Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (IV)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (IV)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zoude. Rom. 14:23b.

Groen van Prinsteren heeft eens een zinrijke leuse geuit, toen hij zeide: „aan beginselen heb ik mijn leven gewijd”.
Wanneer gij ons vraagt, wat de eer en tevens de kracht in de Afscheiding is geweest, dan zoeken wij die niet in den trouw of in den ijver en kloekheid van vaderen der Scheiding.
Wie den strijd kent tusschen Scholte en de Cock, tusschen Brummelkamp en van Velzen, wie weet welk een innerlijke verdeeldheid en droeve scheuringen de kerk der Scheiding in haar jeugd ondermijnde , moet het een wonder van goddelijke bewaring heeten, dat de kerk niet door het geweld dier baren is vernietigd. Waarlijk, wanneer het aan de leiders der Afscheiding had moeten liggen, dan ware er van heel de kerk van '34 niets meer te vinden. Als dan ook ons kerkelijk loven wel eens in den smeltkroes moet, als ook wij wel eens scheiding en strijd naar binnen kennen, dan treedt mij altijd weer als een bemoedigende bode de Kerk der Afscheiding in de crisis harer jeugd voor den geest. De geschiedenis zegt mij, dat Gods almacht, trots booze daden van menschelijke zwakheid en innerlijke oneenigheid, 't heil van Sion draagt, ja meer, zelfs die zwakheid en oneenigheid nog dienstbaar wil maken tot verdieping van kerkelijk leven.
Laat het stormen, golven , schuimen , als de kiel van 't schip maar hecht en sterk is — dan kan het wat lijden. Gij weet, niet waar, de kiel, dat is de grond of bodembalk, het onderdeel van een schip. Welnu, die kiel van 't scheepske der kerk was haar beginsel, waarnaar zij wenschte te leven. De eer en de kracht der Scheiding zoek ik niet in den moed, waarmede de mannen van 1834 optraden, niet in de gevreesde vervolging, die hen aangedaan is, niet in den smaad, waarmede men hen jaren aaneen vertrapt heeft, maar in haar beginselen, beginselen die eeuwig en onoverwinnelijk zijn, n.l. onvoorwaardelijk buigen voor Gods Woord en de Gereformeerde belijdenis.
De Scheiding, die uit den ader van 't waarachtig geestelijk leven, uit de diepte van den nood der ziel geboren is, had tot wapenspreuk: wat zegt de Heilige Schrift, wat eischt de Gereformeerde belijdenis? Nu weet ik wel, dat de mannen der Doleantie uit eenen adem hebben geroepen: „maar wij wenschen niet anders, dan die wapenspreuk gestand te doen,” ik weet het, dat men in 1892 een vereeniging heeft doorgedreven op grond van Gods Woord en de drie formulieren van eenigheid, maar ik meen met afdoende bewijzen te kunnen aantoonen, dat dit een groote vergissing of, wilt ge, misleiding is geweest. Of wist men niet, dat er een verschil in belijdenis tusschen beide kerkgroepen was? Maar daarover later meer. Dit staat voor ieder, die den geschiedenis kundig is, vast, dat de Afscheiding niet, gelijk later de doleantie, idealiseerde en philosofeerde of nog later als de „Vereenigde Gereformeerde kerken” in schikken en plooien, in „vage en algemeene uitdrukkingen” haar kracht zocht, maar èn de Acte van Afscheiding en de besluiten der Synode van 1846 en 1851 zijn de meest officieele bescheiden hoe principieel, hoe vast en onwrikbaar zij stond op den bodem der Gereformeerde belijdenis. Besluiten zooals de Vereenigende Gereformeerde kerken in 1905 in zake de leergeschillen hebben genomen, zijn wel een meesterstuk van menschelijk vernuft, maar geen besluiten een Gereformeerde Synode waardig.
Ds. Bos, redacteur van de Wachter, heeft daarvan iets gevoeld, maar dadelijk ook weer die conscientie-stem gesust, toen hij schreef (zie de Wachter, 3e Jaargang, N° 46). Men moet de Synode niet al te lastig er over vallen, als zij in hare conclusiën over de leergeschillen wat vaag is en wat algemeen nog in hare uitdrukkingen”.
Dit noem ik bedroevend en een zeer bedenkelijk verschijnsel, zinkend beneden het peil eener Gereformeerde Synode, wanneer men over zulke hoogst gewicht volle stukken der leer zóó vaag, zoo algemeen zich uitdrukt, alleen op utiliteitsgronden te verdedigen, vreezende een partij te verliezen, een richting te krenken. Hoe geheel anders de Afscheiding. Aan Gods Woord en aan de uitspraken der belijdenis onvoorwaardelijk zeggensschap te geven en het normatief karakter van beide te handhaven, ziedaar wat immer in de kerken der Scheiding als levenstond bleef. Liefde tot de waarheid heeft de Afscheiding in 't leven geroepen. Hier niets geen berekening, hier geen idealiseeren over een kerkbegrip buiten de werkelijkheid, om, gelijk alleen de philosofische geest van Dr. Kuyper vermag te scheppen, maar men oordeelde over het Hervormd genootschap zooals het werkelijk waa, en niet zooals de doleantie het heeft durven fantaseeren. Want in het kerkbegrip hebben de mannen der Doleantie hun evenknie nog niet gevonden. Wie dat heeft doorgedacht, staat verwonderd over zulk een meesterwerk van denkkracht. Alleen is dit zoo hoogst bedenkelijk, dat men in de belijdenis geen zweem van zulk een kerkbegrip vindt. Hoe geheel anders bij de Afscheiding. Hoe helder die taal, hoe echt confessioneel dit kerkbegrip, zoo heerlijk geloofsstuk, juist door zijn eenvoud schoon.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's