Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wedergeboorte en bekeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wedergeboorte en bekeering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. V. te O. B. vraagt: „Is er onderscheid tusschen bekeering en wedergeboorte ?”
Antwoord: Hoewel wedergeboorte en bekeering van elkaar niet zijn af te scheiden , moet tusschen beide weldaden van het genadeverbond onderscheid gemaakt worden. Om dat onderscheid duidelijk te verstaan is het noodig eene juiste definitie te geven van hetgeen onder wedergeboorte en onder bekeering verstaan wordt, daar er in het gebruik dezer woorden nog al eens begripsverwarring is.
Niet alle godgeleerden toch verstaan onder wedergeboorte hetzelfde. Calvijn b.v. en onze Nederlandsche geloofsbelijdenis Art. 22 verstaan er onder de wedergeboorte in ruimeren zin, n.l, de geheele vernieuwing des menschen, aanvangende in de bekeering en voortgezet door de heiligmaking. De meeste godgeleerden echter verstaan onder wedergeboorte, de wedergeboorte in engeren zin, d i, de instorting van het eerste levensbeginsel, waardoor de zondaar uit den dood in het leven komt, m. a. w. overgezet wordt uit de macht der duisternis in het koningrijk van Gods wonderbaar licht. Verstaan wij ! dus de wedergeboorte aldus, dan is het die genade weldaad Gods, welke de Heere bewijst aan den uitverkoren doch in zonden en misdaden dood zijnden zondaar in de inwendige roeping, waardoor hij van dood levend wordt. Waar die weldaad plaats heeft, wordt vervuld: De dooden zullen hooren de stem des Zoons Gods en die ze gehoord hebben, zullen leven. Wedergeboorte is dus de levendmaking, dus een daad Gods waarbij de zondaar geheel lijdelijk is. Iemand toch die uit den staat des geestelijken doods wordt geroepen en daardoor levend gemaakt, is geheel lijdelijk.
Paulus noemt die vernieuwing des harten in Tit. 3:5 het bad der wedergeboorte, d, i. de vernieuwing door middel van het bad der door den Heiligen Geest gewerkte wedergeboorte. Evenzoo spreekt I Petr. 1 : 23 van een opnieuw geboren worden en Johannes cap, 3 : 3 van een van boven geboren worden, d. i. eene geboorte die van boven gewerkt wordt in den mensch, In de grondtaal worden in de drie genoemde teksten drie verschillende woorden gebruikt voor de wedergeboorte n.l, wedergeboorte, opnieuw geboren en van boven af geboren worden, doch al die woorden wijzen op een aanvang van een nieuw leven.
Vrucht nu van die wedergeboorte is de bekeering d. i. de omkeering of verandering van den mensch in al zijne genegenheden en de daaruit voortvloeiende nieuwe wandel. Ook voor bekeering heeft het Nieuwe Testament in de Grieksche taal twee woorden, waarvan het eerste eene verandering van de zinnen, van de genegenheden, het andere eene verandering van wandel uitdrukt. Waar de Heilige Geest den zondaar wederbaart daar vloeit uit die levendmaking eene verandering van genegenheden, want wat vroeger door dien zondaar werd bemind, wordt nu gehaat en omgekeerd. Al de genegenheden en hartstochten keeren zich nu naar God en Zijn dienst, en deze inwendige verandering komt naar buiten in een nieuw leven, een jagen naar de godzaligheid. De bekeering is dus: het zich keeren tot God, tot Zijn Wet en dienst om voortaan Gode te leven. In de bekeering is de levend gemaakte actief, handelend en niet lijdelijk. De Heilige Geest maakt hem werkzaam en door deze bewerking keert de zondaar zich af van de zonde, zoo schoon wordt dit in de Leerregels van Dordrecht III en IV § 12 gezegd: „En als dan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt, dat de mensch door de genade, die hij ontvangen heeft, gelooft en zieh bekeert.”
De bekeering is dus de vrucht, de actieve zijde der wedergeboorte. Hoort de zondaar dat God hem roept: „Sta stil op uw zondeweg”, tegelijk wordt hij levendgemaakt en blijft dan stil staan” (wedergeboorte), doch ziende zijn dwaalweg, keert hij zich om en gaat het pad hetwelk ter behoudenis voert (bekeering). Geschiedt nu de wedergeboorte in een enkel oogenblik, de bekeering is een voortgaand werk dat zich openbaart in de heiligmaking en voltooid wordt in de heerlijkmaking.
Wedergeboorte en bekeering zijn dus wel onderscheiden, maar wij mogen ze toch niet van elkaar afscheiden. Dat doen degenen, die leeren dat de wedergeboorte in het hart aanwezig kan zijn, terwijl de mensch nog in de zonde blijft voortleven, gelijk Dr. Kuyper Jr. thans predikant te Rotterdam, heeft geschreven dat Paulus vóór zijne bekeering op den weg naar Damascus „wedergeboren en toch een godslasteraar was”. Onze Catechismus, antw. 64 zegt daarentegen dat het onmogelijk is Christus door een oprecht geloof te zijn ingeplant”, d. i. te zijn wedergeboren, en dan niet voort te brengen vruchten der dankbaarheid of vruchten der bekeering waardig.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1912

De Wekker | 4 Pagina's

Wedergeboorte en bekeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1912

De Wekker | 4 Pagina's