooruit niet bepalen, hoe iets geschieden moet. De theorie, en vooral de theorie van het kerkrecht, moet altijd getoetst worden aan de praktijk. De theorie moet naar de praktijk worden gewijzigd, niet de praktijk naar de theorie. De werkelijkheid spot wel eens met al onze theorieën, en het leven is altijd sterker dan de leer.
Waarom mag de gemeente niet over de acte van ineensmelting worden gehoord, en waarom mag bij haar de beslissing niet staan? Wat ongereformeerds ligt daarin, dat de gemeente in dit „novum quid” de beslissing heeft? Nu beslissen soms 6 of 8 of 12 menschen over een zaak die de gemeente als gemeente raakt. Want de plaatselijke ineensmelting raakt uitsluitend de plaatselijke gemeente. Het raakt zoowel haar financieelen als haar geestelijken toestand. Waarom moet de gemeente dan door den kerkeraad voor een onherroepelijk besloten zaak geplaatst worden? Want dat wil feitelijk „de Heraut”, en deze theorie schijnt thans praktijk te worden: aan de gemeente wordt eenvoudig kennis gegeven dat de plaatselijke vereeniging op grond van deze acte door de kerkeraad gesloten is, en nu geeft de kerkeraad tijd om bezwaren in te brengen.
Dat laatste noemt nu „de Heraut” het recht van controle. Maar de zaak is geschied. De plaatselijke vereeniging is in principe een feit. Wat beteekenis heeft nu dat recht van controle? Feitelijk niets. Maar „de Heraut” gaat er nu weer zulk een beteekenis aan toe kennen, dat het recht van contrôle ten slotte weer het recht van beslissing wordt.
Dat is de cirkel waarin het advies zich beweegt. Aan het begin denkt gij: de kerkeraad heeft eenvoudig te beslissen en daarna de gemeente in kennis te stellen met de beslissing en de gronden waarop zij genomen is, en dan kan de gemeente opstaan, zij kan murmureeren — de kerkeraad heeft eenvoudig door te gaan, daar hij handelt naar den eisch van Gods Woord. Maar nu komt „de Heraut” op eens met het recht van contrôle. En hoeverre wordt nu dat recht van contrôle uitgebreid? Dat het feitelijk weer recht van beslissing wordt. Want is de storm groot, die er in de gemeente tegen de beslissing opsteekt, is er gevaar voor scheuring, dan adviseert „de Heraut”: „wachten met de bekrachtiging.” Dus dan niet handelen naar den eisch van Gods Woord, maar zwichten voor den duidelijk geopenbaarden wil der gemeente. Zonderling advies. Waar berust dus in de praktijk de beslissing? Bij de gemeente. Wanneer de gemeente als een eenig man verklaart, dat men van de plaatselijke vereeniging niets weten wil, dan beslist zij, al had de kerkeraad ook honderd acten van vereeniging opgesteld.
En maakt men dan als kerkeraad geen bespottelijk figuur, als men ten slotte weer moet gaan retireeren?
De gezonde praktijk is, dat men beginne met de gemeente en dat kerkeraad en gemeente het te samen uitmaken. Maar waarom durft men nergens de zaak der plaatselijke vereeniging aan de hoofdelijke stemming der gemeente te onderwerpen? Omdat dan verreweg de meeste plaatselijke vereenigingen met een schitterende meerderheid waren verworpen. Nu is men gedwongen tot vereeniging. Nu schikt men zich morrende en de tweeheid blijft op menige plaats, waar de eenheid in naam bestaat. En dat, omdat de gemeente niet is erkend.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1906

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1906

De Wekker | 4 Pagina's