Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Reformatie in Engeland 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Reformatie in Engeland 4

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.
Hendrik VIII werd opgevolgd door zijn eenigen zoon Eduard, die bij zijns vaders dood nog slechts den leeftijd van tien jaren bereikt had. Hij was de zoon van Janne Seymour, de derde vrouw van Hendrik VIII. Zooals wij vroeger mede gedeeld hebben, heeft Hendrik VIII zich van zijne eerste vrouw laten scheiden en daarna Anna Boleyn in 1532 gehuwd. Hij liet haar echter vier jaren later onthoofden en huwde in het zelfde jaar met Jeanne of Johanna Seymour. Een jaar daarna werd Eduard geboren, die in 1547 als Eduard VI den troon beklom. Hij was een beminnelijk vorst, die toen reeds blijken gaf van goed verstand en de beginselen der Hervorming toegedaan was. In dat opzicht verschilde hij veel van zijn zijn vader, die slechts met de Roomsche kerk brak om Anna Boleyn te kunnen huwen. Daar Eduard's moeder vroeg gestorven was, kwam Eduard spoedig onder de leiding van Cranmer. Na den dood van Eduarda moeder was Hendrik VIII gehuwd met Anna van Cleef, zijn vierde vrouw, die hij in 1539 verstiet, om enkele maanden daarna met Catharina Howard te huwen. Ook met haar leefde Hendrik slechts twee jaar, want in 1541 moest ook Catharina haar hoofd op het schavot verliezen, Hendriks zesde vrouw Catharine Parth overleefde hem.
Onder Eduard's regeering kwam er eene groote verandering in de begonnen reformatie. De jeugdige Koning, die van 1547— 1553 regeerde, kwam onder voogdij van den hertog Somersett, die een geestverwant was van Cranmer. Nu werd de reformatie in evangelischen zin voortgezet. De zes artikelen van 1539, welke bepaalden dat de leer der kerk in Roomschen geest moest gehandhaafd, werden ingetrokken. De beelden-vereering in de kerken werd verboden. Het vasten en de oorbiecht werden aan ieders conscieniie overgelaten, en bepaald werd, dat voortaan het Heilig Avondmaal onder beide gestalten (brood en wijn) zou worden bediend. Wel werd het bisschoppelijk stelsel van kerkregeering behouden — Cranmer zelf werd Aartsbisschop van Canterburg — maar de leer werd hervormd in den geest van Calvijn.
Ook op wetenschappelijk gebied zorgde Eduard dat de beginselen der Gereformeerde leer triomfeerden, door aan de Universiteiten te Oxford en te Cambridge mannen te plaatsen, die van harte de reformatie waren toegedaan. Zoo werden Petrus Martyr en Bernard Ochnius naar Oxford en Martinus Bucer en Paulus Fagius naar Cambridge beroepen.
Engeland werd nu het toevluchtsoord der verdrukte Protestanten uit Nederland. Een groot aantal Noord- en Zuid Nederlanders vluchtten nu naar Londen, alwaar zij met open armen ontvangen werden. Eduard VI werd hun machtige beschermer. Hij ruimde hun de Augustijner kerk te Londen in, waar in het Hollandsch gepreekt werd. In 1550 verleende hij aan drie honderd tachtig van deze vluchtelingen het burgerrecht. Op raad van aartsbisschop Cranmer droeg de koning aan à Lasco het bestuur over deze gemeenten van Nederlandsche en Vlaamsche ballingen op.
Reeds in 1548 was à Lasco hierover door Eduard geraadpleegd en hij had destijds zes maanden lang bij Cranmer ingewoond. A Lasco kreeg van den koning volkomen vrijheid de Nederlandsche vluchtelingen — gemeenten in te richten naar zijn goedvinden, en deze nu voerde de Oost-Friesche kerkorde en de Embder Catechismus in, stelde eene geloofsbelijdenis op en gaf formulieren voor doop en avondmaal. Zoo zijn o. a. de vragen in ons kinderdoopsformulier ontleend door Caspar van der Heyden aan het formulier van a Lasco te Londen, doch door van der Heyden eenigszins anders geformuleerd. Naast à Lasco arbeidden zelfs vier andere predikanten in deze Nederlandsche gemeenten van vluchtelingen en een ouderling, afkomstig van Gent met name Jan Utenhove, gaf aan deze gemeenten een psalmberijming. Zoo begon in Engeland de reformatie zich te ontwikkelen. Ook de Engelsche kerk kreeg eene in het Engelsch opgestelde liturgie, waaraan Cranmer, Bucer en anderen medewerkten. Deze nieuwe liturgie kreeg den naam van the book of Common prayer, dat is: Algemeen gebeden boek.
In 1551 stelden Cranmer en Ridley ook eene geloofsbelijdenis op in 42 Artikelen, in Calvinistischen geest en een jaar later werd deze geloofsbelijdenis door de Synode van Londen goedgekeurd en aangenomen als de belijdenis der Engelsche kerk. Eduard VI hechtte er zijne koninklijke goedkeuring aan. Later, op de Synode van Londen in 1562 zijn deze 42 Artikelen herzien en omgewerkt tot 39 Artikelen, welke nog heden de belijdenis zijn der Engelsche kerk. Ook werd op bevel van Eduard VI door John Poinet een Catechismus opgesteld in Gereformeerden geest, welke als de kerkelijke catechismus der Engelsche kerk nog altijd van kracht is.
Alles beloofde dus een voorspoedigen voortgang der reformatie in Gereformeerden geest. De waarheid Gods werd beleden aan de Universiteiten en in de kerken, toen onverwacht de dood van Eduard VI op zestien jarigen leeftijd aan dat lieflijke werk een einde maakte.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1914

De Wekker | 4 Pagina's

De Reformatie in Engeland 4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1914

De Wekker | 4 Pagina's