Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit het Zuiden (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit het Zuiden (8)

1919

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op sommige plaatsen in ons land schijnt de Spaansche griep terug te komen en wat nog al erger is, de vlektyphus is in Rotterdam, Delft en nog meer plaatsen geconstateerd. Dit is eene krankheid, die in zeer vele gevallen van een doodelijken afloop is, en daarom zeer gevreesd wordt.
De eene ellende is nog niet voorbij of de andere is er weer.
In tegenover dit alles staat de mensch machteloos. Wie zal Gods hand afwenden en zeggen: Heere wat doet Gij? Door oordeelen en door zegeningen, op gewone en op buitengewone wijze, spreekt God tot de kinderen der menschen, en gelukkig, wie dit opmerkt en ter harte neemt. In een onzer buurtgemeenten had dezer dagen een begrafenis plaats, die aller aandacht trok. Niet alleen om de groote menigte belangstellenden, maar vooral om dat ieder wist wat er gebeurd was. Een gezin onzer gemeente was zwaar getroffen, door het verlies eener geliefde dochter, een aankomend meisje van ruim 17 jaar oud, dat op noodlottige wijze was omgekomen.
Door in aanraking te komen met een werkende machine was het kind, in minder dan ééne minuut, gezond en dood. Verlies van kinderen is voor ouders altijd zeer smartelijk, maar omstandigheden als deze, kunnen de smart van het verlies nog zoo verzwaren. Toen de menigte zich om het graf had geschaard en de lijkkist in het graf was geplaatst, hoorden we uit den mond van den man, van wien het overleden meisje catechetisch onderwijs had genoten, onder meer het volgende:

„Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
„Gelijk een bloem, die op het veld verheven,
„Wel sierlijk pronkt, maar krachtloos isen teer;
„Wanneer de wind zich over 't land laat hooren,
„Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren,
„Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.”

Wij kennen allen, Geliefden, de woorden van dit lied, dat we in den laatsten tijd nog al eens gemeenschappelijk hebben gezongen, maar hier zien we nu de volle werkelijkheid. Was ook dit afgesneden leven niet aan een sierlijke veldbloem gelijk? En was het niet aan een stormwind gelijk, waardoor op een oogenblik, die bloem geknakt werd en al haar schoonheid verloor! Zoo kortstondig en vergankelijk is ons leven op deez' aarde, dat we zeggen moeten met den man uit de oudheid: Wij zijn van gisteren en weten niet wat we morgen zijn zullen.

Noch onze goede gezondheid, noch onze frissche jeugd, noch ons krachtig gestel, waarborgt ons het leven. Als de raad Gods is uitgediend, wie en wat we dan ook zijn, dan komt de dood en die snijdt ons het leven af, en we zijn niet meer. Wat de mensch dan hier heeft gezaaid, zal hij maaien aan gindsche zijde van het graf. De mensch gaat naar zijn eeuwig huis. De dood is de bezoldiging der zonde. En al kunnen de omstandigheden zeer onderscheiden zijn, maar sterven is het lot dat ons allen wacht. Ook zal er na dezen tijd geen tijd meer zijn. Geen tijd van genade en bekeering. Geen tijd van boete en berouw. Daarom is het leven zoo ernstig, want die niet wedergeboren is, die zal het Koninkrijk Gods niet zien. Uit hetgeen we bier zien en uit het feit, waar we hier allen getuigen van zijn, komt een stem tot ons, die roept: „Haast U om Uws levens wil. Zoekt den Heere terwijl Hij te vinden is. Die in Christus gelooft, zal leven, ook al ware hij gestorven. Met de bede om ondersteuning en troost voor de diep bedroefde ouders, broeders, zusters en verdere betrekkingen, verliet men het kerkhof, 't Was een aangrijpende geschiedenis, en velen zullen den doodenakker hebben verlaten, onder diepe indrukken van hetgeen hier had plaats gehad. Dat is een van de vele voorbeelden, die vandaag hier en morgen elders voorvallen. Zoo is maar voortdurend de aarde een schouwplaats van smart. De eene treurmare volgt steeds de andere. Wij waren pas te huis gekomen uit een klaaghuis of wederom kwam een treurmare tot ons. Zoo is het, zoo zal het ook elders zijn. Trouwens, de mensch heeft een strijd hier op aarde en niet tevergeefs staat er geschreven, dat het gansche schepsel zucht.
Gelukkig, die met een David zeggen mag: „Heere! bij U schuil ik”. Hoe hoog de nood dan ook klimt, en wat bange smart U dreigt te doen bezwijken, dan zult ge, schuilend onder de vleugelen van Israëls God, ervaren, dat de ondersteunende genade Gods en de vertroosting des Heiligen Geestes ons in alles genoeg is, om met lijdzaamheid te loopen de loopbaan ons voorgesteld. Christus, de Heere, roept als koning zijnen onderdanen toe: „Hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1919

De Wekker | 4 Pagina's

Brieven uit het Zuiden (8)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1919

De Wekker | 4 Pagina's