Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hout, hooi, stoppelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hout, hooi, stoppelen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

R. W. de K. te U. zond ons ook deze vraag: In 1 Corinthe 3:11—15 wordt gesproken van bouwen op het fondament Jezus Christus, en van bouwstoffen die de proef niet kunnen doorstaan, terwijl de bouwer nochtans behouden wordt, doch alzoo als door vuur. Wat wil dit zeggen?
De bedoelde tekst luidt aldus: „En indien iemand op dit fondament bouwt goud, zilver, kostelijke steenen, hout, hooi, stoppelen, eens iegelijks werk zal openbaar worden, want de dag zal het verklaren, dewijl het door het vuur ontdekt wordt. En hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. Zoo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zoo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden. Maar zelf zal hij behouden worden, doch alzoo als door vuur.”
De Apostel spreekt hier van tweeërlei bouwers of leeraars, die wel allen op het fondament Jezus Christus bouwen, wel allen behouden worden, doch die tweeërlei werk leveren, namelijk werk dat de vuurproef doorstaat en ander werk, dat verbrandt. Het is duidelijk dat de Apostel hier niet op het oog heeft valsche leeraars die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren, noch dezulken die Christus prediken, zonder Hem door persoonlijke ervaring te kennen, want Hij zegt dat deze leeraars zullen behouden worden, al is het ook door het vuur der beproeving en met vernietiging van hetgeen zij op het fondament hebben gebouwd.
De Apostel bedoelt hier dus leeraars, die op het goede, eenige fondament bouwen, hetwelk door den Heere zelf is gelegd, namelijk Jezus Christus, doch die op dat fondament verschillend voortbouwen. Sommigen bouwen op dat fondament edele metalen, onbrandbare stoffen, anderen hooi, stoppelen en hout, waarmede ook wel muren kunnen opgetrokken worden, namelijk houten beschotten en bepleisterde stroowanden, welke echter niet profijtelijk zijn voor het gebouw, omdat zij bij brand niet bestand zijn tegen het vuur.
Wat de Apostel nu bedoelt met de bouwstoffen, welke de vuurproef niet kunnen doorstaan? Dit blijkt wel eenigszins uit het verband met de voorgaande verzen. De Corinthiërs waren nog vleeschelijk, zij waren nog jonge kinderen in Christus, en als jonge kinderen waren zij geneigd tot twist en tweedracht. De een koos partij voor Paulus, een ander voor Apollos, wat bewijs was van hun vleeschelijkheid (vers 4). Hierover bestraft Paulus hen, er op wijzende dat de leeraars allen aan Gods gebouw arbeiden en als zoodanig Paulus niet voor Apollos of omgekeerd mochten getrokken worden. De leeraars moeten echter bij het bouwen ook toezien dat zij geen aanleiding geven, want het is niet hetzelfde wat men op het fondament bouwt. Zijn de Corinthiërs zoo vleeschelijk dat de een zegt: „Ik ben van Paulus”, en een ander: „Ik ben van Apollos”, de leeraars zijn ook menschen, zij kunnen ook vleeschelijk zijn en bij het bouwen op het eenige fondament helaas zoo veel voegen dat niet profijtelijk is voor de gemeente. Zij kunnen menschelijke wijsheid en kunst, philosofische meeningen en toevoegsels van eigen wijsheid, die wel het fundament niet aantasten, bij de prediking van Christus den Gekruiste volgen. Zij kunnen eigen Ik vooropstellen en onder de Christusprediking zooveel eigenbedoeling mengen. Calvijn voegt er bij in zijn Commentaar op 1 Cor. 3:12: hout, hooi en stoppelen zijn: curieuze vragen, die meer aan de dwaze begeerte van de menigte voldoen, dan dat zij het heil der menschen dienen. Al dat menschelijke, dat vleeschelijke, dat niet diende tot opbouw der gemeente, zal verbranden, doch wijl zij op het fondament bouwden, zullen zij zelf behouden worden, maar door vuur. Zij zullen het verderf ontvlieden, maar aanschouwen hoe het vuur van Gods oordeel al dat menschelijke en vleeschelijke als ijdel broddelwerk zal veroordeelen.
Een leeraar moet, volgens het Apostolisch woord, bekwaam zijn om te leeren. Genade is een eerste vereischte, doch genade alleen is niet genoeg. Onkunde doet dwalen en gebrek aan degelijke kennis kan leiden tot onopzettelijk verkeerde uitlegging der Schrift, tot bouwen met hout, hooi en stoppelen. Daarom is degelijke opleiding van begenadigde menschen tot leeraars noodig, en zien wij er een groot gevaar in voor de kerk, wanneer met de opleiding de hand wordt gelicht. Vervangt menschelijke wijsheid de geheiligde wetenschap, dan is er gevaar voor brandbare bouwmaterialen, maar evenzoo wanneer de wetenschap, noodig tot rechte verklaring der Schrift, wordt gemist. Daarom moet bij de vraag naar vermeerdering van bouwers noodzakelijk eene tweede vraag onder de oogen gezien, namelijk: hoe krijgen wij bouwers, die op het fondament edele metalen en niet bouwstof van eigen meening bouwen?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Hout, hooi, stoppelen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1908

De Wekker | 4 Pagina's