Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openb. 4: 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openb. 4: 6

De Glazen Zee

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe ontzaglijk bet zijn kan als de stormen de wateren hebben beroerd, heeft zich ieder bijbellezer wel eenigszins trachten te denken, als bij Hand, 27 las. Hoe vele dooden heeft de zee verzwolgen! Eene zee van tranen heeft zij verwekt, — handenwringen, zuchten en jammeren dat woeden van het element, Hoe geheel anders is de aanblik als een koeltje de baren beweegt; dan is die zee zoo liefelijk om te aanschouwen. Zij geeft eene gedachte aan het oneindige, aan kalmte, aan rust, en wonderzoet is het gevoel, dat daarbij het hart soms ervaart. Zij is soms zoo spiegelglad en zoo helder als glas, wanneer de zon, als in haar induikende, haar door hare stralen schitteren doet.
Zoo zijn er ook tijden voor de kerk des Heeren en voor Zijne kinderen, dat de levenstormen als los gelaten zijn. Dan klaagt de zanger: „De afgrond roept tot den afgrond bij het gedruisch Uwer watergoten; al Uwe baren en Uwe golven zijn over mij heen. De wateren hebben mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omvangt mij.”
Ja! mijne ziele weet het zeer wel, er is een God, die het bruisen der zeeën stilt (Ps. 65 : 8) en de Heere klieft soms die wateren voor zijn uitverkoren volk (Ps. 78 : 13), en Hij daalt soms te midden der stormen met zijne vertroostingen in het hart van zijne Paulussen neder; maar er zijn ook tijden van beproeving en ook in het scheepje der kerk wordt geroepen: „Meester! wij vergaan.”
Ik weet het, er zijn tijden van rust hier beneden. Er zijn nog Elims. Er is balsem in Gilead; er zijn soms druiven Escols te smaken. De ziener op Patmos is niet de eenige, die aan het strand der zee veilig mag staan en reeds hier een blik werpen op de glazen zee en dan een blik slaan in het eeuwige; maar toch die rustplaatsen moeten spoedig verlaten worden en het woord des grooten Konings klinkt weer: „Voorwaarts, ten strijde”. De Meester dwingt zoo vaak in het schip te gaan, terwijl de reis niet zonder stormen blijft (Matt 14 : 22).
Dat zal niet altoos zoo zijn. De dood zal niet meer zijn, en alzoo is ook op de nieuwe aarde die levenverelinder niet meer (Openb. 21 :1).
Er blijft eene ruste over voor het volk van God. Geen gekrijt, noch moeite zal meer zijn (Openb. 21 :4) en daarom kunnen stormen de zee niet meer beroeren.
In de plaats der gelukzaligen is geene zee als nier beneden, maar eene, welke altijd spiegelglad is, eene glazen zee (Openb. 4:6 en 15 : 2), helder als kristal; en die aan die glazen zee staan, hebben citers en zingen het gezang van Mozes en Tan het Lam: „Groot en wonderlijk zijn Uwe werken, Heere, Gij Almachtige God! rechtvaardig en waarachtig zijn Uwe wegen, Gij Koning der heiligen!”
Gezegend, die met den psalmist God Zijn toevlucht (Ps. 46,) noemen mag. Hij mag er bijvoegen: „Laat de wateren der zee bruisen, laat ze beroerd worden, de beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods.” Hij zal ook eens met het speeltuig God verheerlijkend staan aan de glazen zee.

P.L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Openb. 4: 6

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1915

De Wekker | 4 Pagina's