Luther, Calvijn, de Cock en de Kerkhervorming (VII)
En dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. I Joh. 5 : 4b.
Niet het breken met corpus juris canonici of het kanonieke recht, zooals de doleantie-mannen voorwenden, bepaalt de gedenkdag der Reformatie en de beteekenis van Luther als Reformater. Zij kunnen natuurlijk dit idee wel aan de Reformatie opdringen, maar Luthers eigen geschriften geven tot deze beschouwing geen recht. Luther's geestelijke moed en zedelijke kracht en wereldbeheerschende invloed lag in het heroïsme van zijn geloof, uitblinkend in zijn leuze: „Das Wort sollen sie Stehen lessen.” Gods Woord is onschendbaar; van dat Woord blijft ge af; dit is de bedoeling dezer zinspreuk. Met dat Woord in de hand en in het hart is Luther geworden de Reformator der 16e eeuw, de getrouwe getuige in die dagen. Dien innigen band, door Gods Woord gelegd tusschen Hervorming en Hervormer mogen wij nooit loslaten. De kleinste inbreuk, die hierop gemaakt zou worden, is een verkrachting van 't karakter der Reformatie.
Groen van Prinsterer, een kenner der historie zooals weinigen, heeft altijd tegenover de mannen dor liberale gedachte dit hoog heilig karakter der Hervorming verdedigd. Deze groote historicus heeft nooit door do bril van 't kerkrecht de Reformatie beoordeeld; hij had een veel helderder blik. Ik sla zijn handboek van de geschiedenis des Vaderlands op, en daarin schrijft hij: „De Hervorming was: terugkeer tot het Apostolisch geloof door onvoorwaardelijk onderwerping aan de voorlichting van Gods Geest en aan de uitspraak van Gods Woord; vasthouding aan de onveranderlijke Evangelie-Waarheid, eenigen grondslag der Algemeene Christelijke Kerk.” Merle d'Aubigne, een beroemd schrijver over de Reformatie, laat het steeds in zijn werk uitkomen, dat het onfeilbaar gezag van Gods Woord het beslissend beginsel der Hervorming is geweest. Niet het verbranden van de Pauselijke bul, maar Gods Woord heeft het conflict tusschen Luther en Rome gesteld. Op de Rijksdag te Worms is er aan dien brandstapel buiten de Eiserpoort dan ook geen woord verspild, maar ieder gevoelde daar, dat het karakter der Reformatie door het Woord des Heeren werd bepaald. Dat kan ook niet anders Het Roomsche beginsel eischt dit. Naar Rome's zienswijze is immers niet aan Gods Woord, maar aan de Kerk het onfeilbaar gezag toegekend. De Heilige Schrift heeft natuurlijk voor de Roomsche Confessie waarde, maar slechts in zooverre als er de Kerk sanctie aan geeft. Ze heeft dat niet uit en door haar zelf. Het gezag der Schrift is niet het eerste, dat mag genoemd; — het is het leergezag der Kerk, dat immer voortgaat en waaraan zelfs Gods Woord onderworpen is. Bij Rome is niet de beslissende vraag „wat leert Gods Woord”? maar: „Wat leert de Kerk”. In de Roomsche Catechismus lezen wij: „gelooven wij dus aan God of aan menschen, als wij ons aan de uitspraak der Kerk onderwerpen”? En 't antwoord luidt: „dan gelooven wij aan God, omdat de Heilige Geest door de leerende Kerk tot ons spreekt”. En dat nu juist is het, wat de Roomsche immer in Luther zal blijven veroordeelen, waarin hij hem nooit volgen, nooit begrijpen kan, en waarom hij het anathema over hem moet uitspreken, dat hij weet hoe alle gebreken en zonden van Paus en prelaat aan de Kerk heeft vastgehouden en in de Kerk heeft geloofd, door alles heen en over alles heen. Daarom, zoo meent Rome, is Luther de man geworden, die de stoot heeft gegeven aan een bandeloosheid, die grenzeloos moet heeten. Daarin karaktericeert Rome immer do Reformatie als de bron van Communisme, Socialisme en Nihilisme en heeft de Paus nog eens in de bekende en beruchte Borromeus Encycliek aan 't adres der Reformatoren een pest van ondeugden toegeschreven.
En waar nu Luther finaal brak met dat leergezag der kerk en terugkeerde tot het onvoorwaardelijk bukken voor Gods Woord, daar was 't conflict gesteld, — daar kon de botsing niet uitblijven en moest de breuke met Rome volgen. Maar dan blijve ook 31 October voor alle volgende tijden en geslachten de herdenkingsdag, waarop Luther met het zwaard des Geestes, 't welk is Gods Woord, den strijd aanbond tegen alle kerkelijk gezag, dat in de rechterstoel Gods plaats nam en zich met 't schild der onfeilbaarheid dekte.
A. (Amsterdam) S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1917
De Wekker | 4 Pagina's