Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Het is volbracht!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het is volbracht!”

Goede Vrijdag

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johs. 19:30

Vrijdag voor Paschen, de sterfdag des Heeren, welk een geheel eenige dag is dat geweest. Eenig in lijden, eenig in openbaring van haat en vijandschap van menschen, eenig in geduld, lijdzaamheid en vrijwillige onderwerping aan het grievenst leed, aan de grootste smarten, aan schande en smaad, het Lam Gods aangedaan. Eenig is die dag in openbaring van Gods ondoorgrondelijke zondaarsliefde. Eenig ook in overwinning van Immanuêl.
Staande in den geest bij Christus kruis op Golgotha, mogen we met een onzer vaderlandsche dichters wel zeggen:

„Die Gekruiste, die Verwonde,
„Die tot vloek gemaakte en zonde
„Is de Temmer van de hel
„Is de Vorst der hemellingen,
„Is de Schepper aller dingen,
„Is de God van Israël.”

„Voor de zonden der Verkoornen,
„In hun strafschuld gansch verloornen,
„Levert God Zijn” eigen Zoon;
„En Hij stelt op d” eigen stonde,
„Al den gruwel van de zonde,
„Al Zijn zondaarsmin ten toon!”

Wat ging er ontzachelijk veel vooraf aan dat zesde kruiswoord van den lijdenden en stervenden Verlosser, die als Borg en Middelaar voor al Zijn volk zich overgaf tot in den dood. En eer Hij onder Zijn laatste woord Zijnen geest zijnen vader beveelt, geeft Hij, bewust, dat nu alles vervuld was wat van Hem geschreven was, daar getuigenis van, in Zijn roepen aan bet kruis: „Het is volbracht.” Al de profetien waren nu in Hem vervuld. Geheel Zijn Midde-laarswerk was ais zoodanig voleindigd. Aan Gods gerechtigheid was voldaan, de straf der zonde gedragen, alleen nog het sterven zal Zijn lijden volmaken. Met heilige schuchterheid en diepe eerbied opziende naar dien Gekruiste, voegt het ons met een anderen onzer Christelijke zangers in te stemmen;

„“k Zal het nooit doorgronden
„Hoe Gij, zonder zonden,
„„Eli, Eli” zucht,
„“k Zie den hemel tanen
„In een floers van tranen
„En de zonne vlucht !
„“k Zie de doôn
„Hun graf ontvloôn —
„Van d”ellend, die u weêrvaarde,
„Brak het hart der aarde!”

Het is volbracht! zoo weergalmt het van den schedelheuvel. Zoo weerklinkt het tot in de diepte van de hel. Met smaad en schande aan “t vloekhout overdekt sterft de „Man van Smarten”, onder naamloos lijden, maar stervende wordt Hij overwinnaar van de hel! Ween en sidder zondaar, bij het opzien naar dat kruis, bij het bedenken: al mijn zonden, deden Gods heilig kind Jezus, al die jammeren aan. Maar zalig die met een toeeigenend geloof mag zeggen:

„In het kruis zal “k eeuwig roemen!
„En geen wet zal mij verdoemen;
„Christus droeg den vloek voor mij!
„Christus is voor mij gestorven,
„Heeft genâ voor mij verworven,
„“k Ben van dood en zonden vrij!”

Een uitgewerkte zaligheid, wordt nu door het evangelie alom verkondigd, voor een iegelijk die gelooft. Want het bloed van Jezus Christus Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden. Eeuwen lang is er uitgezien, gehoopt en gewacht op dat groote heil, en op die onschatbare genade, door het kruis van Christus ons gepredikt. Scheen het op Golgotha door de hel gewonnen, en scheen het dat de ongerechtigheid over de gerechtigheid zegevierde, juist het tegenovergestelde is ons in die zegekreet van den grooten Overwinnaar Christus gewaarborgd. In de profetie reeds aangewezen en door Gods oude volk erkend als de Heere onze Gerechtigheid, zal de prediking van Zijn volbrachte Middelaars-werk , de hel doen beven, alle vijanden beschamen, terwijl alle naar heil dorstende zielen daarin zullen vinden, wat hun voor tijd en eeuwigheid onmisbaar is.
Van het welbehagen Gods in menschen, hebben de heilige engelen gezongen bij de komst van Christus in het vleesch, en waar hier op Golgotha Christus met groote stem roept „Het is volbracht, zien we dat welbehagen Gods verklaard, zoo aanbiddelijk zoo wondervol, dat we daarbij met een Paulus wel mogen uitroepen: o diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods. Waar arme en ellendige, met zonde en vloek beladen zielen jammeren: „is er nog een middel om de straf op de zonde bedreigd te ontgaan en wederom tot genade te komen, wijst ons het heilig evangelie, naar den lijdenden, stervenden en overwinnenden Immanuël.
Daarom

