Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland 21

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXI.
Het jaar 1688 was het jaar der verlossing voor de presbyteriaansche Kerk in Schotland. Toch was het begin van dit jaar nog bloedig. Op 1 Februari werd Ds. James Renwick te Edinburg gevangen genomen. Zijn jeugd (hij was niet ouder dan zes en twintig jaar) de eenvoudigheid in al zijn doen en laten, zijn schoon en ernstig voorkomen en de openhartigheid en kalmte zijner antwoorden, dit alles wekte zelfs het medelijden niet op bij zijne rechters. Ook hij werd veroordeeld om te sterven. Toen hem gevraagd werd of hij ook eenig uitstel wenschte, was zijn antwoord: „Dit is mij geheel hetzelfde; zoo men mij uitstel verleent, het zal mij wel zijn; mijn Meesters tijd is de beste.”
Den zeventienden Februari werd hij naar het schavot henen geleid. Men had hem verboden te bidden of tot het volk te spreken, maar daar hij zich aan dit verbod niet onderwerpen wilde, had hij nauwelijks den mond opengedaan om het volk toe te spreken of de trom werd geroerd en daardoor werd aan het volk onmogelijk gemaakt om hem te verstaan. Zijne vrienden evenwel luisterden scherp toe en mochten dan ook enkele woorden van hem opvangen. Zoo hoorde men hem zeggen: „Ik sterf met de erkentenis van Gods Woord als den eenigen regel des geloofs. Ik blijf getuigen tegen Pausdom en prelaatschap en tegen alle aanmatiging, ten aanzien van de rechten van Christus, den Koning van de koningen der aarde.”
Hem werd nu bevolen den ladder te bestijgen en hij deed dit met de woorden: „Heere, ik sterf in het geloof dat Gij Schotland niet zult verlaten, maar dat gij integendeel het bloed der martelaren tot het zaad der kerk zult maken, Heere, kom haastig.”
Dit geloof is gebleken niet ijdel te zijn geweest. Wij lezen van de kinderen Israëls tijdens hun verblijf in Egypte, dat zij zuchtten van wege hun harden dienst tot God en God gedacht aan Zijn verbond en Hij kende ze. Ja God was op weg Mozes bekwaam te maken tot Israëls leidsman in denzelfden tijd toen Israël bad om verlossing. Alzoo was ten tijde van Renwick's sterven God reeds op weg ter verlossing van Schotland.
Op 10 Juni 1688 werd de koningin, de gemalin van Jacobus II, die tot dusver geen zonen gehad had, moeder van een prins, welke gebeurtenis de Roomschen met blijdschap en de Protestanten met vrees vervulde. De kroon, die anders na Jacobus' dood, vervallen zou zijn aan Maria, de oudste dochter van Jacobus, gemalin van onzen stadhouder prins Willem III van Oranje-Nassau, zou nu komen aan den jongen prins. En wat het ergste was, de jonge prins zou in de Roomsche kerk gedoopt worden, ja tot peetoom of doopvader zou fungeeren niemand minder dan de paus van Rome. Dit voorspelde voor de toekomst niet veel goeds. Jacobus koos nu openlijk de partij van Rome en ook in Engeland gingen nu de oogen open voor het gevaar van een Roomschen koning. Tot dusver had Jacobus meer tegen de Presbyterianen gewoed dan tegen de Engelsche Episcopalen, die de gereformeerde leer en een meer op Rome gelijkenden eeredienst hadden, maar men vreesde in Engeland terecht dat Jacobus ook de Episcopaalsche Kerk tot Rome zou terug brengen. Dit wilden de Engelsehen niet. Zij zagen nu in Jacobus den verdediger van Rome, gelijk Willem III van Oranje in Europa optrad als de verdediger van het Protestantisme.
Willem's hulp werd nu door de Engelschen ingeroepen en met toestemming van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden voer onze stadhouder met een groote vloot naar Engeland en kwam op 5 November 1688 op de kust van Devonshire aan. De Engelsche vlag wapperde van de masten zijner schepen en in die vlag las men de woorden: „De Protestantsche godsdienst en de Vrijheden van Engeland,” terwijl daaronder de zinspreuk van het huis van Nassau: Je maintiendrai” (Ik zal handhaven) werd opgemerkt.
Toen de aankomst van Willem aldaar in Londen bekend werd, besloot Jacobus te vluchten. In den avond van 9 November ontvluchtte de koningin in vermomming met den jongen prins, zijne min en nog twee andere personen. In een open boot voeren zij de rivier de Theems af, blootgesteld aan koude regen naar het Fransche schip dat gereed lag hen op te nemen.
Twee dagen later ontvluchtte de koning en de pauselijke nuntius. Jacobus, hoezeer ook vermomd, werd herkend en naar Londen teruggebracht en gevangen gezet te Rochester. In den nacht van 23 December vluchtte hij andermaal en nu gelukte het hem Frankrijk te bereiken. Terstond ging hij naar Lodewijk XIV, de vervolger der Fransche protestanten, door wien hij met open armen ontvangen werd. Engeland en Schotland waren intusschen bevrijd van den dwingeland en herademden. Het parlement verklaarde Jacobus vervallen van den troon en Willem III en Maria werden tot koning en koningin van Engeland en Schotland uitgeroepen.
Spoedig herstelde Willem de rechten en vrijheden der Presbyteriaansche kerk in Schotland.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Buitenland 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1914

De Wekker | 4 Pagina's