Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook de Bond tot Vrijmaking van de Ned. Herv. Kerk heeft Donderdag 23 April j.l. hare jaarvergadering te Utrecht gehouden. Veel levensteekenen heeft zij den laatsten tijd niet geopenbaard. De verwachting waarmede haar optreden een paar jaar geleden begroet werd, heeft zich op verre na niet vervuld, en zij heeft eenvoudig een plaats ingenomen te midden van de vele andere Hervormde vereenigingen. die altijd maar klagen, dat de toestand van de Hervormde Kerk schrikkelijk is, dat zij den naam van Kerk eigenlijk niet meer mag dragen; dat er tal van predikanten in haar midden zijn, die men moeielijk bedienaren des goddelijken Woords kan noemen — maar die met al deze klagers er niet aan denken de Herv. Kerk te verlaten, ja wat meer zegt, in beginsel vijandig staan tegenover iedere afscheiding, ’t Zijn wonderlijke menschen, die klagende Hervormden van onzen tijd. Wanneer gij ze hoort, dan verwacht gij iederen dag een daad, een beslissende en radicale daad, waardoor zij voor goed aan dezen naar zij zeggen onhoudbaren toestand een eind maken. Maar wanneer gij met hen spreekt en tot een daad opwekt, in gehoorzaamheid aan Gods Woord, dan ontdekt gij, dat zij beslist vijandig staan tegenover iedere daad waardoor zij uit dien bangen nood konden verlost worden.
Het lijkt ons nog altijd toe, dat het klagen in die kringen het ware klagen, het Jeremia’s klagen nog niet is. Want het ware klagen is geen lijdelijk klagen, geen klagen zonder meer. Geen nederzitten met de handen in den schoot. Maar het ware klagen prikkelt tot activiteit en in de mogendheid des Heeren staat dan die klager op, om te doen wat God van hem eischt. God eischt wat van deze klagers in de Ned. Herv. Kerk. Hij eischt er meer van, dan jaarlijks eens samenkomen om met elkander uit te spreken, dat de toestand onhoudbaar is, dat de Kerk krank, doodelijk krank is geworden, dat er haast niets goeds meer aan haar gevonden wordt. Dat heeft men al jaren gedaan.
Hoe veel jaren bestaat de Confessioneele Vereeniging al niet! God eischt van die klagers een daad, een daad van gehoorzaamheid aan Zijn Woord, en die daad blijft uit. Zij blijft uit bij de mannen van den Bond en zij blijft uit bij de mannen van de Confessioneele Vereeniging. Want bij alle verschil dat er tusschen deze beiden is, komen zij hierin met elkander overeen, dat zij eenvoudig niets doen, dat op een daad gelijkt.
Men zegt maar, hoe het is en men stippelt maar uit hoe het worden of wezen moet, en wijst de nuttigheid aan, als het zoo is, maar recht beschouwd, blijft het bij redeneeren en theoretiseeren. Maar de theorie, waarde broeders, moet praktijk worden. Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zoo gij dezelve doet. Wanneer men in zijn ziel overtuigd is, dat de Herv. Kerk in hare tegenwoordigen vorm een kerk is waarin het Koningschap van Christus niet slechts niet tot zijn recht komt, maar zelfs niet tot zijn recht komen kan, waarin men weet dat het geestelijke leven niet kan ontwikkelen en opwassen, wanneer men niet alleen weet dat er iets weerhoudt, maar ook weet wat het is dat weerhoudt en de kerk belet, zich als kerk te openbaren, dan is men voor God niet vrij, wanneer men niets doet, om dat weg te nemen. Wanneer men waarachtig overtuigd is, dat de kerk gebonden is (en dat spreken die mannen telkens en telkens uit) dan moet men de kerk vrijmaken, desnoods ten koste van zichzelven. Maar juist dat laatste wordt gemist. Heeft men er zichzelven voor over, heeft men er zijn naam, zijn eer, zijn positie, zijn tractement voor over om de kerk vrij te maken? Deinst men niet telkens terug om iets te ondernemen dat naar den woorde Gods zoude zijn, maar tegen de reglementen in zou druischen? Geeft men telkens naar alle zijden het parool niet uit: dat men ieder conflict met de reglementen vermijden moet? Daarom grijpt men naar lapmiddelen. De Heere noemt dit een pleisteren met looze kalk. Men wil, gelijk de Geref. Bond en de Confessioneele Vereeniging, bijzondere leerstoelen oprichten, en daaraan mannen verbinden van positief Geref. Belijdenis. Alsof daarmede de kerk uit de doodelijke omklemming der Synodale organisatie kan worden vrijgemaakt. Men handelt over bijzaken, omdat men de hoofdzaak niet aan durft, en op de hoofdzaak komt het aan, dan lost al het andere zich van zelf op. Wanneer de Herv. Kerk zich overeenkomstig onze Dordtsche Kerkenordening kan openbaren in Classis, Provinciale en Generale Synodes, komt de zaak der opleiding van zelve in het rechte spoor.
De Grondwet der Herv. Kerk moet worden veranderd. Zoolang zij blijft, is alle reorganisatie nutteloos. En een reorganisatie die buiten het Algemeen Reglement omgaat, is geen reorganisatie. Niemand die dit helderder inziet dan Dr. Hoedemaker. Hij weet kostelijk waar hem den schoen wringt. Laten zijne leerlingen de beginselen van dezen meester eens in daden omzetten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1908

De Wekker | 4 Pagina's