Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eene vraag over de Avondmaalsformule - II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eene vraag over de Avondmaalsformule - II

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de tweede plaats wordt ons door N.N. te T. gevraagd of de Avondmaalsformule met het aanhangsel „neemt, eet, gedenkt en gelooft enz,” overeenkomstig de Heilige Schrift is en in de kerk van Christus gebruikt mag worden.
Letterlijk vindt men het aanhangsel niet in de Schrift, maar wel zakelijk, en het is geheel in overeenstemming met de leer der Heilige Schrift, Vergelijken wij het aanhangsel bij hetgeen door den Heere Christus gezegd is bij de instelling van het Heilig Avondmaal, (volgens hetgeen 1 Corinthe 11:28—26 zegt), dan bemerken wij eene groote overeenstemming. In 1 Cor. 11:24 staat: „Neemt, eet, dat is mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt, doet dit tot mijne gedachtenis”, en in het aanhangsel der Avondmaalsformule: Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam onzes Heeren Jezus Christus gebroken is tot eene volkomene verzoening van alle onze zonden.
In 1 Cor. 11:25 lezen wij: „Deze drinkbeker is het nieuwe testament is mijnen bloede. Doet dat, zoo dikwijls als gij (dien) zult drinken, tot mijne gedachtenis”. In het aanhangsel staat: Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het dierbaar bloed onzes Heeren Jezus Christus vergoten is tot eene volkomene verzoening van alle onze zonden.
Of nu dit aanhangsel in de kerk van Christus gebruikt mag worden? Wij zouden onzen vrager kunnen verwijzen naar hetgeen in ons eerste artikel gezegd is omtrent den oorsprong. In de Nederlandschen vluchtelingengemeente te Londen niet alleen, maar ook in de gemeenten in ons vaderland werd het gebruikt gedurende de zestiende en zeventiende eeuw. Ja zelfs hebben verschillende generale synoden het gebruik bevolen, In de kerk der zestiende en zeventiende eeuw mocht, ja moest dus het aanhangsel gebruikt worden. Eene andere vraag echter is het of het thans in de Christ. Geref. Kerk gebruikt mag worden. Hoewel het niet onbijbelsch is, zou toch eerst de generale synode het besluit moeten nemen tot invoering van de liturgie door prof. Rutgers bewerkt. Zoolang dit niet geschied is, houden wij ons aan de liturgie bij ons gebruikelijk, althans wij gebruiken in onze godsdienstoefeningen niet de liturgie die in de tegenwoordige kerken A en B is aangenomen, zoolang onze synode dezelve niet als de liturgie onzer kerk heeft erkend.
De derde vraag uit T luidt:
„Of het evenveel is, of men deze of de oude bekende formule gebruikt, welke geschreven staat in Mattheus 26, Marcus 14 enz.?
Hier vergist onze vriend uit T. zich een weinig. De door hem bedoelde „oude bekende formule” luidt: „Het brood dat wij breken, is de gemeenschap des lichaams van Christus’. Deze formule zal hij echter tevergeefs in Mattheus 26 of Marcus 14 zoeken. In Mattheus 28:26 lezen wij: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
In Marcus 14:22 staat: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
In Lukas 22:19 staat: Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt, doet dat tot Mijne gedachtenis.
De door N. N. bedoelde „oude bekende formule” is te vinden 1 Cor, 10:16: „Het brood dat wij breken, is dat niet eene gemeenschap des lichaams van Christus?” In dezen tekst slaat echter in vragenden vorm, wat in de avondmaalsformule in bevestigenden vorm wordt gezegd. Evenzoo is de formule bij het ronddeelen van den beker ontleend aan 1 Cor, 10:16 en niet aan Matth. 26:27 en 28, Marcus 14:24 of Lukas 22:20.
