Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De reformatie in Ierland (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De reformatie in Ierland (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Iersche kerkwet van 26 Juli 1869 trad dus 1 Januari 1871 in werking. Van af dien datum verloor de Anglicaansche kerk in Ierland het karakter van staatskerk en werd zij tevens losgemaakt van de Engelsche staatskerk. De bisschoppen hielden daarmede ook op Staatsambtenaren te zijn en verloren daardoor tevens hun recht op eenen zetel in het Engelsche hoogerhuis. De uitgebreide kerkegoederen, inzonderheid in landerijen bestaande, werden verdeeld. Een deel er van bleef aan de kerk om daaruit de tractementen der predikanten en bisschoppen te betalen en een deel werd besteed voor liefdadige doeleinden en zaken ten algemeenen nutte. Zoo werd c.a. bepaald dat bij iedere pastorie nog tien akkers land en bij iederen bisschopszetel nog dertig akkers land zouden blijven. Ieder predikant behield dus nog een flink inkomen, al verloor de Protestantsche bisschoppelijke Kerk van Ierland, zooals zij nu voortaan heette, door de Iersche kerkwet een jaarlijksch inkomen van tusschen de vijf en zes honderdduizend pond sterling, dat is ruim zes millioen gulden minder dan voorheen.
Inderdaad was dit verlies aan inkomen voor haar innerlijk wezen geen schade. De leden der bisschoppelijke Kerk hadden altijd gesteund op de Staatskas, doch leerden nu offervaardigheid om alzoo in de behoefte der gemeente te voorzien.
Een tweede voordeel was de afschaffing der beperkende bepalingen in zake de kerkregeering. Waar de kerk ophield Staatskerk te zijn, werd zij vrijer om zichzelve te besturen, Synoden te houden en besluiten te nemen. Er werd nu eene generale Synode ingesteld, welke elk jaar in April vergadert te Dublin onder voorzitterschap van Armagh. De Synode bestaat uit 208 geestelijken en 416 leeken, die voor den tijd van drie jaren gekozen worden. Behalve de generale Synode, worden minstens eens per jaar diocesaansynoden gehouden. De kerk toch is verdeeld in twee aartsbisdommen. Het aartsbisdom Armagh of Ulster telt zes bisdommen, het aartsbisdom van Dublin telt er vijf. In ieder der elf bisdommen wordt een diocesaan-synode gehouden onder voorzitterschap van een bisschop van de diocese of het bisdom. Alle dienstdoende geestelijken zijn lid der diocesaansynode en dubbel zooveel gemeenteleden. Wordt echter een voorstel met meerderheid van stemmen aangenomen en de bisschop is er tegen, dan heeft deze het recht van veto en wordt het voorstel een jaar verdaagd. Wordt het een volgend jaar door twee derde der Synode aangenomen en de bisschop is er nog tegen, dan wordt de zaak voor de generale Synode gebracht, welke dan de einduitspraak heeft.
De benoeming der predikanten gaat niet geheel van de bisschoppen uit. Op iedere diocesaansynode wordt eene commissie benoemd, bestaande uit den bisschop, twee predikanten en een gemeentelid, welke te saam de patronaats commissie uitmaken. Daarnaast kiest iedere gemeente drie parochiale nominatoren. Wordt nu eene gemeente vacant, dan vergaderen die drie nominatoren dier gemeente met de patronaats-commissie en kiezen saam een predikant. Kan men niet tot eene keuze komen, dan benoemt de bisschop er een. Wordt iemand gekozen die door den bisschop niet wordt gewenscht, dan spreekt deze het veto daartegen uit en wordt de zaak ter generale synode beslist. Vóór de benoeming door den bisschop wordt den gekozene gevraagd of hij het ambt aanvaardt. Stemt hij er in toe, dan volgt des bisschops benoeming; in 't tegenovergestelde geval wordt eene nieuwe keus gedaan.
De bisschoppen worden door de generale synode gekozen en de aartsbisschoppen door de bisschoppen, die er één uit hun midden kiezen. De bisschoppelijke kerk van Ierland heeft dus het episcopaal stelsel behouden, evenals de leer der Engelsche bisschoppelijke kerk, n.l. de 39 artikelen en het algemeen gebedenboek voor de liturgie. De kerk heeft haar hoofduniversiteit te Dublin, maar ook nog drie opleidingsscholen te Belfast, Cork en Galway. Zoo was er dus in Ierland geen staatskerk meer en werden ook de toelagen aan de Presbyteriaansche en roomsche kerk ingetrokken. De „zilveren koorde” tusschen Staat en kerk was doorgesneden.
Toch kwam Ierland niet tot rust. De roomsche kerk had te veel van de Engelsche onderdrukking geleden om met de Iersche kerkwet voldaan te zijn. Vele roomsche Ieren wilden volledige scheiding van Engeland. Zij eischten „home rule”, d.w.z. een eigen regeering, een Iersch parlement, gekozen door Ierlands inwoners en onafhankelijk van Engeland, Hun leider was Parnell, die in het Engelsche parlement op home rule aandrong.

's Gr. ('s Gravenhage) DE BR.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1916

De Wekker | 4 Pagina's

De reformatie in Ierland (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1916

De Wekker | 4 Pagina's