„Looft, o Sion! prijst uw Heere!
„De aarde luister, “t Lam ter eere,
„Naar uw heilig psalmgedruisch!
„Looft Hem, die de hel verplette!
„Looft Hem, die Zijn volk ontzette!
„Looft uw Koning aan het Kruis !”

Schijnbaar is met het sterven van Christus alles verloren, en heeft de vijandschap aan menschen getriumfeerd. Doch dit is slechts schijn. In werkelijkheid is nu een volkomen overwinning behaald over alle vijanden. Aan den derden morgen zal het blijken, als de Heere der heerlijkheid glorierijk opstaat, om zich aan de Zijnen te openbaren als de Opstanding en het Leven, waarbij Zijn Woord van kracht blijft: „die in Mij gelooft zal leven, al ware Hij ook gestorven.”

De opstanding van Christus

Jezus leeft! zoo luidde de blijmare op den „derden morgen” verbreid. Het graf ledig, de wachters gevloden, de Heere der heerlijkheid is opgestaan. De vijanden verlegen en beschaamd, de vrienden en vriendinnen worden verblijd. De hel is ontroerd, hemel en aarde weergalmen weldra van vreugdezangen. Eere zij God! Eere den Middelaar Gods en der menschen! Eere den grooten Overwinnaar, die een eeuwige verlossing heeft aangebracht.
Viert uw Paaschfeest Christenen! Viert feest Gemeente des Heeren! Zingt van Gods wonderen en groote daden en houdt in gedachtenis dat Jezus Christus uit de dooden is opgewekt. De lentetijd waarin ons Paaschfeest valt, herinnert ons dat van af de opstanding des Heeren de lentetijd voor Christus kerk aanbreekt. Een tijd van nieuw leven, dat in Christus verpersoonlijkt is, wordt aanschouwd, maar dat vervolgens zich ook uitbreiden en openbaren zal in betrekking tot de Gemeente Gods. Ware Christus niet opgestaan dan was onze prediking ijdel, dan was ons geloof ijdel, dan waren onze in Christus ontslapenen verloren, dan was het met al onze hoop voor het heden en voor de toekomst gedaan.
Nu we op zekere en onbedriegelijke gronden weten, dat Jezus leeft, en dat de Heere waarlijk is opgestaan, zal al het pogen der vijanden om het opstandingswonder te weerspreken op teleurstelling uitloopen. Het Leven heeft over den dood getriumfeerd. Met en door de opstanding van Christus is tevens het onwederlegbaar bewijs geleverd, dat de Gerechtigheid Gods is voldaan. De Vader heeft het offer door den Zoon gebracht aangenomen, en daardoor is de vloek der zonde opgeheven, Christus is als Borg overgeleverd om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Met ééne offerande heeft Christus nu volmaakt, allen die door Hem geheiligd worden.
Welk eene verandering ! De met smaad en schande overdekte, — de aan het kruis Genagelde en Gedoode, treedt nu als de Overwinnaar van dood en graf, die den Satan met al zijn macht heeft overwonnen, het leven in, om alleen aan de Zijnen te verschijnen, en aan hen zich te openbaren als de Vorst des Levens.
Hij is dood geweest, maar is weder levend geworden en leeft nu tot in alle eeuwigheid. Hij heeft de sleutels der hel en des doods.
Welk eene verandering ook voor de bedroefde discipelen en discipelinnen des Heeren ! Reeds nu treedt voor hen de belofte in vervulling: „Uwe droefheid zal tot blijdschap worden.” De dag van “s Heeren opstanding wordt een dag van vreugde en van groote verrassing. Een dag van onuitsprekelijke blijdschap.