De bedoeling van onzen vrager zal dus zijn: Is het evenveel, de formule met of zonder het aanhangsel van 1551 te gebruiken? Wij voor ons oordeelen van ja, en wel omdat voor het Avondmaal geen vaste formule in de Schrift is vastgesteld. Het staat met de Avondmaalsformule anders dan met die voor den Doop. In zake den Heiligen Doop gaf de Heere Christus eene vaste formule, welke wij vinden in Mattheus 28:19. Daarom hebben dan ook alle kerken voor de bediening des doops dezelfde formule. Alle doop welke bediend is met de door Christus gegeven doopsformule, is dan ook wettig, al heeft ze ook zelfs in de Roomsche Kerk plaats gevonden. Voor het Avondmaal is het echter anders. De verschillende kerken gebruiken verschillende formulen. Dit komt hier vandaan, dat wij nergens in de Schrift een bepaald bevel van Christus lezen om met eene bepaalde formule het Avondmaal te bedienen. In de Roomsche Kerk gebruikt de priester als formule de woorden: „Hoc enim est corpus meum”, dat is: „want dit is mijn lichaam”. Onder het uitspreken van deze woorden heeft volgens Rome de transsubstantiatie plaats. Daarna wordt dit lichaam van Christus aangebeden en eindelijk wordt de ouwel uitgereikt. Bij die uitreiking gebruikt Rome eene andere formule, de formula distributionis of formule van uitreiking genaamd. Deze laatste formule luidt: „Het lichaam van onzen Heere Jezus Christus behoede uwe ziel tot het eeuwige leven, Amen”.
Ook Luther volgt dezelfde methode. In zijn Deutsche Messe verwijdert hij wel de vele Roomsche ceremoniën die bij de paapsche mis plaats vonden, doch hij behoudt de woorden: „dit is mijn lichaam” als formula consecrationis of wijdingsformule. Evenzoo behoudt hij als uitdeelingsformule die der Roomsche Kerk.
Daar echter Calvijn zoowel de Roomsche transsubstantiatieleer als de Luthersche
consubstantiatieleer verwierp, kon er bij hem van geen wijdingsformule sprake zijn. De twee formules worden bij hem één, uitgesproken bij de uitdeeling van brood en beker. Calvijn gebruikt alleen de woorden: „Neemt, eet, het lichaam van Jezus, dat voor u is overgegeven in den dood”. In ons eerste stuk hebben wij reeds gezien wat Polanus in 1551 in zijn liturgie plaatste en eveneens Datheen in de in 1566 in ons land ingevoerde liturgie. Daaruit blijkt dat de groote mannen uit de eeuw der reformatie niet allen dezelfde formule hebben gekozen.
Datheen koos alleen de woorden uit 1 Cor. 10:16; Polanus voegde er een aanhangsel bij. Het eerste werd gesproken bij de breking, het aanhangsel bij de uitreiking, welke er terstond op volgde. Daar nu echter bij het Avondmaal eene dubbele sacramenteele handeling plaats grijpt, n.l. de breking des broods en de uitreiking, en evenzoo bij den drinkbeker, is het wel te verstaan dat de Synode van 1574 beval het aanhangsel te gebruiken na de woorden: „het brood dat wij breken” enz., daar deze laatste woorden bij de breking passen en het aanhangsel „Neemt, eet, gedenkt en gelooft enz., bij de uitreiking behoort.
Menigmaal hoorden wij dan ook dat bij de Avondmaalsbediening de Dienaar bij de breking de gewone formule gebruikte, zooals wij die in onze liturgie hebben: „Het brood dat wij breken, is de gemeenschap des lichaams van Christus,” terwijl hij dan bij de uitdeeling sprak de woorden uit 1 Cor. 11:24: „Neemt, eet, dat is mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dit tot mijne gedachtenis.” Evenzoo werd dan bij het uitreiken des bekers bij de formule gevoegd: 1 Cor. 11:25b; „Deze drinkbeker is het nieuwe testament in mijnen bloede. Doet dat zoo dikwijls gij dien zult drinken, tot mijne gedachtenis.”
Nu zijn deze beide laatste toevoegsels wel letterlijk uit Gods Woord genomen, terwijl het aanhangsel uit prof. Rutgers’ liturgie slechts zakelijk uit Gods Woord is genomen, doch onzes inziens is het minder voegzaam dat de Dienaar spreekt: dat is mijn lichaam, hetwelk alleen Christus zeggen kon. Daarom laat het aanhangsel den Dienaar spreken: Neemt, eet, gedenkt en gelooft dat het lichaam onzes Heeren Jezus Christus gebroken is, enz.
Op zichzelf genomen is het dus niet af te keuren het aanhangsel te gebruiken, zoodra de kerk in Synode besluit in de liturgie het aanhangsel op te nemen, te meer daar het oorspronkelijk in de kerk der zestiende eeuw gebruikt werd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Eene vraag over de Avondmaalsformule - II

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1908

De Wekker | 4 Pagina's