Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit het Zuiden 1918 (39)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit het Zuiden 1918 (39)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor alle dingen moeten we thans iets zeggen, naar aanleiding van een verslag, dat de Post ons voor enkele dagen bracht.
Er bestaat in onze kerk eene vereeniging van Diakonieën tot oprichting en instandhouding van een Weeshuis voor de weezenverzorging der christelijke gereformeerde kerk in Nederland. Deze vereeniging hield den eersten Juli l.l. haar jaarlijksche bijeenkomst in het kerkgebouw der Christ. Geref. Gemeente te Utrecht. Een kort verslag van de vergadering is gezonden aan de diaconieën der christ. Geref. Gem. in ons land. Ook ons werd persoonlijk zulk een verslag gezonden, vermoedelijk in onze kwaliteit van Red. van ons kerkelijk orgaan. Wij danken die broeders voor die vriendelijke toezending. Wij zouden zeker daarover niet geschreven hebben, ten einde ons zelfs te wachten voor den schijn, alsof we die broeders wilden tegenwerken, daar we geen oogenblik twijfelen aan hun goede bedoelingen. Waar echter in het verslag van genoemde vergadering sprake is van een bestendige tegenwerking der kerk, gevoelen we ons gedrongen, dit maar niet onopgemerkt ter zijde te leggen.
Van tegenwerking is onzerzijds geen sprake. Van bedenking van de goede bedoeling dier broederen evenmin. Ook is het ons volstrekt niet te doen om een breede discussie daarover te gaan voeren in de Wekker. Daar is ondermeer ons blad te klein voor. Er zijn echter bij ons en bij anderen bezwaren tegen het oprichten van één weeshuis voor geheel de kerk. Veel ware hier te zeggen over het pro en contra (voor en tegen); we hebben én van weeshuis én van particuliere verpleging ervaring opgedaan, en weten zoo doende eenigszins er van mee te kunnen spreken. Maar dit in 't voorbijgaan. Ons bezwaar tegen weeshuisverpleging als door de broeders wordt bedoeld, bestaat onder meer hierin: dat het voor de familie betrekkingen van zulke weezen moeilijk en onaangenaam is, ver van die weezen verwijderd te zijn. In de tweede plaats, dat een kerkeraad aan wiens zorg en opzicht de geheele gemeente is opgedragen, ouderlooze kinderen op die wijze moet overgeven en loslaten. In de derde plaats, dat in weeshuizen ook allerlei ellenden plaats hebben, waar we de treurigste dingen van hebben bijgewoond, die we nu maar niet zullen noemen.
En wat ons een zeer groot bezwaar is, dat zulk een Vereeniging, als zij rechtspersoonlijkheid heeft, een zelfstandig lichaam wordt in de kerk, waar de kerk rechtens niets over te zeggen
heeft ….
We hebben ook gezinsverpleging bijgewoond, die natuurlijk ook aan bedenkingen onderworpen is, maar die bedenkingen wegen naar ons bescheiden oordeel lang niet op, tegen die van weeshuisverpleging. De vereeniging, gelijk zij nu bestaat is geen kerkelijke vereeniging, maar zij zou dit kunnen worden als de Synode de zaak aanvaardt. Zoolang dit niet is geschied, meen ik, dat het niet aangaat, dat bezwaarde broederen en gemeenten als tegenwerkers van goede dingen zouden gebrandmerkt worden.
De vraag is voor ons, gelijk uit het bovengenoemde blijkt, of het oprichten van een algemeen weeshuis inderdaad een goede en aanbevelenswaardige zaak is. De broeders voorstanders zeggen volmondig jà. Wij zeggen openhartig neen, zonder daarom elkander zwart aan te zien. In geen geval, dat bedenke men intusschen wel, zal de Synode ooit ééne gemeente of ééne diakonie kunnen dwingen, al had men een weeshuis, om zijn weezen daar heen te zenden. Voorts zeggen we, broeders! ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Mocht vroeger of later de particuliere vereeniging een kerkelijke worden, dan zal er, zoo noodig, ook plaats voor in de Wekker worden ingeruimd, om deze zaak te bespreken. Zoolang dat niet het geval is, houde men ons ten goede, dat we weigeren, om propaganda in ons kerkelijk orgaan toe te staan voor een zaak waar we groote bezwaren in zien. Tot getuigen gedrongen, hebben we ons van ons bezwaar ontlast en nu onzerzijds, over deze zaak geen woord meer. —
Gelijk uit dit nr. van de Wekker blijkt, is de Penningmeester van het Bouwfonds voor de Theol. School ijverig aan het werk, om giften en aandeelen te verzamelen, ter voldoening van het gekochte nieuwe pand. Deze zaak heeft nu eenmaal zijn beslag gekregen, en nu is de vraag niet: wie haalt er zijn schouders voor op, of: wie zet er een zuur gezicht tegen, maar wel: wie steekt een vriendelijke hand toe om te helpen.
Het geldt nu geen particuliere onderneming, maar een zuiver kerkelijke zaak. Een kerkelijk belang alzoo. Als het op willen en wenschen aankomt, we spreken dit openlijk uit, dan hadden ook wij sommige dingen stellig heel anders beredderd willen zien, maar daar gaat het nu niet over. Het persoonlijke moet nu voor het algemeene wijken. Daarom spreken we den wensch uit, dat onze wakkere Penningmeester ruime steun moge vinden, en dat onze kerk, binnen een niet al te langen tijd, een flink, eigen en vrij gebouw moge hebben, dat onze kerk tot eer verstrekt, en dat voor docenten en studenten de studie veraangenaamt.
Van den oorlogstoestand kunnen we weinig zeggen, dan dat we ons eiken dag maar kunnen voorbereiden op nieuwe dingen. Terwijl ik dezen schrijf is aller oog naar den Balkan gericht. De vraag is, wat daar gebeuren zal, nu Bulgarije zich met de Entente tracht te verzoenen. Gaat dit door, dan valt Bulgarije af van Duitschland en Oostenrijk Hongarije, en dan krijgen we daar een geheel andere geschiedenis. Op het Westerfront wordt de snaar op het hoogst gespannen. Duitschland verliest voortdurend veel aan krijgsgevangenen en oorlogsmaterieel. De politieke toestand in dat land is ook niet gunstig. Als het zoo voortgaat kan er eer we geheel in den winter zijn, nog ontzaglijk veel gebeuren ¹)
Onze Tweede Kamer komt weldra samen. De socialisten maken zich slagvaardig. Het kan daar wel een heete strijd worden. Als partijbelang boven Staatsbelang gaat, dan hebben we veel verwarring te wachten. Het is alleen de Heere, die licht kan geven in de duisternis.
Een vreeselijk spoorwegongeluk wordt gemeld uit Zweden. Het aantal dooden wordt op 300 geschat. Uit Batavia kwam de tijding van een ontzettenden brand, die te Weltevreden heeft gewoed, 500 huizen zijn verbrand en 1500 menschen dakloos gewerden. Wat al ellende en jammer! Van alle zijden spreekt de Heere tot ons: Bereidt uw huis, want gij zult sterven, en de dood komt als een dief in den nacht.

W.
¹) Zie Laatste berichten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Brieven uit het Zuiden 1918 (39)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's