Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit het Zuiden 1917 (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit het Zuiden 1917 (VI)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Juist na de verzending naar de drukkerij van ons vorig nr., bereikte ons de droeve tijding van het overlijden van Ds. Hekkert, van Nieuw Amsterdam. Lang en veel heeft onze broeder geleden, tot de Heere hem eindelijk uit zijn lijden verlostte. Voor Hem, die heenging in het geloof het eigendom van Christus te zijn, een groote verlossing, maar voor zijne echtgenoote en kinderen, alsmede voor zijne gemeente een groot verlies. De Heere geeft geen rekenschap van Zijne daden. Betrekkelijk nog in de kracht der jaren, nam de Heere dezen Zijnen dienaar weg. Moge de Heere Zijne weduwe en kinderen ondersteunen en troosten, en ook de gemeente, die haar Herder en Leeraar verloor, nabij zijn, om haar te helpen, te leiden en te troosten. —
Bij zooveel rampen en ellenden van meer algemeenen aard, houden ook de bijzondere beproevingen, smarten en teleurstellingen in dit leven niet op. Toch zijn er altijd nog menschen, die, zoolang als het hun maar niet persoonlijk raakt of treft, weinig gevoel er voor hebben. Iemand, ergens uit de kerk komend, schreef ons: „ik wist niet wat ik zag en hoorde; nog laat in den avond schitterende verlichting, volop muziek en een luidruchtigheid, die men van verre kon hooren. 't Was ijsvermaak. Feesten en nog eens feesten, alsof er geen wolkje aan de lucht is. En dat in een tijd, als waarin we nu leven!
Duitschland gaf aan President Wilson van Amerika en aan de andere neutrale Staten kennis, dat, nu de Entente het vredesaanbod heeft afgeslagen, het een verscherpte duikboot-oorlog zal gaan voeren, zonder vlag of lading te ontzien. Nu zal nu zoo wat alles op zee in den grond worden geboord. Dit bericht brengt een nieuwe beroering onder al de volken der wereld. Met spanning ziet men tegemoet, wat Amerika nu doen zal. Met een nooit gekende woede zal men dan nu te water en te land, met alle mogelijke krachtsinspanning op elkander gaan aanvallen. Allervreeselijkste dingen kan men verwachten, als niet God de Heere op één of andere wijze, de voornemens der menschen verijdelt. Want, wat menschen ook bedenken, — niet menschen, maar God regeert. Zien we op onze zonden, dan is er geen heil te wachten, maar de barmhartigheden des Heeren zijn vele. Zij dat onze pleitgrond in Christus Jezus, bij en onder al den nood der tijden. —
Nu aanstaande week de bevolking van ons land op rantsoen wordt gezet en de voorraden al minder worden, staan we onder ons volk nieuwe spanning en moeielijkheden te wachten. Reeds waren er al plaatsen, die met de strenge vorst veel moesten ontberen, plaatsen, waar men hoogstens voor vier dagen in de week aardappelen kan bekomen. En dan nog veel bevroren aardappelen, die haast niet te eten zijn. Voor de rest zorgt de regeering, dat men overal rijst kan bekomen. Nu is er geen zeep, dan geen zout. Van daag ontbreekt dit en morgen wat anders. Aan zulke toestanden niet gewoon, ontstaat daardoor veel moeielijkheid, vooral ook voor de winkeliers. Aan weelde en overvloed gewoon, zal het wat kosten voor de natie, om zich in den bestaanden toestand zooveel mogelijk te schikken. Toch zal dat moeten. Er is niets aan te doen. We zagen deze week uit sommige gezinnen een derde, bij anderen een vierde zoon in dienst gaan. Ook geen kleinigheid. Als met het voorjaar het werk uitkomt op het land, zullen velen te vergeefs naar werkkrachten zoeken. Zoo vloeit het eene steeds uit het andere. Die een goed gezichtsvermogen heeft, kan zien waar het heengaat en welke vreeselijke dingen we te gemoet gaan, als de Heere geen uitkomst geeft. Velen zijn daar totaal blind voor. Daarom nog zooveel feesten en zooveel ijdelheidsvertooning. Maar laat men niet vergeten, dat de schoonzonen van Loth om alles lachten, tot eindelijk Sodom begon te branden.

We zijn en worden tegen alles gewaarschuwd. Aan bemoeienissen des Heeren ontbreekt het niet. Maar te vreeselijker zal het zijn, als dat alles in den wind geslagen wordt en God de Heere, die heilig en rechtvaardig is, ook ons op het vreeselijkst zal treffen. Ik denk nog wel eens aan een jongmensch, die als kind der kerk gekweekt en opgevoed, op ongeveer drieentwintig jarigen leeftijd tot zijn Leeraar durfde zeggen: „Ge zult me niet meer in de kerk zien; ik heb van dat alles genoeg. Geen gemeente, geen kerkeraad, geen Leeraar, — ik heb niets meer van dat alles noodig.” Zijn Leeraar antwoordde hem onder meer met te zeggen: „Bedenk het wel, alle menschen kunt ge ontloopen, maar God zult ge niet ontloopen.” Korten tijd daarna sloeg God dien jongen met een vliegende tering. Enkele uren voor zijn dood stond diezelfde Leeraar nog aan zijn sterfbed, om met eigen oog te zien, dat God zich niet laat bespotten. Het einde van dien jongeling was vreeselijk!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1917

De Wekker | 4 Pagina's

Brieven uit het Zuiden 1917 (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1917

De Wekker | 4 Pagina's