Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was 13 Mei 1843. Deze dag verrees de zon aan den vaak bewolkten hemel van Schotland in schoonen glans en hare stralen kondigden reeds een schoonen lentedag aan. Op dien dag vergaderde de synode der Schotsche staatskerk in Edinburg. De president der vorige synode hield vooraf eene predikatie over de woorden: „een iegelijk zij in zijn gemoed ten volle verzekerd.” Rom. 14:5.
Na de predikatie ging de Lord Oppercommissaris in een koninklijk rijtuig naar de kerk van St. Andrews waar de synode vergaderen zou. In deze kerk zou een groot deel der synode aan den staat den scheidbrief geven en de staatskerk verlaten. In de kerk was een troon opgericht voor den vertegenwoordiger der regeering. Aan de rechterzijde en linkezijde van den troon zaten de afgevaardigden. Bij de rechtzinnigen merkte men ernstige blikken op, die getuigden van het gewicht dezer vergadering, bij de gematigden was een angstig voorgevoel op het gelaat te lezen.
Na het openingsgebed volgde eene plechtige stilte. Daarna las de president het protest der rechtzinnigen tegen den patronaatsdwang voor. Die voorlezing werd met de diepste stilte aangehoord. Toen de president geëindigd had met de lezing, verliet hij zijn zetel, legde het stuk bedaard neder op de tafel in het midden der synode, en terwijl hij eene beleefde buiging maakte voor den troon, waarop de vertegenwoordiger van Koningin Victoria gezeten was, verwijderde hij zich en verliet de kerk. De eene predikant voor, de andere na, en zoo ook met de ouderlingen, — allen die in de kerk van Schotland bekend stonden als voorstanders der Waarheid — verlieten de kerk en volgden den president, zoodat een groot aantal banken ledig waren geworden.
De Lord Oppercommissaris en de gematigden sloegen dit gade met een oog van verbazing en vrees. Men had de regeering verzekerd dat geen dertig, ja geen vijftien synodeleden zich zouden af scheiden en nu volgde een rij van predikanten en ouderlingen van meer dan driehonderd personen. De toeschouwers op de galerijen der kerk gaven teekenen van instemming met de scheiding, en volgden hun ambtsdragers.
Zoo verbraken vele leeraars de kluisters waarmede staatsdwang hun wilde gevangen houden, om arm maar vrij Christus’ kerk te verlossen van antischriftuurlijke banden.
Buiten de kerk gaf het volk vele blijken van goedkeuring aan de heengaande ambtsdragers. De leeraars en ouderlingen, die een langen trein uitmaakten en door eene samengedrongen volksmenigte op hunne schreden werden gevolgd, maakten zich gereed om als eene afzonderlijke Synode te vergaderen. En niet alleen het volk ging mede. De deputatiën van de Pres-byteriaansche Kerken van Amerika, Ierland en Engeland en van de Schotsche afgescheidenen (de kerk der Erskines) verlieten ook de kerk en keerden den rug toe aan de pracht en statie, welke met de Synode in de St. Andrewskerk verbonden was, om de voetstappen te volgen van de mannen der protesteerende kerk. Zelfs de Iersche presbyterianen, wier kerk door den Engelschen wordt gesteund, bleven niet achter. De protesteerenden gingen nu naar eene ruime zaal, de Tonfieldhall en zetten daar hun Synode voort, Ds. Welsh, president der verlaten Synode opende met een roerend gebed, waarbij velen tot tranen bewogen waren. Daarop koos de vergadering op voorstel van Ds. Welsh, Dr. Chalmers tot president bij acclamatie. Dr. Chalmers was dus de eerste voorzitter van de Synode der Vrije Schotsche Kerk, die thans geinstitueerd werd. Hij las eene acte van afscheiding voor welke door alle predikanten en ouderlingen onderteekend werd, welke onderteekening vijf volle uren duurde. Voor vele predikanten was die onderteekening eene opoffering van al hun inkomsten. Het gezamelijk bedrag van staatstractementen, welke nu door de leeraars der Vrije Kerk gemist werd, bedroeg honderd duizend ponden sterling. (Een pond sterling is f 12.—). In ’t geheel teekenden nu ter Synode of kort daarna 474 predikanten en omtrent twee duizend ouderlingen de acte. De meerderheid van ambtsdragers en leden scheidde zich dus af van de Nationale kerk.

D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1913

De Wekker | 6 Pagina's

Buitenland (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1913

De Wekker | 6 Pagina's