Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Engeland (35)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Engeland (35)

De kracht des geloofs (223)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘t Nam heel de gedachte van Cochlaeus in, hoe hij de uitgave van den Engelschen Bijbel zou keeren. Toch durfde hij niet openlijk tegen de hervormden optreden. Dat had hij ook te Frankfurt gedaan, en daarom had hij vandaar moeten vluchten. Aan zulk een proef wilde hij zich niet meer wagen. En toch wilde hij zijn doel bereiken. Daartoe vond hij een tusschenpersoon. In Keulen leefde een keizerlijk raadsheer, Herman Rincke, die vroeger met een zending van den keizer naar Engeland was belast geweest, en na dien tijd een voorliefde voor Engeland had getoond. Aan dezen openbaarde Cochlaeus het gevaar, dat Engeland dreigde door de nieuwe Bijbelvertaling. Een geheim onderzoek bracht aan het licht, dat het waarlijk waar was, dat zulk een uitgave te Keulen gedrukt werd. Daarop begaf Rincke zich naar den senaat van Keulen, legde daar den uitslag van zijn onderzoek bloot, en dreigde met het ongenoegen van koning Hendrik VIII en van kardinaal Wolsey. De senaat gaf toen het bevel, dat de uitgave zou worden gestaakt, en de bewerker of bewerkers van de vertaling zouden worden opgespoord.
Tyndall was eerst zeer uit het veld geslagen , toen hij deze aanzegging verkreeg. De vraag kwam bij hem op, of dan al de jaren van arbeid en ontbering tevergeefsch doorleefd waren. Hij riep uit: „Zij zijn grijpende wolven! Zij prediken anderen: Gij zult niet stelen, en nochtans hebben zij ‘s menschen ziel beroofd van het brood des levens en haar gevoed met de schillen en ledige schalen der hoop op eigen verdienste en het vertrouwen op de goede werken.”
Maar Tyndall begreep dat hij handelen moest, zou de vrucht van zijn arbeid niet verloren gaan. Hij gelastte Roye hem te volgen, en samen begaven ze zich in allerijl naar de drukkerij, grepen in allerijl de vellen, die afgedrukt waren, sprongen in een vaartuig en trachtten met wat ze gered hadden de rivier op te varen, om het alzoo voorgoed te redden.
Inmiddels hadden Cochlaeus en Rincke verlof verkregen, om met enkele stadsdienaars de drukkerij van Byrckman te doorzoeken en de gevaarlijke geschriften in beslag te nemen. Byrckman ontving hen heel beleefd; hij zelf leidde hen zijn drukkerij rond; alles werd onderzocht en nagesnuffeld; maar niets werd gevonden; ‘t scheen of de aanklacht een geheel valsche geweest was! Byrckman wist waar de gedrukte vellen gebleven waren en Cocklaeus en Rincke vermoedden het. Maar op een vermoeden konden ze niet straffen en zoo moesten ze de vervolging opgeven. Ze trachtten na te gaan, waar Tyndall gebleven was, maar konden het niet gewaar worden. Toch wilden ze trachtten het gevaar voor Engeland te voorkomen. Daarom schreef Cochlaeus aan Hendrik VIII, aan Wolsey en aan den bisschop van Rochester : „Twee Engelschen spannen boosaardig te samen om de rust van uw koninkrijk te verstoren, evenals eenmaal de twee kamerlingen samenspanden tegen het leven van koning Ahasveros; doch ik zal, evenals de getrouwe Mordechaï, bun aanslagen voor u blootleggen. Zij willen het Nieuwe Testament in het Engelsch aan uw volk in-handen geven Geef dan bevel in iedere zeehaven, om het invoeren van deze verderfelijke koopwaar in uw koninkrijk te beletten.”
Terwijl dit alles geschiedde, zette Tyndall met Roye zijn vlucht voort. Ze reisden zoo snel mogelijk, maar konden toch eerst na een dag of zes de stad Worms bereiken, waar Luther vier jaren vroeger zijn beroemde pleitrede hield voor den rijksdag. Hier meende hij veilig te zijn en daarom zette hij hier zijn arbeid voort. Peter Schaeffer leende zich er toe zijn persen te gebruiken voor het belangrijk werk der Bijbeluitgave. Tyndall bracht nog een verandering in de uitgave. De druk van Keulen was in den quartovorm; de druk van Worms in den meer handelbaren octavovorm. Beide uitgaven werden bij Schaeffer ten einde gebracht op het laatst van het jaar 1525.
Tyndall was innig gelukkig, dat hij in zoo verre zijn arbeid bekroond zag. Maar nu kwam nog een moeilijke vraag aan de orde. Hoe moesten de Bijbels in Engeland worden ingevoerd ? In dat Engeland, waar ingevolge het schrijven van Cochlaeus aan alle havens nauwlettend toezicht word gehouden ? Toch geloofde Tyndall: de Heere, die hem tot hiertoe zoo zichtbaar had gesteund en bewaard, zou ook verder zorgen!

H. (Harderwijk) V.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1912

De Wekker | 4 Pagina's

Engeland (35)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1912

De Wekker | 4 Pagina's