Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Eere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen!”
Zoo hebben Gods heilige engelen gezongen in de velden van Bethlehem, bij de komst van Gods Zoon in de wereld, die in de menschelijke natuur op aarde kwam, om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.
Nooit kan een aardsche Vorst in nederiger omstandigheden geboren worden. En nooit is tevens een aardsch Vorst gehuldigd , gelijk dat wonderkindeke uit Maria geboren, ter wiens eere het engelenheir jubelt en zijn grootheid bezingt.
Welk een heerlijk inzicht moeten de jubelende engelen hebben gehad in het doel en einde van de komst van Gods Zoon op aarde, dat zij als verrukt van vreugde zingen: Eere zij God! Eere in de hoogste hemelen, maar ook eere op dit beneden-rond. Eere in het gansch heelal. Eere den Vader! Eere den Zoon! Eere den Heiligen Geest. Eere den driemaal Heilige tot in eeuwigheid, Eere voor alle dingen Hem, die eeuwig leeft, die wonderlijk van Raad en machtig van daad is. En op dien eersten en hoogsten toon van dat geheel eenig gezang volgt een tweede, die luidt: en vrede op aarde. Vrede, waar reeds 4000 jaren is geoorloogd. Vrede, met al de zegeningen, welke in dat ééne woord begrepen zijn. Vrede in en door Hem, van wien later de apostel der Heidenen getuigt,,namelijk van Christus: Hij is onze vrede: Vrede, zoo lang gezocht , zoo vurig begeerd. Vrede, daar het arme zondaarshart naar smacht, als een hert naar de waterstroomen. Vrede, voor al het goud dezer wereld niet te verkrijgen. Vrede, die verkregen worden zal door bloed. Vrede, niet met menschen, maar met God den Heere. Vrede, omdat verzoening zal worden aangebracht door de voldoening van Hem, die als Borg en Middelaar zal optreden voor al Gods uitverkorenen.
En op die tweede grondtoon volgt een derde, die het groote Godsgeheim ontsluiert : in de menschen een welbehagen. Dat Goddelijk welbehagen is aan Gods engelen verklaard. Het zal in de wereld worden gepredikt. Het zal voor ieder, die door Gods genade in deszelfs vrucht mag deelen, een stof van heilige bewondering zijn.
Dat welbehagen, let wel, niet in gevallen engelen, maar in gevallen menschen , Adamskinderen, dat zal tot in alle eeuwigheid de hemelen doen weergalmen van Gods lof en glorie.
Dat welbehagen plaatst ons voor een diepte, die we niet kunnen peilen en voor een hoogte, die geen schepsel kan overzien.
Al Gods beloften en toezeggingen, van oudsher gedaan, in betrekking tot den Verlosser die komen zou, zijn vervuld in en met de komst van Gods Eeniggeborene, die vrijwillig de menschelijke natuur heeft aangenomen, den broederen in alles is gelijk geworden, uitgenomen de zonde.
Was dit voor Gods heilige engelen een stof van lof en glorie, van dank en aanbidding, hoeveel te meer dan voor zondaren, die uit genade deelgenooten zijn geworden van dat zoo onuitsprekelijk heil. Wel mag de gemeente des Heeren bij haar Kerstfeestviering op hoogen toon jubelen: „Zingt, zingt den Heer, die eeuwig leeft, die Zion tot Zijn woning heeft, en laat voor aller volk’ren ooren, met psalmgezang zijn daden hooren.” Welk een blijde tijding komt met de menschwording van Gods Zoon op aarde. Welk een heerlijk evangelie doet dit uitgaan tot de volken, want dat evangelie zegt, dat God zoo lief de wereld heeft gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Er is dus raad voor verlegenen. Er is blijdschap en troost voor treurigen. Er zijn uitkomsten zelfs tegen den dood. Overal waar dat Kerstevangelie wordt gepredikt naar de meening des Geestes, daar wordt de Heilbanier opgericht. Immers, dat wonder-kindeke in Bethlehem geboren, is de Heere onze Gerechtigheid! Het welbehagen Gods zal door Zijne hand gelukkiglijk voortgaan. Van Zijn eigen lippen zal het worden gehoord : Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven.
Ieder Adamskind, dat geloovig tot Hem de toevlucht neemt, en in Hem zijn heil en zijn redding zoekt, zal door Zijne daden worden verblijd, In Hem is geopenbaard de eenige Naam onder den hemel, door welken wij moeten zalig worden. En ieder aanvankelijk gezaligde zondaar stemt met het Godverheerlijkend lied der engelen in: Eere zij God! En bij bet genieten van den vrede, door Jezus verworven, verlustigt Gods kind zich in dat ondoorgrondelijk welbehagen, met de bede, hiernamaals in volmaaktheid te mogen jubelen, wat ge hier slechts stamelenderwijze vermocht: Eere zij God!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Kerstfeest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1911

De Wekker | 4 Pagina's