Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De prins von Wied die in hoog gestemde geestdrift voor ieder die het maar wilde hooren den lof van zijn nieuwe koninkrijk Albanië bezong, is met vrouw en kinderen op een van de Oostenrijksche oorlogschepen in de haven van Durazzo gevlucht. Dat was het bericht dat ons dezer dagen plotseling bereikte. Het werd natuurlijk heel spoedig tegengesproken. Een koning die vlucht, voordat hij nog een geweerschot gehoord of kruitdamp geroken heeft is nu niet zoo een heel imposante verschijning en daarom moest er wel wat op gevonden worden waardoor deze koninklijke vlucht in een ander licht werd geplaatst. Maar het feit kan niet worden geloochend dat de vorst van Albanië het veiliger vond op een Oostenrijksch oorlogschip dan in zijn paleis te Durazzo, ’t Was vooruit wel te zien dat het daar in Albanië niet gaan zou. Wanneer de grootmachten van Europa, die uit onderlinge naijver dat koninkrijk Albanië gesticht hebben, ergens een Napoleon hadden kunnen vinden, die met een paar honderd man wonderen van dapperheid kon verrichten, een man met een sterke wilskracht en juisten blik om het nieuwe koninkrijk, dat als een kunstmatig ding op de onstuimige Albaneesche wateren dobbert, een veilige haven binnen te loodsen dan ware het misschien nog wat geworden, maar nu vrees ik, dat de nieuwe koning weer heel spoedig in zijn prachtig paleis te Neuwied zal wonen, of hij zou daar ginds moeten vermoord worden, want in Albanië neemt men het niet zoo nauw met een menschenleven. Volgens de jongste berichten moeten zijn moordenaars al gehuurd zijn en alleen het energieke optreden van den Nederlandschen majoor Sluys moet de uitvoering van het plan hebben verhinderd.
Maar wat is er dan eigenlijk in Albanië los. De zaak is heel eenvoudig.
Daar woonde een man Essad passa de verrader van Scoetari, zoo wordt hij thans genoemd, nadat over de capitulatie van deze vesting het volle licht is opgegaan, die gaarne koning der Albaneeschen had willen worden. Deze Essad is rijk en machtig, met de aanzienlijkste geslachten der Albaneezen verbonden en wordt vereerd door een groot deel van het volk, Hij had zich ook al tot koning van Albanië laten uitroepen en er moeten zelfs postzegels vervaardigd zijn met het beeld van Essad I. Maar dat was niet naar den zin van Europa. De gehouden conferentie te Londen had nu eenmaal besloten dat de kroon van Europa zou gedragen worden door een buitenlander en prins von Wied werd aangezocht om de vorstenkroon van Albanië te aanvaarden. Hij deed het, vertrouwende dat wat Europa beloofde het stellig ook zou vervullen. Nauwelijks werd in Albanië vernomen dat men een christenvorst krijgen zou of de bevolking, overwegend Mahomedaansch en aangehitst door de aanhangers van Essad, kwam in beweging. Maar hij zelf was wel zoo sluw er buiten te blijven. Hij ging naar Neuwied en bood daar in een gloeiende toespraak den prins von Wied namens het Albaneesche volk de kroon van Albanië aan. Grooter komedie is er niet gespeeld dan in het paleis te Neuwied, want de beide mannen die daar tegenover elkander stonden en elkander met beleefdheden overladen waren antipolen en de toeleg van Essad was van stonde aan om koning achter en boven den koning te zijn. In naam de prins von Wied, in den daad Essad vorst van Albanië. Schikte de prins zich daarin, dan kon alles een poosje goed gaan, maar anders liep het al heel spoedig mis.
Maar de nieuwe vorst kon zich daar niet in schikken. Hij gevoelde spoedig hoe drukkend de invloed van Essad op hem was. Hij kende zich zelven niet en worstelde te vergeefs om zich aan den invloed van dezen machtigen man te onttrekken. Daarbij waren de toestanden aller ongunstigst. Geheel Epirus, een gedeelte van het nieuwe koningrijk, was in opstand en begeerde aansluiting bij Griekenland. Heimelijk werd deze opstand der Epiroten door Griekenland begunstigd; officieel kon het verklaren, dat de opstandelingen geheel op eigen gezag handelden. En de vorst had geen leger waarmede hij tegen die opstandelingen kon optrekken. Slechts wat gendarmen die door Nederlandsche officieren werden geoefend en aangevoerd. En Essad had wel schik in dien opstand. Dat bleek toen de Nederlandsche overste Thomson op eigen gezag een vergelijk met de Epiroten getroffen had, dat zeer voordeelig voor den vorst was. Nauwelijks had Essad dit gehoord die destijd generaal instructeur der Albaneesche krijgsmacht was of hij riep daarover overste Thomson op tot verantwoording, overlaadde hem met de heftigste verwijtingen en maakte de gedane overeenkomst te niet. Van af dat moment speelde Essad een dubbele rol. Hij was de heimelijke aanstichter van een boerenopstand in midden Albanië en wist door zijn agenten te bewerken dat de boeren naar Durazzo oprukten, terwijl hij zich steeds aan de zijde van den vorst bevond en beweerde dat de geheele beweging niets te beteekenen had. Totdat de Nederlandsche majoor Sluys het verraderlijke spel van Essad ontdekte en den vorst duidelijk maakte dat hij vallen moest of Essad moest gevangen genomen worden. Er was geen middenweg. De vorst liet zich overtuigen en onmiddellijk gaf majoor Sluys bevel het huis van den verrader te omsingelen, die meenende dat tegenstand vruchteloos was, zich op lijfsbehoud overgaf. Geheel Europa stond verplet toen de telegraaf de tijding bracht dat Essad gearresteerd en verbannen was. En onmiddellijk maakte de politiek zich van deze gebeurtenis meester. De Italiaansche pers sprak van een complot tusschen de Nederlandsche officieren en Oostenrijk, de Eransche pers beweert dat Duitschland de hand in dit alles heeft. Rusland verklaart op hoogen toon dat het niet dulden zal dat Oostenrijk zijn invloed op den Balkan uitbreidt.
De controle commissie die de groote mogendheden in het leven geroepen hebben om zoo noodig den vorst terzijde te staan, vergadert dagelijks. De toestand is verwarder dan ooit. Een paar Nederlandsche officieren zijn al krijgsgevangen gemaakt, maar weer los gelaten. En toen de vorst vernam, dat de opstandelingen naar de hoofdstad optrokken, vluchtte hij in allerijl op een Oostenrijksch oorlogschip. Er schijnen daar besprekingen tusschen de opstandelingen en de controle commissie te worden gehouden. De vorst is vrijwel uitgeschakeld en niemand kan zeggen wat de eerste dagen ons zullen brengen: licht of toenemende duisternis.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1914

De Wekker | 4 Pagina's