Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oude palen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oude palen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Br. A. te Z. vraagt ons naar de beteekenis van den tekst: Zet de oude palen niet terug, die uwe vaderen gemaakt hebben. Spreuken 22:28. Deze tekst wordt menigmaal misbruikt. Men verstaat er dan door: Laat alles bij het oude blijven en maak niet de minste verandering in eenige oude gewoonte, behoud het oude omdat het oud is, en verwerp het nieuwe omdat het nieuw is. Doch dit ligt niet in dezen tekst opgesloten. Men vindt dezelfde woorden in Spreken 23:10: Zet de oude palen niet terug, en kom op den akker der weezen niet. Het tweede gedeelte van dezen tekst heldert het eerste gedeelte op.
De beteekenis is deze: De akkers van de Israëlieten waren van elkander afgescheiden door scheidvoren, door steenen of door palen, die tot kenteekenen dienden hoe ver zich iemands bezitting uitstrekte. De eene akker was van den anderen gescheiden door een paal, die aanduidde de grens van het bezit. Nu verbiedt de Heere de oude palen terug te zetten, dat wil zeggen: terug te zetten op het land van onzen naaste, met het oogmerk daardoor eigen akker te vergrooten ten koste van den naaste. In ’t bijzonder wordt die zonde nog grooter, wanneer dat terugzetten der grenspalen geschiedt ten nadeele van een wees, wiens eigendom grenst aan het land van dengene die de palen terugzet. Daarom wordt er bijgevoegd: kom op den akker der weezen niet, namelijk met het zondige doel de paal op dat land terug te plaatsen. Zoo licht durft men den wees aan te doen, wat men den sterke, die zichzelf kan verdedigen, niet durft aandoen. God echter waakt over hen en daarom voegt Salomo er in vers 11 bij: Want hun Verlosser is sterk, Die zal hunne twistzaak tegen u twisten.
In het boek Job (Cap. 24:2, 3) wordt dan ook van de goddeloozen gezegd: zij tasten de landpalen aan, drijven den ezel der weezen weg en nemen den os eener weduwe te pand.
De palen, door de vaderen gemaakt, zijn dus de grenzen tusschen de verschillende bezittingen, door de vaderen naar het recht gesteld, In dezen tekst wordt dus verboden het onrechtmatig zich toeeigenen van het goed, inzonderheid van het erfdeel en land van onzen naaste.
Op zinnebeeldige wijze kan men dit verbod ook uitbreiden in het algemeen tot de wetten die de Heere gegeven heeft, namelijk dat men de geboden des Heeren en de daarop gegronde wetten door de vaderen gemaakt, niet verandere, maar geenszins kan men het toepassen op het veranderen van oude gewoonten, die door den tijd verouderd zijn geworden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Oude palen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1908

De Wekker | 4 Pagina's