Vragenbus

P. V. te Z. doet ons de volgende vraag:
„Gaarne zag ik eenige opheldering omtrent Openb. 13:18. De uitlegging door ü. Smith daaraan gegeven, komt mij zeer onbegrijpelijk voor.
Door genoemden hoogleeraar wordt gezegd dat het getal 666 slaat op den naam, dien de paus zich, aanmatigt en welken hij ook met juweelen letters op zijn hoed draagt, n.l. Vicarius Filii Dei.
Wanneer men nu volgens Smith de letters uit dezen naam neemt, welke de Romeinen als getalletters bezigden, dan krijgt men ook juist 666. Voor mij is dat niet duidelijk, ik kan onmogelijk meer krijgen dan 661. Ia die uitlegging juist? Zoo neen, wil mij dan s.v.p. eenige opheldering geven in „de Wekker.””
Antwoord. Uit den naam Vicarius Filii Dei (stedehouder van Gods Zoon) is wel het getal 666 te krijgen, wanneer men aldus leest: VICarIVS fILII DeI, welke hoofdletters als Romeinsche cijfers genomen, juist samen de som 666 uitmaken, n.l. 5 + 1 + 100 + 1 + 5 + 1 + 50 + 1 + 1 + 500 + 1. De U en de V worden in het oud Romeinsche schrift met, elkaar verwisseld, zoodat vicarius als vicarivs geschreven wordt. Of echter het getal 666 op den paus wijst, is nog altijd niet bewezen. Vindingrijke menschen hebben in allerlei woorden het getal 666 gevonden, en wie zal het wagen eene beslissing te nemen?
Zoo vindt men hetzelfde getal in den naam Ludovicus n.l. 50 + 5 + 500 + 5 + 1 + 100 + 5 = 666, wanneer men de Romeinsche letters LVDoVICVs bij elkaar telt. Evenzoo in het woord AATEINOΣ (lateinos) wanneer men de grieksche letters als getallen te saam lelt. Anderen hebben het getal 666 gevonden in de getalswaarde van de zeven Hebreeuwsche letters (Buonaparte) n.l. 2 + 6 + 6 + 50 + 2 + 200 + 400 = 666. Zij meenen dat de Antichrist uit het geslacht van Napoleon Buonaparte zal zijn en dat Frankrijk het land is, waaruit de antichrist zal voortkomen. Aldaar zal de wereldlijke macht, meent men, in handen van een persoon komen, die zich verheffen zal boven al wat God genaamd wordt en zich als God zal laten vereeren. Thans reeds wordt in Frankrijk vervuld, wat in Openb. 13:6 staat: „En het beest opende zijnen mond tot lastering van God” enz. De regeeringspersonen lasteren daar God en verachten al wat maar op godsdienst gelijkt, zoodat zelfs de Roomsche kerk zich hare goederen ontnomen zag door de scheidingswet welke alle kerkelijke goederen tot eigendom van den staat verklaarde. Opmerkelijk is de uitdrukking van Napoleon I. toen hij vernam dat koning Gustaaf IV van Zweden in hem (Napoleon) den antichrist zag. Napoleon zeide toen: „de antichrist zelf ben ik niet, maar wel zijn voorlooper.”
Weer anderen hebben in het woord ἀποστατης (spreek uit: apostates) d. i. afvallige, het getal 666 gevonden, n.l. 1 + 80 + 70 + 6 + 3 + 300 + 8 + 200.
Uit al deze verschillende gedachten en meeningen blijkt wel, dat men slechts gist, zonder de beteekenis van het getal te kunnen verklaren. De bijbelverklaring van Klinkenberg zegt zeer eenvoudig: „Maar welke die naam wezen zal, beken ik gaarne niet te weten. Onzes erachtens is de vervulling der gansche geheimzinnige voorzegging nog toekomende, en daarom houden wij het voor vergeefschen arbeid, om iets te willen beslissen. De uitkomst zal alles voor hen, die dan leven zullen, in een helder daglicht plaatsen.”
Het veiligste zal zijn hier niet in spitsvondigheden zich te verdiepen, maar zich te houden aan de les van da Costa: Onmiddellijk eene oplossing te verlangen van het getal van het beest in de Openbaring (13:18) is toch waarlijk niet veel anders, dan of men bij de eerste les in de wiskunde reeds bekend wilde worden met de hoogste stellingen der sferische driehoeksmeting.” Ten tijde van de verschijning van het beest, zal ook zijn getal den geloovigen duidelijk worden.

D. B.

J. P. A. te ’s Grav. vraagt of de Engel, in Zacharia 4:1 genoemd, de Engel des Verbonds of een geschapen engel is geweest. De Engel die in Zacharia 4:1 spreekt, is dezelfde, die reeds in Zacharia 1:9 voorkomt en telkens tot Zacharia spreekt. Hij is een geschapen engel, onderscheiden van den Man tusschen de mirten, die in Zach. 1:11 „de Engel des Heeren” heet en een Goddelijk Persoon n.l. de Messias is. Wel noemt Zacharias den engel, die tot hem sprak „Mijn Heere” b.v. Cap. 4:4, doch die titel luidt in het Hebreeuwsch niet Adonai of Heere, maar Adoni, wat niet anders beteekent dan Mijn Heer. Dezelfde titel gebruikt b. v. Eliëzer Gen. 24:65 van Izak en Achimelech de zoon van Ahitub, als hij tot Saul zijn heer en koning spreekt I Sam. 22:12.

's-Gr. ('s-Gravenhage) D.B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen