Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een hoogst belangrijke kwestie zal binnenkort aan het oordeel van den Duitschen Rijksdag worden onderworpen en wel die van de lijkverbranding ’t Is een van teekenen der tijden dat ook dit beginsel hoe langer hoe meer naar voren dringt en door een steeds wassende schare wordt omhelsd. Waren het vroeger enkelingen en werd de naam van den man of de vrouw die eene zoo dwaze bepaling ten opzichte van haar stoffelijk omhulsel gemaakt had in alle bladen bekend gemaakt, sinds in ons vaderland de vereeniging tot lijkverbranding is opgericht en koninklijke goedkeuring op hare ,Statuten” verwierf, is het getal van dezulken zoodanig toegenomen dat het ons niet eens meer treft, wanneer wij lezen dat het lijk van dezen of genen naar het crematorium te Bremen of Gotha is overgebracht. In ons land is dit niet geoorloofd. Onze begraveniswet zegt in art. 1: Elk overleden persoon en doodgeboren kind wordt in een gesloten kist begraven op een begraafplaats, overeenkomstig de wet aangelegd of volgens de overgangsbepalingen dezer wet toegelaten.
Dit artikel is duidelijk en zoolang art. 1 van kracht is, bestaat er geen mogelijkheid, dat er in ons land een crematorium zou worden opgericht noch een lijk zou worden verbrand. Daarom gaat het verbranden der Iijken in ons land met groote kosten gepaard, daar dit niet anders dan buiten ons vaderland kan geschieden. Wel wordt er sterk door de „Vereeniging voor Iijkverbranding” gearbeid om eene wetsherziening in dit punt tot stand te brengen en zijn er zelfs plannen in de maak om op de begraafplaats bij Velzen een verbrandingsoven te bouwen, maar wij gelooven dat het nog wel eenigen tijd duren zal alvorens in ons land een lijk verbrand worden zal. In Duitschland schijnt er echter ten gevolge van de machtige propaganda die er voor het beginsel der lijkverbranding gemaakt wordt langzamerhand een kentering in de publieke opinie te zijn gekomen. Ook de kerk heeft hier hare vroegere houding ten deze opzichte gewijzigd. Niet dat het beginsel der lijkverbranding goedgekeurd wordt, zoover is het gelukkig nog niet, maar was het vroeger den predikanten verboden hunne medewerking bij een dergelijke uitvaart te verleenen, en werd de predikant die dit nochtans gedaan had, kerkelijk gestraft, thans mogen predikanten op verzoek der betrekkingen en voor zooverre zij zelf geen bezwaren hebben hunne medewerking verleenen en de godsdienstige plechtigheid leiden. Dit is eene zeer bedroevende concessie die de kerk hier aan het in ons oog atheïstisch beginsel der lijkverbranding gedaan heeft en waardoor zij zonder dit opzettelijk te willen, nochtans dit beginsel sterk heeft bevorderd. Want wat hield vroeger velen terug, hoewel zij nochtans aan het beginsel zelf de voorkeur gaven ? Dat zij zonder den predikant zouden begraven worden, wat voor een Duitscher verschrikkelijk is. De begravenis moet in Duitschland nog een godsdienstige plechtigheid zijn, en dit zou geheel ontbreken, wanneer de predikant er op gemist werd Dit is dan ook wel de aanleidende oorzaak dat de minister met een wetsontwerp gekomen is, waarin wel is waar het verbrandingsbeginsel niet wordt gehuldigd, maar waarin het toch hetzelfde recht verkrijgt als het begravingssysteem dat zoo oud is als het menschelijk geslacht en op de Heilige Schrift is gegrond. Immers lezen wij nergens in de H. Schrift van het verbranden van lijken, maar wel van hun begraven worden in de aarde. Ook bij de oudste volkeren, Egyptenaars en Babyloniërs, komt het verbranden niet voor. En als zoodanig kan gerustelijk worden gezegd, dat het begraven in de aarde, in overeenstemming is met die traditie in ons menschelijk geslacht, die eerbiedwaardig is, vanwege haren ouderdom. Opmerkelijk is dan ook wel, al wordt het door de voorstanders der lijkverbranding beslist ontkend, dat dit beginsel hoe langer hoe sterker opkomt, naarmate het ongeloof meer de overhand neemt, en dat het geen belijders van den Christus, maar wel aanhangers van de wijsgeerige ongeloofstheoriën zijn, die zich aan het vuur wenschen over te geven. Dat geeft voor ons te denken, al kunnen wij niet bewijzen, dat deze menschen het doen met het oog op de wederopstanding des vleesches, want dit wordt door het verbranden der lijken evenmin onmogelijk gemaakt als door hunne ontbinding in de aarde.
Toch ontbreekt het in Duitschland niet aan krachtige protesten. Vooral de Roomsche kerk en de Roomsche Staatspartij staan vierkant tegen dit onderwerp over en zullen geen middel onbeproefd laten om het af te stemmen. Terecht heeft men er van christelijke zijde op gewezen dat er tusschen dit wetsontwerp en een wetsontwerp, waarbij de verbranding verplichtend gesteld wordt, maar één schrede ligt, want dat het beginsel er van. niet slechts wordt geduld, maar in de wetgeving is aanvaard, zoodat het nu slechts een kwestie van tijd is, en dan zal dit beginsel voor de wet tot wet worden verheven. Wij zijn van hetzelfde gevoelen, en wij hopen voor Duitschland en voor Nederland, dat het wetsontwerp wordt verworpen, omdat aanneming van dit wetsontwerp bij onze naburen, de actie in ons land zou prikkelen en bevorderen.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1911

De Wekker | 4 Pagina's