Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Wedergeboorte (XXXIV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Wedergeboorte (XXXIV)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij gelooven, dat wij in dezen niet verder kunnen en mogen gaan dan onze Dordtsche vaderen gegaan zijn. Maar wanneer wij hun standpunt goed verstaan, dan gevoelen wij hoe grootelijks dit verschilt van dat, wat door velen in onze dagen wordt ingenomen. Hoevelen zijn er niet, die het zelfs tot in de tegenwoordigheid van hun eigen kinderen durven uitspreken, dat wanneer de Heere hen vroegtijdig uit dit leven wegneemt, zij van hunne eeuwige zaligheid verzekerd zijn. Reeds dit uit te spreken, waar de kinderen zelf bij tegenwoordig zijn, is al zoo gevaarvol, want het kon een aanleidende oorzaak in later jaren worden tot een zorgeloos en goddeloos leven. Wij kunnen met het bespreken van dergelijke dingen niet te voorzichtig zijn, maar dienen er onze kinderen in het opwassen bestendig op te wijzen, dat zij wedergeboren en bekeerd moeten worden en dat niet het verbond, noch de doop, maar alleen het geloof in den Verbondsmiddelaar hen behouden kan.
Maar vraagt nu eens aan een aantal ouders, waarop deze hunne verzekering rust? Of zij vrucht is van een werkzaam geloof ten opzichte van Gods Verbond en zijne beloften? Want alle andere zekerheid is hier eene zekerheid die wij ons zelven gegeven hebben, maar de zekerheid die uit het geloof vloeit, is een zekerheid die God ons geeft. Wij moeten dit stuk in het belang van velen helder in het licht stellen.
Wij moeten hier wel terdege onderscheiden tusschen de zekerheid, die wij ons zelven geven, of de zekerheid die God ons geeft; tusschen de zekerheid, die uitsluitend vrucht is van verstandelijke overwegingen en gevolgtrekkingen, en die welke uit het geloof in Gods Verbond en belofte geboren wordt.
Ongetwijfeld worden onze kinderen in het Verbond der genade geboren. De gedachte die er bij sommigen nog altijd bestaat, alsof onze kinderen eerst door den Doop in het Verbond der genade worden opgenomen en zoolang den heidenen zouden gelijk wezen, gaat lijnrecht tegen de Verbondsleer der Heilige Schrift in. „En ik zal mijn Verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u en tusschen uwen zade na u in hunne geslachten, tot een eeuwig Verbond, om u te zijn tot eenen God en uwen zade na u” (Gen, 17:7) zegt de Heere tot Abraham en daarmede heeft Hij nadrukkelijk uitgesproken, dat Hij door middel van de natuurlijke voortplanting Zijn genadeverbond voortzet
Daarom kon Petrus op den Pinksterdag zeggen: „Want u komt de belofte toe en uwen kinderen en allen die daar verre zijn, zoovelen als er de Heere onze God toe roepen zal” (Hand. 2:39) en daarom zingt de gemeente na de bediening van het Sacrament, des Doops:

„’t Verbond met Abraham Zijn vrind,
Bevestigt Hij van kind tot kind.”

Wanneer dus de ouders of één der ouders (1 Cor. 7:14) in verbondsbetrekking met God staan, wordt hun zaad niet buiten, maar in het genadeverbond geboren, en als zoodanig komen hun ook de beloften van het verbond toe. Niet omdat zij die in zich zeiven waardig zijn, want in zich zelven zijn ze kinderen des toorns en niet anders waardig dan de verdoemenis, maar die beloften komen hun toe krachtens een genadig bestel Gods. De beloften zijn van het Verbond niet af te scheiden, zoodat waar wij in het Verbond geboren worden, daar worden de beloften van het Verbond ons ook- van stonde aan geschonken en alzoo is het juist de heerlijke leer van het Verbond, die ons geheele leven van af zijn allereerste begin tot op zijn einde omspant en van stonde aan onder de inwerking der Goddelijke genade plaatst en dat leven heiligt.
Hier raken wij nu een van de wezenlijke geschilpunten met de Roomschen en Lutherschen. Daar, zagen wij, bleef er altijd een deel van het natuurlijke leven buiten de inwerking der Goddelijke genade, omdat zij beiden, zij het dan ook onderscheidenlijk, de genade aan het sacrament verbonden en de mogelijkheid altijd bestond dat het kind stierf, zonder dat het dat sacrament of genademiddel ontvangen had. Maar bij ons is dat onmogelijk, omdat de genade niet verbonden wordt aan het sacrament, dat dus eerst moet worden toegediend alvorens de genade ban worden ontvangen; het Verbond, waarin ons zaad wordt geboren, is een gevend verbond, want het schenkt ons de belofte die God er onafscheidelijk aan heeft verbonden. Wat de doop doet is niet anders dan deze belofte op zichtbare en hoorbare wijze aan ons zaad bevestigen, tot versterking van ons geloof, dat God niet alleen ons, maar ook ons zaad in Zijn verbond heeft opgenomen en niet alleen aan ons, maar ook aan ons zaad de belofte van het verbond heeft geschonken. En uit die belofte, uit kracht van het genadeverbond aan ons zaad geschonken en door den doop nader aan hen bevestigd, vloeit nu voor het ouderhart in bange dagen troost en hope voor dat zaad, wanneer namelijk die belofte door het geloof wordt omhelsd en ingeleefd. Dan wordt het verstaan, dat die belofte geens menschen, maar Gods Woord is. En waar het geloof de onveranderlijkheid van deze belofte omvat en den zaligen troost uit deze belofte geniet, daar twijfelt het ouderhart niet, wanneer de Heere het zaad vroegtijdig uit dit leven wegneemt, maar daar rust het in God en het weet zijn zaad zalig op grond der belofte.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1909

De Wekker | 4 Pagina's

Doop en Wedergeboorte (XXXIV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1909

De Wekker | 4 Pagina's