Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XIX)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XIX)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b

Duidelijk is geworden, dat Kuyper’s bedoeling met de uitgave van „het tractaat” was, te betoogen, dat het Herv. Genootschap nog niet was „de valsche kerk” en dat mitsdien de Gescheiden kerken” geen recht van bestaan hadden.
Over die daad der Gescheidenen nog een enkel woord uit het tractaat, en uw verbazing stijgt, wanneer ge bemerkt hoe vroom, en juist daarom hoe onverdraagzaam de kerken der Scheiding worden gehekeld. Wij lezen op bladz. 177: „Ik heb alleen te vragen: Biedt de kerk, waarin ik leef, mijn kerk, mij nog prediking des Woords en de bediening der sacramenten, in zulk een zuiverheid, dat het wezen dezer beide genademiddelen er nog in overig zij?
Het feit, dat er naast deze tamelijk zuivere bediening der genademiddelen ook afgoderij bestaat, heft het wezen der Kerk niet op en stelt wel aan den kerkeraad den eisch om dezen gruwel af te snijden, maar niet aan een lid dor kerk om die kerk te verlaten. De organisatie mijner kerk is dan wel krank, verminkt en ten deele tot verderf overgegaan maar toch niet zóó of ze biedt mij nog in betamelijke zuiverheid de genademiddelen en dus derft ze nog haar wezen en haar leven niet.”
Om dit woord op het hart van de lezers aan te binden, zoekt ook Kuyper hier on voortdurend zijn toevlucht in het oude, afgezaagde bewijs om toch vooral te letten op de kerk onder de oude Bedeeling. Hij schrijft: „Zoo bleven de profeten in de kerk van Jeruzalem, al was ook de afgoderij mee ingeslapen.” „Onder Israel scheen het maar al te vaak alsof geheel de kerk verloren ware, en zie, toch bloeide de onvergankelijke kerk altoos weer op,” Elders schrijft hij: „gaat men na hoe ontzettend dien afval en verbastering van de kerk onder Israel geweest is. . . . . dan ontvangt men onwillekeurig den indruk, dat de nu uitgeleide broederen de kranke wel heel spoedig zullen hebben opgegeven.” En dan besluit hij met de zoo vrome en pakkende zinsnede, maar waarin de kerk der Scheiding van haar voetstuk wordt gestoten: „Wie het stuk der kerk uitwendig en reglementair, zonder piëteit of hoogere liefde beschouwt (Kuyper bedoelt gescheiden) pakt aanstonds zijn reisvalies en is elk oogenblik tot afreizen gereed. Maar wie mot teederen ernst, wie met vreeze der conscientie zich de vraag stelt: Loop ik ook van onder het oordeel weg, verwerp ik ook wat nog leeft, begraaf ik ook een schijndoode? o — die aarzelt, die toeft. Want altoos hoopt hij nog, altoos wendde hij nog nieuwe middelen aan, om de levensgeesten op te prikkelen en als anderen hem dan bespotten, vragende: hoe lang zal dat sollen met uw lijk nog aanbonden? dan brengt bij eerbiedig den vinger aan de lippen en fluistert: „hot is mijn moeder.” Wanneer wij hier een woord van lof spreken, dan is het alleen voor den vindingrijken geest, de prachtige zegswijze, die Dr. Kuyper’s pen in 1884 inspireerde. Dan verwondert het ons niet, dat een man van zoo groote geleerdheid en zeldzame scherpzinnigheid als Dr. Kuyper in het tractaat toonde, de schare in het Herv. genootschap bij elkaar hield en aller oog en oor naar hem in die dagen was gericht.
Daar was geen tweede Tertullus aan te wijzen, die met zooveel gloed en betoogkracht het standpunt der Herv. Kerk wist te rechtvaardigen als Kuyper in 1884. Is het wonder, dat velen hem op ’t pad der doleantie volgden en mee liepen in die dagen, alleen wijl het hun een eere was onder zijne vanen den kerkelijken strijd te voeren.
Wanneer men het tractaat leest, waarin de kerk der Scheiding wordt bestreden, op een wijze, die verwondering en afkeer wekt, dan vraagt men zich in gemoede toch af, hoe zulk een man nog omzag naar de kerk der Scheiding, — hoe ooit de doleantiegroep nog toenadering zocht om met deze lang gesmade kerk te vereenigen. Dat kan alleen verklaard worden uit eene mislukking, ’t Is toch een onmiskenbaar feit, dat vóór den afloop der kostbare processenbeweging door de mannen van ’86 geveerd over het bezit der kerkelijke goederen, men niet naar de kerk der Gescheidene heenneigde. Men had stem noch waardeering voor haar. „Geen afscheiding als 1834”, hoorde men allerwege verkonden. En van zelf dacht men er toen niet aan om met deze kerk te vereenigen. Eerst toen de poging om de kerkelijke goederen te bemachtigen op een totale mislukking was uitgeloopen, toen de berekening tegenviel en niet zoovelen als men verwacht had „het juk” afwierpen, werd hot oog naar de kerk der Gescheidenen gewend. Had men niet dubbel op zijn hoede moeten wezen, toen zulke tegenstanders en smaders van de kerk dor Scheiding aan de poort klopten?
Eerst later, toen het Trojaansche paard werd binnengehaald, zagen velen het gevaar en werd de strijd binnen de muren tusschen A en B. tusschen Afscheiding en Doleantie, tusschen Kampen en Amsterdam, tusschen Gereformeerd en Neo-Gereformeerd, tusschen theologie of philosophie op soms zeer vinnige wijze gevoerd.
Hadden wij geen recht en heilige roeping, om tegen zulk oen vereeniging een ernstig protest aan te teekenen, of moesten wij maar met de groote hoop meegeloopen zijn en rust gezocht hebben in ’t oprecht woord: „zoo de heeren het wijzen, zullen wij het prijzen!”

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XIX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1915

De Wekker | 4 Pagina's