De dood maakt allen gelijk!

Den laatsten November werd het stoffelijk overschot van den Keizer van Oostenrijk Frans Jozef in de Capucijnerkerk te Weenen bijgezet. Daar bevinden zich naast elkander niet minder dan 112 praalgraven.
Een correspondent van één onzer dagbladen schreef over de ter aarde bestelling van den Keizer het volgende:
"Als nu het lijk van Keizer Frans Jozef in de Kerk is binnengebracht en de zangers van de hofkapel het „libera me domine de morte acterna (verlos mij, Heere, van den eeuwigen dood) zullen gezongen hebben, dan zal de kist onder vrome zangen in den kelder gedragen worden, begeleid door den Keizer en zijn familie.
Dan klopt de opper-ceremoniemeester met zijn staf aan de gesloten kerkdeur, waarop de pater vraagt wie toegang begeert, „Z. M. de allerdoorluchtigste Keizer Frans Jozef," is het antwoord. „Dien ken ik niet", zegt de pater. „Het is de Keizer van Oostenrijk en de Apostolische Koning van Hongarije, die wenscht binnengelaten te worden". En wederom is het antwoord: „die ken ik niet". Als echter ten derde male de ceremoniemeester, aan de deur kloppende, en op de vraag, wie binnen wil, antwoordt „Een arme zondaar, onze broeder Frans Jozef!" dan gaat de poort open.
Steeds is dit tweegesprek bij het overlijden van een Keizer gevoerd. De zwart fluweelen kist wordt dan nog eenmaal geopend, waarbij aan den pater gevraagd wordt of hij in den overledene den Keizer herkent, waarna de kist weer gesloten wordt en een van de sleutels aan den pater ter bewaring wordt overhandigd".
Herinnert u dit ceremonueel niet aan 't woord van Job Hoofdstuk 3 :17—19,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen