Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

J.P, H. te B. Hoe moet verstaan worden I Corinthe 11 : 4, 5 en 15—15. Is nu de bedoeling, dat meisjes, die tot den vrouwelijken leeftijd gekomen zijn, en vrouwen, die gewoon zijn blootshoofds haar huiselijk werk te verrichten, wanneer Gods Woord gelezen wordt en onder het gebed haar hoofd moeten dekken of is haar het haar tot een deksel gegeven?
We kunnen ons van deze vraag níet afmaken door eene eenvoudige verwijzing naar vs, 15. Waar blijven we dan met de verzen 4 en 5 ? In vs. 5 is dunkt ons duidelijk sprake van een ander deksel dan het lange haar, „want indien de vrouw bidt of profeteert met ongedekten hoofde, het is een en hetzelfde alsof haar het haar afgesneden ware.” En vs. 6: „Indien eene vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worde”, d. i. als zij zich als man ongedekt wil stellen in gebed of profetie, dat zij dan ook gelijk de man het hoofdhaar korte of afschere.
Het is o. i. duidelijk, dat de apostel hier niet spreekt van het godsdienstig verkeer in den huiselijken kring, maar van het optreden in de openbare godsdienstoefening. Mocht de vrouw daarin op de een of andere wijze op den voorgrond treden, dan erkenne zij, ook in de dekking des hoofds, dat zij staat niet naast, maar onder den man (vs. 3 en 7). Ook om der engelen wil zal zij deze welbevoegehjkheid in acht nemen. Ook al zouden menschen er zich niet aan ergeren, de engelen tegenwoordig zijnde met de geloovigen, als zij samenkomen, moeten getuigen zijn van de ware ondergeschiktheid, gelijk ook zij zich dekken voor het Goddelijke wezen.
Op een andere plaats zien we dat de apostel zelfs den vrouwen gebiedt in de gemeente te zwijgen en aldus recht die plaats in te nemen, welke haar betaamt.
Een ander geval dunkt het ons te zijn in den huiselijken kring. Onder Israël verscheen de vrouw in het openbaar gesluierd, in huis was zij ongesluierd. In huis staat als vanzelf de man als het hoofd. Hij gaat voor als priester. Onder zijn voorgang naderen vrouw en kinderen tot den Heere. (Hier is niet uitgesloten het persoonlijk gebed.) Waar echter in Christus niet is man of vrouw, maar een nieuw schepsel, daar kon (zijn we niet allen, mannen en vrouwen, hoogmoedig van nature ?) de gedachte opkomen bij de vrouw, dat nu in het openbaar samenzijn der gemeente ook het onderscheid van man en vrouw verviel. Dat is niet waar. Daarom in de bijeenkomst der gemeente zij de vrouw gedekt.
Daar zijn er, die ook in den huiselijken kring zulks verlangen. Zullen wij het laken ? Moet niet ieder in eigen gemoed dan ten volle verzekerd zijn?
F. Lengkeek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1914

De Wekker | 4 Pagina's