En de blijdschap van die eerstelingen mogen we wel aanmerken als een profetie van hetgeen nu volgen zal. Wel zal onder strijd en beproeving het evangelie der Opstanding verbreid worden, maar niet zonder rijkgezegende vrucht. Overal waar de levende Christus zal gepredikt worden, zal onder den zegenenden invloed des Heiligen Geestes, kracht van die prediking uitgaan. Die prediking mag den Jood een ergernis en den Griek een dwaasheid zijn, maar hen die gelooven, zal het een kracht Gods zijn tot zaligheid. Eeuwen zijn intusschen voorbijgesneld, vele geslachten hebben vóór ons geleefd, en aan allerlei pogingen, listen en lagen heeft het niet ontbroken, om was het mogelijk die prediking de wereld uit te bannen. Maar Gode zij dank! de Heere zorgt voor Zijn eigen werk. De wereld veracht, het ongeloof spot, maar het geloof aanbidt. Hemel en aarde zullen eens voorbijgaan, maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.
Jezus leeft! Hij leeft als der Koningen Koning en als de Heere der heeren. Hij leeft als het Hoofd van Zijn duur gekocht erfdeel.
Als de levende Christus, nu verheerlijkt aan de rechterhand des Vaders, roept Hij het Zijn strijdende en lijdende Gemeente op aarde toe:
Hebt goeden moed: Ik heb de wereld overwonnen. Ik leef en gij zult leven. Door het geloof met den levenden Christus vereenigd, kunt ge onder Gods toelating, veel op aarde moeten lijden, maar geheel die lijdenstijd is maar een oogenblik in vergelijking met de eeuwigheid. Gelijk voor Christus zelven, alzoo breekt voor ieder Zijner geloovigen de ure der verlossing aan; wat zal dan ook voor die allen de verandering groot, onbegrijpelijk groot zijn. De belofte zal niet falen: die met Hem lijden zullen ook met Hem verheerlijkt worden.
In dat geloovig vooruitzicht kan de Gemeente des Heeren in blijde stemming baar Paaschfeest vieren. Want al zijn de teekenen der tijden vele, en al is in menig opzicht de benauwdheid der tijden groot, zoodat het aan donkere wolken, waar de toekomst mee dreigt niet ontbreekt, toch weten we, dat Christus, die Zijne Gemeente met zijn bloed heeft gekocht, zijn volk niet begeven noch verlaten zal.
Verlost van vloek en toorn, verlost van de verdoemende kracht van de Wet, gewaarborgd tegen alle vijandelijke machten , bewaard in de kracht Gods tot de zaligheid, welke aan ons zal geopenbaard worden, kan ieder oprecht geloovige met Paulus jubelen, door het geloof: niets zal ons scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus onzen Heere.
Viert de wereld haar ijdelheidsfeesten met luiden jubel, haar blijdschap zal tot droefheid worden. Bij den dood ontvalt den armen mensch alles. Dan zinkt alle valsche hoop voor eeuwig weg. Gods kind daarentegen mag en kan zich verzekerd houden, dat de Heere geven zal bet einde en de verwachting aan allen die de verschijning van den Heere Jezus hebben liefgehad.
Wat we op ons heerlijk Paaschfeest herdenken is de grondslag waarop de Gemeente jubelen kan: „Maar na den dood is “t leven mij bereid, God neemt mij op in zijne heerlijkheid.”

„O Christen Paaschfeestl Dag der dagenl
„Uw licht vertroost en heiligt mij:
„Een antwoord Gods op al mijn vragen,
„De rots van mijn geloof zijt gij!
„Gij maakt het graf een Hemelpoorte,
„Aan “d uitgang van dit schaduwsdal,
„Den strijd des doods de weêrgeboorte
„Van “t leven, dat niet sterven zal!
„Het schijnbaar slapen is ontwaken:
„En als de zweetdoek “t overspreidt,
„Voelt juist het oog zijn winsels slaken,
„En — ziet des Hemels heerlijkheid!”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1912

De Wekker | 4 Pagina's

„Het is volbracht!”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1912

De Wekker | 4 Pagina's