Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXV)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXV)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit .het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b.

Gelijk eens een Demosthenes al zijn welsprekendheid aanwendde om tegen Philippus van Macedonië te waarschuwen, wijl hij den ondergang van Griekenland vreesde, zoo heeft Kuyper met al de gloed van zijn woord tegen de besluiten van Assen geprotesteerd. Hij begreep als de Christ. Geref. Kerk, dit beginsel bleef handhaven, dan was het niet alleen met de doleantie gedaan, maar veel erger, dan was heel de doleantie beweging een principeele fout. Dat had de Synode van niet duidelijk laten gevoelen. En denk nu niet dat dit gescheidde bij een kleine meerderheid, maar met 3/4 van de Synode, d. i. 30 van de 40 stemmen waren deze besluiten genomen en dit afscheidingsbeginsel gehandhaafd. Het laat zich verklaren, dat Dr. Kuyper als leider der doleantie een oogenblik werd ontroerd, bij 't hooren van zulk een vastheid van beginsel. Maar ontroering maakte weldra plaats voor heftigheid, scherpte, geslepenheid. De theoloog of neen de politicus, de jurist, de diplomaat greep weldra naar de pen en nu dreunde de hamer, nu vlogen de stukken wijd en zijd en weldra waren de Assensche besluiten onder die machtige slagen verdwenen. Zoo zelfs, dat spoedig de kring al grooter werd die niet meer over de beginselen te Assen beleden durfde reppen. Geen wonder — Kuyper, dat groot genie — had gesproken en was hij niet gewoon voor allen te denken en zijn woord werd het. Prof. Lindeboom schreef eens niet zonder innerlijke krenking : Nu mag alleen Dr. K(uyper) en zijne helpers over allen en alles week aan week voor al het volk leeren, critiseeren enz. en wij moeten deemoedig de hand op den mond leggen?
De taal der wetenschap en der innige vroomheid, die der zoete aanprijzing en der bittere vernedering ging wekelijks uit tot lokking der wèlgezinden en tot onschadelijkmaking der liefdeloozen, bekrompenen en met veel andere verkeerdheden behepte kerkisten in de „Gescheidene Kerk.” Verwondert gij u niet, dat een groot man met zulk een heilige durf als Prof. Lindeboom toch op 't laatst een knieval bij 't altaar der doleantie heeft gedaan? Ook hij is niet geheel ontkomen aan de narcotischen invloed, die van het bezielend woord van Dr. Kuyper op anderen uitgaat. Verwondert u daarom niet, dat toen deze groote onder de grooten zijn anathema over de Assensche besluiten had uitgesproken, men al spoedig niet meer van de beginselen te Assen beleden wilde hooren. Hoort eerst hoe Kuyper over die beginselen oordeelt. Wij lezen het in „de Heraut” van 2 September 1888. Gesteld wij teekenden dit n.l. dat wij de afscheiding van gemeld genootschap zooals ze in 1834 plaats had, erkennen als geschied te zijn in gehoorzaamheid en in overeenstemming met Gods Woord en daarmede ook de plaatselijke gemeenten der Christ. Geref. Kerk erkennen als wettige openbaring van het lichaam van Christus — wat zouden wij dan betuigen?
Niets minder dan de meest volstrekte veroordeeling van heel het werk der doleantie. Is dit toch waar, dat de wettige openbaring van het lichaam van Christus te Leiden, te Amsterdam en elders sedert 1834 bij.de Christ. Geref. was, dan volgt, hieruit immers „dat wij tegen, Gods Woord gezondigd hebben door ons niet onvoorwaardelijk bij deze wettige openbaring aan te sluiten. Dan is al wat wij deden lijnrecht in strijd met Gods Woord gehandeld. En dan zou ons na deze onderteekening niets anders resten dan als eerlijke mannen onverwijld onze organisaties op te breken en met ootmoedige schuld belijdenis aan de kerkeraken dezer kerken te vragen of ze de verloren en verdoolde schapen in hun boeken wilden inschrijven.” Uit dit antwoord van Dr. Kuiper blijkt daghelder, dat hij zeer goed begreep, dat zoolang als de kerk uit dat kern gezonde beginsel der Scheiding leefde voor de doleerenden slechts één weg openstond n.l. tot haar over te komen. Maar tot zulk een stap zouden de doleerenden tot geen prijs willen overgaan. Dat ware immers te veel erkenning van de kerk der Scheiding. Ja zelfs elke gedachte, de flauwste idee mocht niet gekoesterd worden, alsof de doleantiegroep zich tot de kerk der Scheiding had gevoegd, waarom bij de vereeniging in '92 ook de naam „Christelijke Gereformeerde Kerk” moest vallen. Openlijk is het toen gezegd, dat in het behouden van dien naam nog te veel de gedachte lag uitgedrukt alsof men zich bij de Christ. Geref. kerk had gevoegd. Wanneer men dus smalend spreekt, „wat beteekent een naam”, òf „die Christelijke Gereformeerden hebben zich om een naam los gescheurd”, dan geef men een allertreurigst bewijs nòch de geschiedenis te kennen, nòch het kerkelijk standpunt tot beginselen ie kunnen terug brengen. Ook in het behouden óf prijsgeven van den naam verborg zich wel ter dege het beginsel van te zijn of niet te zijn wettige openbaring van 't lichaam van Christus, en deze beslissende intensie is er nog veel meer door de doleerenden dan door ons aangegeven. Waarheen nu mikte Kuyper reeds in 1888? Hij wilde niet tot de Christ. Geref. kerk over komen, hij wilde ook niet naast haar blijven voortbestaan. Men zou zeggen, éen van beide is toch maar mogelijk voor wie art. 28 der Gereformeerde belijdenis aanvaardt. Maar Kuyper heeft nog een derde standpunt uitgedacht.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1916

De Wekker | 4 Pagina's