Vragenbus

D. B. te A. Zulk een besluit bestaat niet!

C. D. te H. Is het niet in strijd met de heiligheid van het H. Avondmaal om Zaterdagavond voorbereiding te prediken en den volgenden Zondag H. Avondmaal te houden? Men kan toch een Zondag vooraf eene voorbereidingspredikatie lezen!
Alles wat een weinig afwijkt van het gebruikelijke, is daarom nog niet in strijd met het heilige. Zoo ook dit niet. Regel zal dit wel in geene onzer gemeenten zijn. Waarschijnlijk hebt ge een bijzonder geval op het oog. Bijzondere gevallen wettigen buitengewone maatregelen. En dan gaat de viering van het H. A. met voorbereiding op Zaterdagavond boven het nalaten der viering, omdat den vorigen Zondag geene voorbereiding gehouden is.

Th. te Z. Zou het uit Gods Woord te bewijzen zijn, dat de doop in de plaats der besnijdenis is gekomen?
We verwijzen u daarvoor naar Col. 2: 11,12. We lezen daar „In welken (nl. Christus) gij ook besneden zijt met eene besnijdenis, die zonder handen geschiedt , in het uittrekken van het lichaam der zonde des vleesches, door de besnijdenis van Christus: zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met (Hem) opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, die Hem uit de dooden opgewekt heeft.
Was onder het Oude Verbond de uitwendige besnijdenis teeken en zegel van de rechtvaardigheid des geloofs, gelijk die geschonken en uitgewerkt werd in en door de inwendige besnijdenis, zoo is onder het Nieuwe Verbond de doop als zegel gesteld voor de besnijdenis, die zonder handen geschiedt.
Christus, als Vervuller der wet, maakt met zijne eenige bloedstorting ook een einde aan het bloedig sacrament.

Th. te Z. Hoe moet verstaan worden: Gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van den visch, alzoo moet de zoon des menschen drie dagen en drie nachten zijn in het hart der aarde. Is Christus niet slechts twee dagen en twee nachten in het graf geweest?
Op andere plaatsen dan deze (Matth. 12:40) spreekt Christus van zijne opstanding ten derden dage. Vinden we in Matth. 27:63, Mark. 8:31 ,na drie dagen”, dan heeft dit dezelfde beteekenis. Ook wij spreken van over acht dagen en bedoelen dan den achtsten dag.
In Matth. 12 : 40 bezigt onze Heiland niet den Griekschen term ter aanwijzing van den tijd, maar in overeenstemming met zijn type een Hebreeuwschen vorm (Jona 1:17). Vergelijking met het verhaalde in 1 Sam. 30:12, 13 doet ons zien, dat we bij de uitdrukking drie dagen en drie nachten niet angstvallig aan 3 X 24 uren hebben vast te houden. Drie dagen en drie nachten beteekent 3 dagen, zonder een juisten tijd uit te drukken.

A. (Amsterdam) L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen