Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland (III)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk wij de vorige maal mededeelden, besloot de Synode onzer kerk in 1863 om eene commissie te zenden naar de de Synode der Vereenigde Presbyteriaansche kerk van Schotland in 1864.
Als afgevaardigden werden benoemd de docenten H. de Cock en A. Brummelkamp.
Zaterdag 13 Mei 1864 vertrokken zij van Rotterdam per stoomboot naar Harrich en van daar naar Londen. In Londen woonden zij eene godsdienstoefening bij in den tabernakel van Spurgeon, waar 5000 toehoorders vergaderd waren. Den volgenden nacht reisden zij naar Edinburg, Schotland's hoofdstad, alwaar zij naar eene reis van elf uren per spoortrein aankwamen. In dien tijd hadden zij eene afstand van 450 Engelsche mijlen of 133 uur gaans afgelegd.
Des Maandagsavonds woonden zij de opening der Synode bij. Aldaar waren niet minder dan 4 à 500 predikanten en evenveel ouderlingen in Synode vergaderd. In de Schotsche kerk toch is de afvaardiging wat anders ingericht dan bij ons. Terwijl bij ons uit iedere classis zes afgevaardigden ter Synode worden gezonden, zendt in de Schotsche kerk iedere gemeente een predikant en een ouderling ter Synode. In de eerste jaren na 1892 geschiedde dit ook bij ons, omdat wij toen nog geen classicale indeeling hadden. Zulk eene afvaardiging uit iedere gemeente heeft dit voor, dat de kerk in Synode dan eene juistere vertegenwoordiging is van de geheele kerk. Mocht onze kerk overgaan tot het instellen van provinciale Synoden, dan zal onze algemeene Synode nog minder het beeld van eene algemeene vertegenwoordiging der kerk vertoonen. Daarom kunnen wij het instellen van provinciale Synoden niet in het belang van de kerk achten, maar veeleer een stap in verkeerde richting. Ook op de eerste van Synode te Jerusalem in Hand. 15 beschreven, waren geen afgevaardigden van classes of provinciale Synoden, maar afgevaardigden der gemeente. Doch keeren wij naar de Synode der vereenigde Presbyteriaansche kerk terug.
Juist ter zelfder tijd werd in Edinburg nog eene Synode gehouden en wel die der Vrije Schotsche kerk, eene kerkengroep , die evenals de Vereen. Presb. kerk zich van de Staatskerk heeft afgescheiden. Doch deze afscheiding dateert eerst van 1843, terwijl die der Vereen. Presb. kerk in 1732 en 1752 begonnen is. Beide Synoden namen een voorstel aan om een gemeenschappelijk biduur te houden, 't welk plaats had op Vrijdagavond 19 Mei, In de zaal der Vrije Schotsche kerk was plaats voor 4000 personen, en daarom werd in die zaal de ure des gebeds gehouden, welke zeer treffend was. Vele jaren later zijn beide kerken vereenigd, onder den naam van Vereenigde Vrije kerk. De commissie onzer kerk woonde het biduur bij en bezocht ook de Synode der Vrije Schotsche kerk.
Deze kerk is eene jongere zuster van de Vereen. Presb. kerk. Na de afscheidingen der Erskines in 1732 en Gillespie in 1752, was de staatskerk al meer en meer ingezonken door het afwijken veler predikanten van de Gereformeerde leer. In het begin der negentiende eeuw kwam er weder eene opleving der waarheid. Tegenover de richting der gematigden, die ver van de belijdenis afweken, traden enkele mannen op die de oude waarheid met kracht gingen prediken. Deze meer positieve richting vond veel steun bij het volk. De behoefte aan getrouwe predikanten werd steeds meer gevoeld en vandaar verzetten vele gemeenten zich tegen het patronaats recht, waardoor onrechtzinnige predikanten aan de gemeenten konden worden opgedrongen. De oude strijd van de vorige eeuw herleefde.
Dit had tengevolge dat de Synode der Staatskerk in 1834 de „Veto-acte” aannam, waarbij aan de gemeenten het recht word gegeven, bij meerderheid van stemmen, den predikant, dien de patroon haar wilde geven, te weigeren, indien hij haar niet aanstond.
De regeering wilde echter de Veto-acte niet erkennen en de onrechtzinnige partij in de kerk was het daarmede eens, terwijl de Synode bij haar besluit bleef, gesteund door de rechtzinnige partij. Negen jaar duurde de strijd en treurige tooneelen vielen soms voor. De rechtzinnige partij gevoelde eindelijk dat het zoo niet kon blijven. De regeering wilde niet toegeven en zij kon de Veto-acte niet intrekken. Op de Synode van 1843 kwam het tot afscheiding van de rechtzinnige partij van de Staatskerk.
Hoe dit plaats vond zullen wij de volgende maal D.V. vernemen.

D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1913

De Wekker | 4 Pagina's

Buitenland (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1913

De Wekker | 4 Pagina's