De eenzaamheid

Eenzaamheid kan doen denken aan iets wat somber en treurig stemt, maar ook aan iets wat voor den christen zeer bekoorlijk is.
Somber en treurig is zeker de eenzaamheid, als we b. v, denken aan toestanden, gelijk er zoovele zijn, als door sterfgeval een vrouw haar man en daarmee niet zelden haar kostwinner verliest en soms zonder kinderen eenzaam achter blijft. Als ge dan de woning van zulk een zwaar beproefde binnen komt en als antwoord op de vraag naar den welstand der zwaar beproefde weduwe hoort „’t Is mij zoo eenzaam,” — dan zou men wel van steen of ijzer moeten zijn, als u dat onder tranen wordt gezegd. Men moet het dan ook maar eens raden, wat onder dergelijke omstandigheden vaak doorleefd wordt. Dan staat het niet op de voordeur geschreven, wat daar binnen geleden en geweend wordt. Maar eenzaamheid kan ook bekoorlijk zijn, als de mensch, die God vreest en in veel beslommeringen zit van het dagelijksche leven, ter nauwernood tijd en gelegenheid kan vinden tot het hoogst noodige van hetgeen tot onze huisgodsdienst behoort, eens van de eenzaamheid kan genieten. De gelegenheid is dan dus zeer geschikt tot stille afzondering in ’t gebed, en tot overdenking van de dingen, die ons eeuwig zielenheil aangaan. Vele, zeer Godzalige menschen hebben daar de uren van den nacht voor uitgezocht, terwijl anderen den zeer vroegen morgen zoo bijzonder geschikt hebben geoordeeld. Men spreekt, met het oog daarop nog wel eens van: „Zalig eenzaam, met God gemeenzaam.” Er komen tijden en oogenblikken in het leven van Gods kinderen, dat het bepaald eene behoefte is, om alleen, om met God alleen te spreken en in stilheid zijn hart uit te storten voor zijn Hemelschen Vader. Zulk een vertrouwelijken omgang van het kind met zijnen hemelschen Vader, draagt Gode verheerlijkende vrucht, Dat sterkt in den geestelijken strijd. Het zal de zonde steeds meer doen haten en ernstiger doen jagen naar het wit van den prijs der roeping Gods. Treurig is het, als men christen wil heeten en persoonlijk aan zulk een leven geen kennis heeft.
J. Wisse

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen